zaterdag 7 juli 2018

Een vleugje Vikingbloed....

In mijn zoektocht naar onze voorouders stuitte ik op Karel ‘de Eenvoudige’, die leefde van 879 tot 929. Hij was getrouwd met Frederuna [van Ringelheim], dochter van de bisschop van Paderborn en diens vrouw Reginhilde van Haithabu; ook wel ‘Reginhilde van Friesland’ genoemd.
Wij stammen af van een van de dochters van die Karel en Frederuna, namelijk Ermentrude van Westfalen, ook bekend als Ermentrude van Frankrijk. Zij zal trouwen met Godfried “palatine” of ‘van Gulik’ of ‘Van Lotharingen’. Je komt hem onder diverse benamingen in bronnen tegen.  Zou dat bedoeld zijn om het onderzoekers gemakkelijker te maken....?
Terug naar Haithabu. Dat ‘Haithabu’ kon ik niet meteen thuisbrengen. Die streek, gouw of pagus kende ik nog niet. Het bleek een verbastering van Hedeby, een grote vikinghandelspost in die tijd het huidige Sleeswijk-Holstein. Die Reginhilde, de oma dus van ‘onze’ Ermentrude, bleek eigenlijk Ragnhilde Yngling van Hédeby te heten! We hebben kennelijk nog een klein beetje Vikingbloed door onze aderen stromen..!
Oma Ragnhilde was namelijk de dochter van Godfried II van Haithabu, alias ‘de Deen’. Hij wordt ook wel ‘Rothingus’ genoemd, Godfried de Noorman, of Godfried de Zeekoning. Je mag kiezen! Hij was Vikinghoofdman ofwel ‘Jarl’ (zeekoning), die met zijn mannen rond 880 al plunderend rondtrok. Precies zoals wij over de ‘Noormannen’ op school leerden. Hij had rond die tijd een groot Vikingkamp in de buurt van Asselt aan de Maasoever in midden-Limburg. Dat kamp werd in 882 belegerd door een overmacht van Franken, Alemannen, Bajuwaren (Beieren), Thuringers, Saksen en Lombarden onder aanvoering van Karel ‘de dikke’, een achterkleinzoon van Lodewijk de Vromen. Tot wapengekletter kwam het niet. Godfried voelde zich genoodzaakt om te onderhandelen. Tijdens die onderhandelingen werd hij gedwongen om zich tot het Christendom te bekeren. Als hij dat doet, beleent Karel ‘de Dikke’ hem met de bovengrafelijke positie van Friesland. Zo komt zijn dochter Ragnhilde ook aan de naam Reginhilde van Friesland.
Godfried (of Rothing, zoals hij ook werd genoemd) trouwde met Gisela van Lotharingen, de dochter van Lotharius II, eerder koning van Lotharingen en zijn vrouw Waldrada van Wormsgau. Dat kan ik allemaal natuurlijk wel schrijven, maar je weet dat ik steeds op zoek ga naar bronnen. Die vond ik. Ik zal er een paar noemen: de ‘Vita Wicberti Gemblacensis’ (over de stichter Wicbert van de abdij van Gembloux) noemt Rothing en zijn vrouw als: "avum Rodingum et aviam Gislam" (Rothing en Gisela, oma en opa) van Wicbert van Gembloux. Rodingus (dus Gotfried de Deen!) trouwde volgens bronnen inderdaad met Gisela. Zij was een zus van een zekere Oilbald. Ook dat klopt. Want Lotharius II van Lotharingen (825-869) en Waldrade van Wormsgau hadden een dochter Gisela die trouwt met Godfried II van Haithabu; Gisela had een zus die Bertha van Beieren wordt genoemd en ook 3 broers: Reginbald van Thüringen, Adelbold van Palts-Saksen en inderdaad, Oilbaldus. “Rodingus trouwde met Gisela, zus van Oilbald”, zo meldt een oorkonde van 20 september 946 in Luik: Keizer Otto "Otto.rex" bevestigt daarin de stichting van de Abdij van Gembloux. Die oorkonde vermeldt: "Wichpertus...nepotem suum Uuihpertum...avia sua Gisla.. vir suus Rothingus....fratre suo Oilboldo". Ook wordt bevestigd dat het klooster van Gemblours is gesticht door ‘Gaibert’ (Wicbert) en dat er schenkingen gedaan werden door Gisela, de vrouw van Rothingus, (onder meer in het graafschap Maasgouw de dorpen Wessem en Bietzine).
Oh ja onze Ragnhilde had een broer Liutolf die met een Osburgam trouwde. (Op haar kom ik later nog wel een keertje terug.) En ze had een zus die trouwde met een zekere Ansfrid van Palts-Lotharingen. De naam Ansfrid laat bij mij bellen rinkelen. Zo vaak komt die naam niet voor. Hij is vermoedelijk familie van Ansfrid, Graaf van Huy, die later (995-1010) tegen zijn zin, toch bisschop van Utrecht wordt. Hij is er verantwoordelijk voor de ‘Tienden van Olen’ uit de Belgische Kempen terechtkomen bij het kapittel van Sint Salvator in Utrecht. Van dat kapittel pacht Walterus miles dictus Bac onze rechtstreekse voorvader omstreeks 1200 juist die Tienden van Olen. Die worden in 1244 overgedragen aan de Abdij van Tongerlo.
Wat is familiegeschiedenis toch interessant als je daarin duikt! Ik houd je op de hoogte.
(Bron: familiearchief f.van son:
- SEMafoor, mei 2013 jaargang  14 nummer 2, blz 27.
- Vita Wicberti Gemblacensis 1, Monumenta Germaniae Historica Scriptores VIII, 508. Monumenta Germaniae Historica, Diplomata Ottonis I 82, blz.161.
- Stadsarchief Brussel, Brabant cart  XXII  folio 388 (afschrift) in
- Zegel bij het hoofdstuk van St. Guibert. Otto I: bevestiging van giften aan de abdij Gembloux (20-09-946). Corpus Latinum Stampense. ;
- Illustratie van de akte van 27 mei 1244 waarin de tienden van Olen worden overgedragen van Walterus Bac aan de Abdij van Tongerlo (foto uit Liber Privilegiorum van de abdij 2018).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten