zaterdag 29 januari 2022

Over achtbaan gesproken….

 Het was raak afgelopen week. Zaterdag kreeg ik op mijn coronamelder van de GGD de mededeling  ‘op maandag 17 januari ben jij misschien besmet geraakt. Je was die dag dicht bij een of meerdere mensen met corona. In totaal duurde dit minstens 15 minuten’.  Dat was paniek. Ik dacht meteen, daar gaat mijn ingreep om de icd te implanteren op 31 januari. Ik kan me overigens niet herinneren dat ik die dag weg ben geweest… Op zondag hebben we dus snel gebeld om toch een test te laten afnemen bij de GGD. Het hoeft niet als je meer dan een week geleden een boosterprik hebt gehad, maar José vond het beter, om toch maar zeker te kunnen zijn. Zowel José als ik konden al zondagochtend  even na half elf terecht in Gorinchem. Toen ik belde mocht ik naar Dordrecht… maar bleek later ook in Gorkum terecht te kunnen. En dat terwijl in Raamsdonksveer ook een teststraat is, op een steenworp afstand van ons huis. Spanning dus en afwachten. Maandagmiddag kwam telefonisch de uitslag. Daar had ik om gevraagd. Die was negatief,  dus eigenlijk voor ons erg positief. Pak van mijn hart, want ik maak me erg druk voor die ingreep maandag en nog meer voor de nasleep ervan. Kleinzoon Daan heeft corona, dat betekent dat de kinderen en Pieter en Tara het weer voor hun kiezen hebben gekregen. Het weer past er wel goed bij. De hele week was het weer dat donkere, sombere weer met af en toe mist; nergens kon je onderweg terecht voor een kop koffie bij voorbeeld. Dat is nu wat veranderd. Rutte en consorten konden niet langer weerstand bieden aan het volk, dat weer ‘open’ wil. Nou, dan verzinnen ze toch wat en komt er persconferentie. Maar eerst veel overleg natuurlijk. Want  interessant doen moeten ze, vinden ze zelf.  Ik volg dat gemauw al niet eens meer. Ik lees en hoor het wel, want radio en tv sloven zich uit om er zowat in elk programma aandacht aan te besteden. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd. Na een cardioversie in maart 2018 (foto) en die langdurige operatie in oktober 2020 ben ik nu wéér aan de beurt. Ik heb een abonnement op Amphia.

Rotweek

Maandagochtend moeten we ons al om zeven uur in Amphia melden. Niet eten, alleen heldere dranken mag. Wel de medicijnen innemen.  Gisteren, vandaag en ook morgen, moest en moet ik me al voorbereiden. Wassen met een speciaal ontsmettingsmiddel, bepaalde bacteriën tegengaan in mijn neus met behulp van een zalfje en enkele medicijnen laten schieten op de zondagavond en de maandagochtend. Ik moet maandag na de ingreep in elk geval overnachten in het ziekenhuis, want mijn hart en de ICD moeten gecontroleerd worden. Daarmee begint voor mij al meteen passend de jaarlijkse rotweek. Die eerste week van februari, weet je wel. Op 4 februari, komende vrijdag dus, stierf plotseling mijn vader, dit jaar precies 50 jaar geleden, aan hartproblemen. Met een klein beetje goede wil kan je dus eigenlijk ook –ondanks alles- praten over de juiste week om bij mij te proberen hartstilstand en ritmestoornissen voortaan voor te zijn. Maar prettig is het niet. Ook niet voor José uiteraard.

Gelukkig

Gelukkig kwamen Cas en  Sem vrijdagochtend weer een boterham eten. Cas naar school en Sem de ochtend bij ons spelen. Dat is altijd een leuke onderbreking van de dagelijkse sleur, die er vooral ingesleten is dankzij corona. Ook vanmiddag mogen we nog enkele uurtjes van ze genieten. En wat dacht je van onze zwemmer in spé Luuk, die genoot van het lekkere water, terwijl papa toekeek. Heerlijk die kleinkinderen. Ik verlang naar de lentezon en de warmte. Want de hoop op een echte winter is na dat misselijke week van de afgelopen weken, wel de grond in geboord. Op naar de maandag…

(Bron: familiearchief f.van son)





 

zaterdag 22 januari 2022

Knutselaars.....

