zaterdag 27 oktober 2018

De teller stond gisteren op 101...


Gisteren, 26 oktober 2018 zou mijn vader 101 zijn geworden. Zou, want hij werd, zoals je weet, slechts 54. Ik heb immers al meer geschreven over mijn vader, die al op 4 februari 1972 plotseling overleed. Gek, dat je toch elk jaar weer stil staat bij zo’n dag en bij zijn verjaardag.
Ik kijk met dankbaarheid terug op mijn vader, die ik maar net 20 jaar mocht meemaken. Een hartelijke, zorgzame, humoristische, positieve en sportieve man die niet veel woorden gebruikte. Ik heb zowel mijn vader als moeder niet meer. Ik mis ze, speciaal op  momenten, waarop het me goed of juist slecht gaat. Of wanneer je belangrijk nieuws hebt. Wat zou ik ze graag veel willen vertellen. Dat gemis gaat niet weg.
Ik kon in mijn jeugd bij mijn Pa terecht. We hebben samen in zo korte tijd zo veel leuke dingen kunnen doen. Ik ben geïnteresseerd in wielrennen. Hij was dat ook. We gingen op de fiets vaak naar plaatselijke wielerwedstrijden als De Leren Zool in Rijen, Het Hart van Gilze, de Acht van Chaam, de Ronde van Ulvenhout en die van de Molen in Oosterhout. Ik nam hem mee als verrassing naar het WK Wielrennen in Zolder-Terlaemen, waarvoor ik de busreis en kaartjes bij elkaar had gespaard.
We keken samen ook de grotere wedstrijden op TV of luisterden naar het radioverslag toen we nog geen TV hadden. Ik kijk graag voetbalwedstrijden; ook dat heb ik van hem. Vooral Nederlands elftal was populair bij hem. Grote sporttoernooien als WK, EK en Olympische Spelen kluisteren mij aan de buis; hem ook. Maar  vooral NAC had zijn speciale aandacht; de mijne ook. Logisch. We zijn Bredanaar en mijn vader heeft in NAC gespeeld. Zeker een officiële wedstrijd: NAC – Longa, door NAC met 2-0 gewonnen, zo heb ik kunnen achterhalen. Hij staat ook tweede van links op de kampioensfoto van Nac 3 in het seizoen 1935-1936. “Het seizoen 1935-1936 wordt in de boeken beschreven als een fantastisch voetbaljaar. Zowel NAC I, II als III en twee jeugdelftallen werden glorieus kampioen. Een prestatie die moeilijk te evenaren is”, zo schreef DERAT in de ’NAC-Historie’.  Momenteel zou mijn Pa, denk ik, ietwat teleurgesteld zijn, als hij de wedstrijden van het huidige NAC nog kon bekijken. Al lijkt het nu gelukkig zo langzamerhand eindelijk wat beter te worden.
Als ik aan hem terugdenk, dan komen ook de vele fietstochten met het hele gezin weer in mijn herinnering. We reden zowat overal naar toe en wat ik toen al zo knap vond; hij hoefde maar naar de lucht te kijken om te weten wat voor weer het werd en vooral hoe lang het nog droog zou blijven. Zodat we op tijd thuis konden zijn. Tijdens die fietstochten leerden wij het leven in de natuur kennen en alle mogelijke paden en wegen in een wijde kring rondom Breda. Een plattegrond had hij niet nodig. We fietsten naar België, maar ook naar de bossen en de Galderse hei, die toen nog in al zijn glorie bestond. En eens per jaar, ook per fiets naar de Efteling.
Ik leerde begrippen als ‘de Kogelvanger’ en het ‘Eeuwig laantje’, Galder, Meerseldreef, Notsel, Overa en Strijbeek. Om er maar een paar te noemen. Daar had ik niet eerder van gehoord. Maar over de oorlog moest je niet praten met mijn vader. Dat deed hij nooit. 
Op vakantie gaan, dat was eigenlijk ook niks voor ons Pa. Hij sliep liever thuis. Toch ging hij enkele keren met ons op de fiets naar het Zilverstrand in Mol aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw, tot aan 1971. Kleine tentjes en spullen achterop en de bungalowtent werd door Ome Koen gebracht met zijn VW-kevertje.
Ik zie ons Pa nog zitten op vakantie. Zijn draagbare radiootje aan zijn oor in de tent in Mol, luisterend naar de Ronde van Frankrijk of andere sport. Jammer dat hij José, onze kinderen en kleinkinderen niet mocht leren kennen. Wat hadden ze hem een fijne opa en ‘opi’ gevonden. Jammer vooral, dat ik maar zo kort van hem mocht genieten. 
Bedankt nog voor al dat fijns, Pa! Konden we het nog maar eens overdoen.
(Bron: familiearchief f.van son).




zaterdag 20 oktober 2018

Eigenlijk niet zo vaak....

