zaterdag 30 juni 2018

Bij de kanunnik op visite…..


Ik heb er al veel overgeschreven en ook met hem gemaild. José en ik mochten dinsdag de auto van Bram lenen en reden er weer een keer naar toe; naar de Abdij van Tongerlo. Maar nu echt op visite. Dinsdag heb ik hem in levende lijve ontmoet. De kanunnik. Een reguliere kanunnik wel te verstaan. Eentje die dus lid is van de Premonstatenzers (ook norbertijnen of witheren genaamd). Ik heb het over Kanunnik Kees van Heijst o. Praem. , de archivaris van de Onze Lieve Vrouwe-abdij van Tongerlo. Ik wist al waar die afkorting op slaat en wist ook al waarom zij witheren worden genoemd, ook Kees droeg een witte pij of habijt. Dat klopte dus!
Ons reisdoel van het abdijarchief en de archivaris. Maar natuurlijk bekeken we vooraf ook de abdijgebouwen zelf nog maar eens. De tentoonstelling in de Tiendschuur over de geschiedenis van de abdij was nu af en betekende een hernieuwde kennismaking met de familieleden van toen. De abten Hubertus en Wouter en dan heb ik het over de periode 1309 tot 1366. De kanunniken van de abdij bestaan al vanaf de jaren dertig van de twaalfde eeuw.
Dat de tijd niet stil staat, merkten we bij de portier. De deurbel was zo’n oude metalen ketting met handvat, dat je naar beneden moest trekken. Je weet wel. Dan gaat er zo’n bel klepelen. Nee dus! Een luide zoemer kondigde onze komst aan. Dat was schrikken. Ik had op zo’n oude bel gerekend, die ik vroeger ook hoorde bij het klooster van mijn Tante Joke, in mijn jeugd in de jaren zestig en zeventig kloosternon bij de Benedictinessen aan de –toen nog- Poolseweg in Breda.
Er kwam deze keer een aardige wat oudere man open doen. We mochten naar een wachtkamertje en na even wachten kwam er een rijzige witte gestalte ons ophalen: archivaris Kees. Op naar het archief, ondergebracht in een moderne vleugel.
Vreemd. Een archief hoort toch bij oud zou je zeggen... Maar toen dacht ik al snel dat het mogelijk te maken kon hebben met de automatische klimaatregeling in het archief ter bescherming van de oude stukken.
Ik werd verwacht, dat was duidelijk. Moest het boek tekenen en Kees had al een en ander klaargelegd: het beroemde Liber Privilegiorum uit de veertiende eeuw, met aanvullingen uit de zeventiende. Een meer dan vuistdik boek, waarin alle oorkonden en akten worden ingeschreven die de abdij zelf niet in bezit heeft. Ingeschreven is eigenlijk niet het juiste woord. Ik liet je al eerder een foto zien van een van de pagina’s. Mijn vaste fotograaf José zette het boek op de foto... De oorkonden en bullen zijn in dat Liber keurig door de monniken gecalligrafeerd in het Scribendium, je weet wel met die prachtige gekleurde letters en uiteraard in het latijn. Echt monnikenwerk.
Op verzoek werd ook de map van de oorkonde van 18 maart 1242 geopend. Een akte waarin mijn voorouder zijn derde deel van de Tienden van Westilburg aan de abdij schonk; compleet met zegel aan de oorkonde gehecht. Je wordt er wat stil van en voorzichtig om dat oude stuk familiegeschiedenis zelfs maar aan te raken. Fotograferen natuurlijk wel. Ook de teksten over beide abten in de Monasticon Belge, die door de abdij als een soort ‘vita abbatis’ worden gebruikt, werden op tafel gelegd en uiteraard ook de andere door mij gevraagde oudere stukken. Na een nadere kennismaking met de –zoals altijd ook in onze schriftelijke contacten- behulpzame archivaris, en met prachtige digitale foto’s konden we weer huiswaarts.
Stel je voor dacht ik, dat ik niet mocht fotograferen en die akten allemaal over had moeten schrijven, zoals die monniken dat doen. Dan kon ik beter intrede doen in de abdij, die oase van rust die de  Tongerlo-abdij bij elk bezoek steeds weer is. Met gebouwen uit 14e en 15e eeuw, zoals de oude hoeve; het abthuis en de 17e eeuwse Tiendschuur en de kapittelkerk. Die laatste is niet zo oud. Die moest opnieuw worden gebouwd na de Franse Revolutie die het einde had betekend van de oude kerk met oude grafstenen. Jammer! Misschien had ik dan de grafsteen van een van de Abten uit mijn voorouderlijke familie nog op de gevoelige plaat kunnen vastleggen..... Die rotfransen!
(Bron: familiearchief f.van son: familiearchief f.van son, abdijarchief Tongerlo).






zaterdag 23 juni 2018

Onze kunstenares 'Anouk Bosch'..