Onze Jongste werd 30. Dat betekende natuurlijk, dat oma José haar creatieve gedachten moest laten gaan. De kinderen moesten natuurlijk voor mama een knutselcadeautje maken.  Nou, daar hoeft ze steevast niet zo lang over na te denken, oma José.  Sem maakte een speciaal hart in een door hem zelf versierd doosje met zijn foto erop en Cas hield het bij een carnavalsmasker.  Of mama dat gaat opzetten of in huis ophangen tijdens carnaval, dat weet ik natuurlijk niet. Er moet altijd bij het knutselen natuurlijk geverfd worden, want anders is het niet mooi genoeg. Zij had,  als ze docente handvaardigheid was geworden, veel kinderen plezierige lessen kunnen geven.  Aan mij is dat soort creativiteit niet zo besteed. Ik zat in mijn jonge jeugd weliswaar op een hobbyclub en gutste daar een houten asbak voor mijn ouders en dat soort dingen, maar op dat vlak ben ik niet creatief met mijn twee linkerhanden.

Eindelijk

Over verven gesproken. Gelukkig was het na lang wachten dinsdagavond eindelijk weer zo ver. José mocht weer naar haar favoriete wekelijkse uitje, de schilderclub. Dan kan ze ook daar weer in een gezellige omgeving haar hart ophalen.  Het heeft door die corona lang geduurd, dat er steeds een kruis stond door de dinsdagavond.  Ik ben benieuwd, waar ze binnenkort weer mee thuis komt. Er ligt ook nog een half afgewerkt familiewapen, waar ze dan ook weer ambitie in gaat krijgen om dat af te werken.  ‘Eindelijk’. Dat zal ook kleindochter  Renée hebben gedacht. We haalden deze week ook een verjaardagscadeautje voor haar. Het vorige bleek niet het goede cadeau, dus haalden José en ik iets anders deze week.  Het dekbedovertrek viel in goede aarde.  Dat had ze nog tegoed, toen zij op een van de laatste dagen van het vorige jaar haar verjaardag vierde.

Eerder dan gedacht

Het stond op de rol voor medio februari. De implantatie van mijn icd. Het had eigenlijk eerder gemoeten, maar er was door corona een achterstand. Onverwacht  kreeg ik deze week een telefoontje, dat ik me maandag 31 januari ’s morgens heel vroeg al moet melden in het Amphia. Fijn dat het eerder kan, maar eerlijk gezegd zie ik er ook echt tegenop. Er moet aan mijn toch al niet zo bijster sterke hart worden gewerkt. Er moet een draadje dwars doorheen en met een schroefje onder in mijn hart vastgedraaid worden. Ik troost me met de wetenschap, dat het voor de cardioloog routinewerk is. Maar ik moet het wel ondergaan. Hoop dat ik daarna toch snel weer aan mijn dagelijkse taken kan werken. Wel moet me even van het hart, dat ik het eigenlijk niet eerlijk vind, dat ik ook nu weer een van de voor de ingreep noodzakelijke medicijnen zelf moet betalen, naast enkele andere, die dagelijks ook al voor eigen rekening komen. Alsof ik zelf om de aandoening gevraagd heb. Terwijl dat stompzinnige ‘stoptober’ wel volledig wordt vergoed. Ik weet wel dat vervolgzorgkosten voor rokers groter zijn, maar José en ik zijn toch ook ooit op eigen kracht gestopt met roken. Het enige dat je daarvoor nodig hebt, is ruggengraat. Maar ook bij zorgkosten gaat het niet om eigen verantwoordelijkheid maar enkel om de centen, net als bij jeugdzorg bij voorbeeld. Verder uitkleden die ooit zo geroemde zorgstaat. Maar dat wist ik al.

(bron: familiearchief f.van son)




 

zaterdag 15 januari 2022

Dat zal je net zien....