Nee. Ik mag het eerlijk toegeven: het komt niet zo vaak voor, dat ik niet weet over welk onderwerp ik mijn weekendbericht ga schrijven. Meestal is er wel iets gebeurd in de afgelopen week, of staat er iets op het programma, maar dat is deze keer vrijwel niet het geval geweest. Of het zou het feit moeten zijn dat José op maandag, zoals elke week, weer naar Made ging en dat vanwege de Herfstvakantie Emma en Renée thuis waren dit keer; of dat Cas en Sem woensdag voor het eerst samen een dag bij ons kwamen. Of dat wij donderdag op Youri en Anouk hebben gepast.Nee. Dat is allemaal niet zo bijster speciaal.
Dat was wél 15 oktober, de dag waarop internationaal wordt stilgestaan bij ‘Stille Levens’. Dat deden wij ook. Onze gedachten gingen, zoals zo vaak, weer uit naar Juna Elynn, ons negende kleinkind, dat we niet konden vasthouden. Zo’n speciale dag is fijn, maar ook zonder die 15e oktober blijft zij in ons hart.
Ik deed deze week op hobbygebied niks bijzonders. Noem het maar mijn ‘normale’ werk: het vrijwel dagelijks bezig zijn met mijn Genealogie en familiegeschiedenis. Al had ik dit keer wel een speciale voorouder als onderwerp. Die ‘vermaledijde’ Alpaidis van Hoegaarden, een gravin uit de tiende eeuw. Over haar is nog altijd minder bekend dan dat er onbekend is en dat ‘triggert’ me. Dat het een enkele ochtend zo mistig was deze week paste eigenlijk wel bij haar. Rondom haar leven zijn nog talloze mistflarden. Boeit me niet, zou je kunnen denken. Nou. mij wel! Neem nou haar eerste man. Dat moet een zekere Godfried zijn geweest, Graaf in Henegouwen. Lang werd aangenomen dat het om ‘hertog’ Godfried van Jülich zou gaan, maar daarover raken de meningen steeds meer verdeeld. En dan heb ik het nog niet over haar afkomst. De ene groep vindt dat Alpaidis afstamt van Erlebold van Hoegaarden en een onwettige dochter van een Franse koning uit een relatie met een concubine, terwijl de andere groep zweert bij een afstamming van Arnulf I van Kamerijk en Bertha van Hennegau. Het ‘verlossende’ woord is nog niet gesproken of geschreven; áls dat er al ooit zal komen.....
Ook daaraan hoef ik mijn weekendbericht dus niet te wijden.
Wat me wél opviel in de krant deze week, was het feit dat er steeds meer kleurenfoto’s op de voorpagina komen van sportende Oranje-dames. Wordt het geen tijd?  Zij zijn op diverse fronten al maanden bezig met het leveren van topprestaties; zowel individueel als per team. Kranten worden eindelijk wakker, denk ik dan. Nu de sportprogramma’s op televisie nog.....
Een ding moet ik nog kwijt, deze week. Ik geniet nog altijd van het fijne weer. Alleen die muggen. Die teisteren ’s nachts José. Het najaar is te warm... Maar wat een zomer hebben we gehad en de herfst is ook al zo mooi tot nu toe. José en ik hebben de afgelopen dagen helaas niet gefietst. De tijd ontbrak. Maar er zullen ook in de komende maanden nog wel een paar dagen komen,  waarop we graag naar buiten gaan, de natuur in.
(Bron: familiearchief f.van son)







zaterdag 13 oktober 2018

Eigenlijk net te laat.....