Je kent het waarschijnlijk wel, of hebt er ten minste van gehoord. ‘de tuin der lusten’, wereldberoemd schilderij van Jheronymus Bosch. Onze kleindochter Anouk weet nu in elk geval prima wie hij is geweest en wat hij heeft gedaan. Haar school, De Ruif in Raamsdonksveer heeft op speelse wijze daarvoor gezorgd. De school werd, - aan het eind van een speciale week over deze kunstenaar die als Hieronymus van Aken in 1450 in Den Bosch geboren zou zijn-, omgebouwd tot één groot museum van Jheronymus Bosch. Vaders, moeders, broertjes en zusjes, oma’s en opa’s, ooms en tantes mochten afgelopen maandag naar het museum komen om alle werken van deze en vele anders jonge kunstenaartjes met de naam ‘Bosch’ te komen bewonderen. En druk was het. Ruim zeshonderd mensen volgens het dagblad, waarin een foto van de drukte werd afgedrukt. Op die foto stond ook onze Anouk (derde van links) die naar een van haar kunstwerkjes wees. Dankzij de nieuwe privacywet kan ik die foto uit de krant niet meenemen.
Alle kinderen mochten zich in die week uitleven op het werk van Bosch. De kinderen hadden heel goed begrepen, dat die kunstenaar van lang geleden heel vaak allemaal vreemde wezens op het doek schilderde. En Anouk krijgt zelf schilderles van Oma José en wist daar dus wel raad mee. ‘Anouk Bosch’ zo stond op haar werk. Genieten was het, ondanks de drukte. Ik hoop voor Anouk en mama Meike en papa Ronald, dat haar kunstwerken net zo populair worden als die van haar beroemde voorganger. Wat mij betreft heeft ze het nu al verdiend. Ik laat je bij dit weekbericht al haar mooie kunstwerken zien. Wie weet wil je er wel op bieden...... 
Komende dinsdag is het zo ver. Een dagje Abdij van Tongerlo-archief!
(Bron: familiearchief f.van son: 18-06-2018; Jheronymus Bosch-week op school).





zaterdag 16 juni 2018

Een mijlpaal voor Youri.. en zijn mama!

Ja hoor. Het is officieel. Youri mag naar school. Hij heeft deze week het uitnodigingspakket thuis gekregen. Mama Meike nam het mee naar oma José. Youri blij en mama net zo blij..... Youri is echt toe aan zijn basisschooltijd. Hij heeft het thuis wel gezien. Hij gaat weliswaar al een tijdje naar ‘de kindjes’  bij de opvang, maar de ‘grote school van Anouk' is natuurlijk wel anders en beter. Hopelijk blijft hij dat ook denken, want het zal een hele verandering betekenen voor hem en voor mama...
Youri mag dus naar school en hij komt in de klas van juffrouw Els. En wat extra fijn is, hij mag aan het eind van deze maand – nog voor zijn vierde verjaardag- al een dagje komen ‘oefenen’.
Hij ziet het helemaal zitten en ging graag met het welkomstpakket even op de foto. En natuurlijk was er een ijsje voor hem en zijn zus, die haar jongere broertje wel het een en ander over school wilde vertellen natuurlijk. Maar Youri was intussen al met andere dingen bezig.
Voor mij was er deze week ook een kleine verandering. Colène, de stagiaire bij de fysio had haar laatste dag. Maar voor het overige was het zoals elke week: ’s Morgens werken aan mijn volgende stamboomboek. Ik ben nu bezig aan de invloed die Ansfrid, de bisschop van Utrecht rond het jaar 1000 heeft gehad op onze  familiegeschiedenis. Ik ben zo veel te weten gekomen door mijn onderzoek en leeswerk, dat die eeuwen van familiegeschiedenis nog meer dan voorheen, zijn gaan leven.Ik heb ook antwoord op veel vragen die ik had.
Na de boterham ’s middags gaan José en ik een blokje fietsen. Nou ja. Zij fietst en ik ga op de scootmobiel. Ik zou best ook zelf weer echt willen fietsen. Nu blijft het beperkt tot mijn hometrainer thuis en de hometrainer op de fysio.
De laatste dagen van de week waren wat minder, wat het weer betreft, dus geen fietstochtje. We bleven thuis. Aan het eind van de middag kijk ik dan wielrennen op televisie en na het eten is het samen koffie drinken en nieuws kijken en dan gaat er meestal een detective op... Wat een leven eigenlijk!
(bron: familiearchief f. van son : Youri naar school).



 

zaterdag 9 juni 2018

Da's pas echt monnikenwerk....