Maandag gingen de basisscholen na de kerstvakantie weer op. Heerlijk, vonden onze kleinkinderen. Ze waren er weer echt aan toe om hun vriendjes en vriendinnetjes weer te ontmoeten en natuurlijk ook de juf of de meester. Dat gold ook voor Cas. Maar de vreugde was van korte duur. Hij was precies één dag naar school geweest, en toen was het thuis alweer videobellen geblazen. Dinsdag niet naar school. De juf had corona en wat vroeger onmiddellijk kon; -een invaller oproepen-, dat was er nu niet meteen meer bij. Dinsdag zat hij noodgedwongen thuis zijn werkjes af te maken. Gelukkig was het leed woensdag weer geleden en kon Cas ook weer naar school. Tenminste, deze week was het de ene dag wel en de andere weer niet. Cas kreeg daarnaast ook de waterpokken. Vervelend hoor. Hij was er best wat ziek van. Maar aan de andere kant; je kunt ze alvast maar gehad hebben.

Ook niet alles…

Elke dag thuiszitten op de donkere dagen na de nieuwjaar is ook niet alles. De borden boven de rijkswegen hangen er nog. ‘Blijf zoveel mogelijk thuis. Alleen samen krijgen we corona eronder’. Die regel hebben we deze week een paar keer aan ons laars gelapt. Dinsdag na de fysio reden José en ik naar Oisterwijk om met een omweg via de acht ‘saligheden’, waaronder Eersel, Netersel, Knegsel, Duizel en al die andere dorpjes en Postel via België weer naar huis te rijden. Natuurlijk daar ook weer even getankt voor ruim veertig cent per liter minder. Woensdag was het mistig, maar wij gokten het erop en reden op ons gemak naar zee. Wat is er nou zekerder om geen corona te krijgen, dan samen met José in een auto een paar ritjes te maken. Woensdag op weg naar Westenschouwen: je kan immers nergens koffie drinken, nergens een hapje eten, dan alleen op een bankje aan het strand van je zelf meegebrachte boterhammen en een bakje uit de eigen thermosfles. Het was de hele weg mistig, en eigenlijk zagen we het niet zo meer zitten, toen we ook nog Zierikzee in de mist voorbijreden. Tot zo’n paar kilometer voor de kust. Als donderslag bij heldere hemel was daar ineens de zon. En weg was de mist. De auto weggezet, zo’n honderd treden op en weer af en we waren op het strand. Badend in de zon op een bankje, nadat ik met mijn krukken achter José aan helemaal tot aan de kustlijn was gelopen. Lekker zo’n drie kwartier gezeten op het bankje, genietend van de zon op ons gezicht en de blik op de paar hondenbezitters die hun viervoeter uitlieten. Ook een paar foto’s gemaakt. Moeilijk soms om tegen de zon in te kijken…. Daarna weer de trappen op en af naar de parkeerplaats. Natuurlijk een andere weg naar huis, waar we om halfzes pas aankwamen. Een hele fijne en gezellige vakantiedag, terwijl het niet eens vakantie was. Donderdag zouden we naar Willemstad rijden, maar dat hebben we maar achterwege gelaten. Weer die mist. Vrijdag bleven we ook thuis. De vrijdag is de dag waarop we op kleinkinderen passen.

Vergaderen

Donderdagavond ben ik zoals gebruikelijk naar de Raadsvergadering geweest. Dat mag als freelance journalist voor het plaatselijke weekblad.  De huisvestingsverordening stond onder meer op de agenda. De Raad wil bij woningtoewijzing voorrang, waar mogelijk, voor onze eigen jongeren en starters, in plaats van mensen uit de regio, die onze gemeente wel leuk vinden om in te wonen. Dat leverde uiteraard discussie op en ook al het nodige ‘wapengekletter’ in verband met de naderende verkiezingen. Ik schreef er weer over en op woensdag kan iedereen het in het weekblad De Langstraat lezen. Je begrijpt, dat het familieonderzoek even op de plank bleef deze week. Het wachten op mijn ingreep om de ICD in te brengen, kost me de nodige energie en ook wat stress. Daarnaast….de boog kan ook niet altijd gespannen zijn. Gelukkig kunnen we naar de kapper!

(Bron: familiearchief f.van son).





 

 

 

zaterdag 8 januari 2022

Dan maar blijven zoeken...