Hij was eigenlijk een week te laat; de griepprik. Deze week had ik hem donderdag kunnen ophalen bij de huisarts. Maar aan het einde van de afgelopen week was ik al een paar keer heel vroeg naar bed gegaan. Ik was gammel, mijn gewrichten deden pijn en ik voelde me het beste onder de wol en sliep vrij snel. Dat vertelde José de volgende ochtend. Want zij was enkele keren komen kijken. Ik had gewoon een grieperig gevoel dus. Overdag viel het allemaal wel mee, zodat ik een paar keer op de scootmobiel mee kon met José op de fiets in het zonnetje ’s middags. En ’s ochtends zo nu en dan weer even met mijn genealogie bezig. Het vordert, maar wel erg langzaam. Donderdag lukte dat allemaal niet. Ik voelde me weer allesbehalve lekker en ook ’s middags zat er geen ritje in. Cas was er en tegen vieren moest ik naar het afscheid van oud-collega John van de Velde. Handje geven dus en merken dat hij blij was dat het erop zat. Weer enkele oude collega’s gezien en gesproken. Wat me opvalt, is dat er steeds meer mensen komen die ik niet meer ken. De ouderen zijn of gaan bijna allemaal weg. Dit jaar zijn Hans Ophorst en Wim van Pelt aan de beurt, hoorde ik. En over enkele jaren gaan zeker ook Jack Mol en Martin van de Kieboom. Het einde van een generatie.  Maar het is altijd wel leuk om weer even tussen oud-collega’s te zijn en een praatje te maken. De uitnodiging van John kon verscheurd worden. Die is achter de rug.... Op 26 oktober trouwt Melline en ook daar ben ik uitgenodigd. Volgende week moet ik ook nog “een gaatje” zien te vinden om tussen 11 en 12 de griepprik nog te gaan halen. Vandaag komt onze jongste kleinzoon Sem. Hij komt een nachtje logeren bij opa en oma. Hopelijk slaapt hij een beetje door. Vroeger konden we daar heel goed tegen, als er kleintjes wakker werden. José heeft er ook nu nog minder moeite mee dan ik. Maar zij is dan ook onverslijt- en onverwoestbaar als het de kinderen en kleinkinderen betreft. Elke week brengt ze op een of meer ochtenden een van de kleintjes naar school. Wij halen ze ook minimaal een keer per week ’s middags op. Zo nu en dan komen er een of twee “spelen”. Het wordt nu ook weer drukker, want Elke gaat ook weer werken na de geboorte van Sem. Dan komen Cas en zijn broertje Sem ook weer bij ons. Leuk. Dat wordt dus weer genieten en gezellig druk. Beter dan achter de geraniums. Ik vraag me wel eens af hoe ik vroeger ook nog kon werken naast al die beslommeringen...
(Bron: familiearchief f.van son; uitnodigingen).




zaterdag 6 oktober 2018

Val me niet lastig......