Dat is nog eens echt monnikenwerk. Letterlijk dan. Ik heb het over het boek ‘Liber Privilegiorum’ van de Norbertijner-abdij Onze Lieve Vrouw in Tongerlo. Het is een band in het rijke archief van de abdij, waarin charters, bullen van pausen en vorsten en dergelijke zijn verzameld en overgeschreven. Het ‘Liber’ dateert uit de 14de eeuw, maar er werden in de 17de eeuw nog enkele afschriften toegevoegd. “Het is één van de pronkstukken van ons archief”, zo liet mij Kees van Heijst o. Praem. , de archivaris van die Belgische abdij weten. Het ‘Liber Privilegiorum’ is in de loop der eeuwen in het scriptorium van de Abdij van Tongerlo door de monniken zelf daar gekopieerd en geschreven. Daar kwam geen kopieermachine aan te pas. Puur handwerk. José en ik hebben de Abdij al enkele malen bezocht, maar nu gaan we in die schatkamer echt ook een kijkje gaan nemen. De afspraak is gemaakt en we mogen van Bram weer een keer de auto lenen. Maak ik ook persoonlijk kennis met de archivaris. Ik heb al geruime tijd mailcontact met hem. Hij stuurde mij onlangs op mijn verzoek de kopie van de oorkonde van 27 mei 1244 uit dat schitterend stukje vakwerk en de neerslag van die bewuste oorkonde in een van de boeken van zijn voorganger, abdij-archivaris dr. M.A. Erens, o.praem. Die stelde in 1948 een vierdelige serie van ‘De Oorkonden der Abdij Tongerloo’ samen. Alle monniken van de Abdij van Tongerlo, maar ook die van de Abdij van Floreffe, gesticht in 1221 en die van Postel, die José en ik ook bezochten, zetten achter hun naam de toevoeging ‘O. Praem.’ Dat geeft aan dan zij lid zijn van de de ‘Ordo Canonici Regularis Praemonstratensis’, in het Nederlands Premonstratenzers of Norbertijnen, een kloosterorde van reguliere kanunniken van de Orde van Prémontré, in 1121 gesticht door Norbertus van Xanten. De orde verenigt  het beschouwende leven en liturgische dienst met het actieve leven, zoals zielzorg en onderricht. Norbertijnen worden ook wel witheren genoemd naar hun witte habijt. Zij leven volgens de regel van Augustinus. Ze hanteren het motto: ‘ad omne opus bonum paratus’ (‘tot elk goed werk bereid’). De norbertijnen van Tongerlo bedienden in de afgelopen eeuwen vaak diverse parochies in onze regio. Zo waren de Norbertijnen van Tongerlo ooit ook de bedienaars van de parochie in Tilburg, toen onze voorouders in de streek rond Tilburg en Goirle leefden en werkten. Straks is het natuurlijk allemaal te lezen in mijn uitgebreide en geïllustreerde familiegeschiedenis, speciaal voor ons gezin.

Wat ik eigenlijk moet met die akte uit 1244? Wel, het gaat om een akte waarin Wulfram, de deken van het Sint Salvator kapittel uit Utrecht de ‘Tienden van Olen’ overdraagt aan Abdij van Tongerlo. Die ‘Tienden’ had het kapittel in eigendom, sinds rond 995 bisschop Ansfrid van Utrecht ze uit eigen bezit aan het kapittel schonk. Een van mijn verre voorouders, die in bronnen ‘Walterus miles dictus Bac van Olen’ wordt genoemd, ofwel Ridder Walter genaamd Bac van Olen, heeft die Tienden tot 27 mei 1244 gepacht van het kapittel en die dag samen met zijn oudste zoon Walter en dochter Gertrude, mede namens de jongere, nog onmondige, kinderen overgedragen.

Ik heb me in de afgelopen jaren behoorlijk over onder meer die tijd kunnen inlezen in het uitgebreide werk van prof. dr. Eduard van Ermen. Van die periode in de Middeleeuwen ben ik nu erg goed op de hoogte. Alle informatie in relatie tot mijn familie, ben ik aan het verwerken in een boek dat ik over de geschiedenis van mijn familie aan het schrijven ben. Ik kon die geschiedenis tot in de vijfde eeuw na het begin van onze jaartelling reconstrueren, mede dankzij veel lees- en studiewerk in zowel binnen- als buitenlandse boeken en bronnen en vooral ook veel overleg met genealogie-vrienden.

Het duurt nog wel even voordat het boek klaar is. Ik werk toe naar ons 45-jarig huwelijksfeest, -als we dat mogen halen-,  in mei volgend jaar. Het gaat, evenals een eerder boek over mijn familie dat ik in 2013/2014 schreef, zeker weer enkele honderden pagina’s omvatten met deze keer zowel kleuren- en zwart-wit illustraties. Ik weet nu al zeker dat die bewuste akte van 27 mei 1244 er één van zal zijn.
(Bron: familiearchief f.van son; archief O.L.V. Abdij van Tongerlo).