Ik heb weer eens even tijd gehad voor mijn hobby familieonderzoek. Twee leuke dingen leverde dat op. Op 6 augustus 1902 trouwden mijn opa Jan van Son met mijn oma Leentje Kools in Ginneken en Bavel. Ze bleven bij elkaar en waren dus 25 jaar later, in 1927, 25 jaar getrouwd. Toen ik in de welbekende krantensite zocht, vond ik zowaar op 30 augustus in het Dagblad van Noord-Brabant een advertentie van opa. Het was een dankbetuiging:  ‘Hiermee betuigen wij onzen oprechten dank voor de zeer vele blijken van belangstelling, ondervonden bij onze 25-jarige echtvereeniging.  J.van Son en H. van Son-Kools en kinderen, Ginnekenweg 65.  Breda. Dankzij het werk van de vele vrijwilligers is ook dit soort informatie digitaal op te zoeken. Jazeker. Als je er tijd in kan steken en een beetje doordenkt, dan komen van je voorouders nog heel wat leuke uitingen boven water. Het maakt hun levensverhaal voor mij steeds completer. Ik heb mijn opa zelf nog enkele jaren gekend, maar krijg een steeds beter beeld van de manier waarop hij zijn leven leefde. Ik onderzoek nu al sinds 1982 mijn voorouders en er is heel veel bekend geworden inmiddels. Komt allemaal in mijn boek

Poezie

De tweede vondst kwam na mijn oproep van ene Marlies. In 1956 schreef mijn moeder op de Ginnekenweg in Breda voor haar buurmeisje in haar poezie-album. Marlies Canjels-Kreugel stuurde mij een digitale weergave van die pagina. Ook ik heb vroeger in heel wat ‘poesies’ geschreven. Bestaan ze eigenlijk nog? Heeft er nog iemand een poeziealbum, dat hij of zij ook nog gebruikt?  Of is dat nu echt iets van toen.

Onze Johan

Mijn oud collega fotograaf Johan van Gurp heeft collegiaal heel wat foto’s gemaakt van onze oudste dochter Inge. Ik heb er maar even een van opgediept uit mijn archief. Johan zal dat zeker niet vervelend vinden. Toen werkte ik nog als journalist voor de Stem vanuit het bijkantoor in de Arendstraat in  Oosterhout. Ik vond deze week een mooie foto van hem, waarop ik een hoofdprijs uitreik, een kleurentelevisie, op 22 december 1978  namens de krant aan een familie. Ik was dat zelf, -vertel ik eerlijk-, compleet vergeten. Toch leuk om jezelf nog eens, compleet met baard toen, even terug te zien met dank aan die onvolprezen Johan en uiteraard het Bredase gemeentearchief. Ik wil ook deze foto jullie niet onthouden.

Lachebekje

En verder, met onze kleinkinderen en kinderen gaat alles zijn gangetje. We zorgden donderdag- en vrijdagochtend nog even voor Cas en Sem. Over een maandje komt daar elke week onze jongste bij, Luuk. Die kan inmiddels lachen. Dat heeft hij geleerd. Ook dat laat ik jullie natuurlijk graag even zien. En voor de rest, ik wordt deze week geplaagd door een hardnekkige stijve nek. Balen!

(Bron: familiearchief f.van son; Delpher (www.delpher.nl) ; gemeentearchief Breda). 





 

 

zaterdag 1 januari 2022

Boven m’n pet…..

 Ik ben nooit een kei geweest in digitaal en draadloos. Ik ben al blij dat ik mijn foto’s kan verbeteren met behulp van een speciaal programma; mijn genealogisch computerprogramma kan bedienen; artikelen kan typen in word –ik heb nog versie 2010-, een pdf kan maken en dat soort dingen. Als mijn printer dan op onverklaarbare wijze ineens niet meer in mijn netwerk wil blijven, dan zit ik met mijn handen in het haar. Gelukkig heb ik dan een schoonzoon die mij uit de brand helpt. De printer kan niet meer op de gebruikelijke manier bediend worden om hem draadloos in het netwerk op te nemen. Daar is hij te oud voor. Maar de schoonzoon kijkt even, ik laat een verbindingssnoertje aanrukken en koppel laptop en printer. Dan wordt voor mijn ogen de printer uit het netwerk gewist. Er wordt vervolgens een en ander gedownload én zie, als donderslag bij heldere hemel luistert de printer weer. Ik weer gelukkig.