Ik heb er resoluut een streep onder gezet. Ik kan zelf nadenken. Ik ben het beu om steeds weer de wet voorgeschreven te krijgen door vooral betweterige randstedelijke meningen, die precies denken te weten wat goed is voor ons land en ons vooral ook laten weten wat wij moeten vinden van alle mogelijke nuttige en vooral nutteloze onderwerpen. Gewoon omdat het volgens hen zo is!
Het komt steeds meer voor dat die op-de-eigen-borstkloppers de dienst willen uitmaken voor ons op het ‘achterlijke’ platteland.
Is het niet de Haagse politiek met voortdurend gebazel over ons, -maar vooral zonder ons-, dan zijn het wel de relatief kleine actiegroepen; mensen met een overdreven gevoel voor eigenwaarde en ook instellingen die de dienst uitmaken en mensen die met de spreekwoordelijke ‘grote bek’ ons gewoonweg de wet voorschrijven. 
Ik heb er nu resoluut een dikke streep onder gezet. Ik kan zelf denken! En nee. Ik maak me er niet druk over,  maar constateer slechts.
Het neemt hand over hand toe. Om tot die conclusie te komen hoe ik maar om me heen te kijken. 
Voorbeeldjes? Neem die VVD-coryfee Klaas Dijkhoff met zijn ‘postcode-racisme’ of minister Carola Schouten van de Christen Unie, die eerst veel boeren op stang jaagt en met kosten opzadelt, omdat ze te veel kalveren zouden hebben. Doe je huiswerk eerst beter! Nu blijkt dat er slechts enkele tientallen boeren over blijven van die duizenden, die het allemaal fout zouden hebben gedaan, misschien wel willens en wetens. En de rest, die slapeloze nachten had en soms bijna door Schoutens ondoordachte maatregelen over de kling is gejaagd? Nou die kunnen gewoon een vergoeding vragen als ze aantoonbaar schade hebben geleden. Zo ziet het ‘sorry’ van de Haagse politiek er uit dus! “Als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil ik boeren, tuinders en vissers perspectief bieden”, schrijft ze doodleuk op de site van de overheid.
Oh ja en dan heb je ook nog de NTR, die club uit ons onvolprezen omroepbestel; ‘Speciaal voor iedereen’ pretendeert die omroep. We gaan naar roetveegpieten tijdens de landelijke intocht. Een woordvoerder stelt dat de keuze "past in de trend van afgelopen jaren". De keuze voor roetveegpieten is dit jaar alleen "wat explicieter". De omroep beklemtoont maatschappelijke ontwikkelingen in programma's te weerspiegelen. "Niet om ze te sturen of om er standpunten over in te nemen. Wij zijn geen actieve deelnemer in de Zwarte Piet-discussie." Oh nee? Maar er wordt in een bepaalde richting geduwd door wél enkel veegpieten te presenteren. ‘De veegpiet is een stadstype’, zo stond in 2015 in de Volkskrant. Nu moet het ineens landelijk. Oké dan kijken onze kleinkinderen wel de Sint-intocht in ons eigen dorp. Met echte zwarte pieten, in plaats van die stadse veegpiet. Zou Nederland buiten die Randstad echt zitten te wachten op die veegpieten? Massapsycholoog Hans van de Sande schreef op NU.nl op 10 november vorig jaar, dat de roep om veranderingen vooral komt van de 'nieuwe Nederlanders', mensen die niet van jongs af aan die liefde voor het kinderfeest hebben meegekregen. "Die hebben een heel andere achtergrond en connotatie. Zij worden bij wijze van spreken al hun hele leven scheef aangekeken op een andere huidskleur en ervaren de Zwarte Piet-traditie als een racistisch statement”. Ik zou dat toch wat willen nuanceren, Hans: veel nieuwe Nederlanders zouden ook voor Zwarte Piet kiezen, ware het niet dat er teveel mensen in hun omgeving rondlopen die graag rotzooi willen trappen en bij voorbeeld zelfs met bussen vol uit de Randstad naar Friesland wilden om er in 2017 de intocht te verstieren.... Of actiegroep ‘De Grauwe Eeuw’ die vindt dat ze de intocht ook dit jaar in de war moeten schoppen.
Nog éen voorbeeld dan: Ik zit ook niet meer te wachten op dat gebazel over onze nationale helden uit onze geschiedenis, die nu vooral van hun voetstuk en hun beelden van de sokkel moeten worden gestoten, omdat ze naar huidige maatstaven (van wie eigenlijk?), zich in hun tijd hebben misdragen. ‘Wie van de toekomst houdt, omarmt het verleden’, zo schreef ooit een kennis. Tijden veranderen. De lijfeigenen en horigen, onder onze voorouders uit de vroege middeleeuwen, waren niet minder of meer slaaf, dan die uit de tijd van de Verenigde Westindische Compagnie. Ook al willen diverse mensen ons tegenwoordig ook zelfs daarover hun mening opdringen. Maak je druk over slavernij van nu. De nog immer graaiende bankwereld. de klassejustitie. Slaven zijn er nu nóg in ons land. Kijk maar eens naar die groep mensen die zich een of meer slagen in de rondte werkt voor een hongerloontje, waarmee ze amper met hun kinderen kunnen rondkomen, terwijl hun baas het er nog eens extra van neemt over de rug van ‘ondergeschikten’, die worden afgescheept met een pietluttig loonsverhoginkje. Die ‘ondergeschikten’ zie je bij ‘oude’ en bij ‘nieuwe’ Nederlanders. Zo lang mensen met het grote geld zich in ons land kunnen vrijkopen van justitie; zolang mensen met een te grote bek en het gevoel van groepjes uit de Randstad het in ons land voor het zeggen hebben, zo lang blijven wij als modern en zogenaamd geciviliseerd land behebt met ellende. Doe iets zodat die schandelijke voedselbanken niet meer nodig zijn. Doe iets voor die mensen die amper de eindjes aan elkaar kunnen knopen, terwijl er volop mensen zijn die maar blijven roepen dat er werk genoeg is voor ‘klaplopers’. Van mij mag iedereen denken en vinden wat hij of zij wil. Maar val mij er niet meer mee lastig. Ik sterk me met de idee dat veel mensen het toch nooit zullen willen of kunnen begrijpen. Gewoon moreel besef missen. Oh ja. De week van 15 oktober is de week van de voedselbanken.  Druk maken over wat echt belangrijk is!
(Bron: familiearchief f.van son: nieuwsbronnen op internet in de afgelopen dagen en:
https://www.ntr.nl/site/nieuws/De-NTR-en-de-Pietendiscussie/358/#content;                              https://www.ntr.nl/
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/veegpiet-is-een-stads-type~bc4827eb/
https://www.haagshistorischmuseum.nl/tentoonstelling/held-op-sokkel