Maar een streamer…

Nee, dat draadloos en digitaal gedoe is niet aan mij besteed. Het is voor mij ongrijpbaar; ik heb er totaal geen kaas van gegeten en daarnaast, de ontwikkelingen gaan voor mij veel te snel. Nu zag ik tegen het eind van het afgelopen jaar op de verjaardag van kleindochter Renée een zilveren kastje met twee –ik denk- antennes. Het bleek een streamer. Wat ik niet weet vraag ik, dus kreeg ik te horen, dat je er bij voorbeeld muziek van je telefoon mee kunt afspelen via de geluidsinstallatie; als die zo nog heet, tenminste.

Ouderwets

Ik houd het enigszins noodgedwongen bij de ouderwetse dingen. Eerst op batterijen, later ook op stroom. Ik weet nog hoe het begon. Met flessen sorteren bij de VéGé als vakantiebaantje verdiende ik in 1967 mijn eerste draagbare radio. Hij kostte een fortuin , liefst 75 gulden. Maar dan had je ook al wat. Ik kon er heerlijk ’s nachts in bed de Amerikaanse en andere speciale zenders volgen tijdens de ruimtevluchten. Wel zachtjes natuurlijk, want van oortjes had ik geen weet. Het was toen ook eind jaren zestig van de vorige eeuw. En toch had ik ook nog in de vorige eeuw een commodore 64+ met zo’n klein  cassetterecordertje. Een computer! Je kon er ‘Prince of Persia’ en nog een aantal andere spelletjes mee doen. Ik ging wel met de tijd mee….  

Van alles

Ik ben niet van de DAB, wat dat dan ook zijn mag. Ik deed en doe het tot nu toe in de loop der jaren met de radio die wij ooit thuis hadden, in mijn jeugd; de eigen wereldontvanger, de cassetterecorder, het tapedeck en de videorecorder. En nog zo’n ding waarop je ‘tetris’ kon spelen. Nu hebben we enkel nog de draagbare radio, de TV, waarop ook radio kan worden afgespeeld. En uiteraard heb ik al jaren computers en nu de laptop, waarop ik dit artikel getypt heb. Ik verlang terug naar de ouderwetse digitale kaartenbak DBase. Dan had je nog echt ‘kaarten’ die je kon invullen en op je computer kon oproepen. Beter dan die lange lijsten met excel en andere office-onderdelen, die ik niet snap. Ik weet verder wel hoe ik kan downloaden en uploaden en daar blijft het eigenlijk bij. Ik weet hoe ik genealogische onderzoeklectuur kan opzoeken en downloaden om te lezen; hoe ik een printscreen kan maken en foto’s kan verbeteren en dergelijke. Ik doe aan mail en sommige digitale media en oh ja. Ik noem mijn telefoon nog steeds ‘mobieltje’.

Gezellig, gezond en gelukkig

Die drie trefwoorden zouden voor iedereen de begrippen moeten zijn, die het zojuist begonnen nieuwjaar typeren. Dat wens ik iedereen toe. Donderdag kwamen Cas en Sem bij ons spelen. Het is immers vakantie. Die zien we vaak. Elke kwam ze brengen en Wouter had mijn printerprobleem opgelost. Ik ben trots op en dankbaar voor ons hele gezin. Wij hebben het oude jaar verder heel erg gezellig ’s middags gisteren uitgeluid met Pieter, Tara, Daan, Robyn en Luuk. Het was genieten. Die Luuk, onze jongste is een schatje. Hij heeft geen enkele keer gehuild en was erg tevreden. Dat was José ook, die als vanouds weer prima had gezorgd. Juna en Joël waren er in onze gedachten natuurlijk ook. Vandaag komen Tommy, Nienke en Sven, als hun testen goed resultaat hebben en morgen is het de beurt aan Meike, Ronald, Anouk en Youri. Inge, Bram, Emma en Renée hebben we al gezien op de verjaardag van Renée. Wie weet wat dit zojuist begonnen nieuwe jaar allemaal voor ons in petto heeft. In elk geval voor mij een ICD en aan de rest moet ik voorlopig nog maar nog even niet denken. 

(bron: familiearchief f.van son).