zaterdag 26 september 2020

Het ziet eruit....

  Het ziet er niet erg goed uit rondom Corona. In steeds meer regio’s steekt het virus op weg naar de tweede golf, de kop op. Er wordt weer volop geroepen en geschreven dat we er klaar voor zijn, maar dat waag ik ook dit keer weer te betwijfelen. Alles gaat allemaal op zijn elfendertigste in Den Haag en er is geen enkele eenheid van handelen en over communicatie zwijg ik maar liever.

Ik erger me aan dat onbenullige gedrag, evenals dat van die simpele influencers, die niets nalaten of toch maar in beeld en onder de aandacht te komen en te blijven. Neem bij voorbeeld die kip Zonder kop Famke. Ondoordacht is wel de minste kwalificatie. Die geldt voor mij voor mij de meeste BN-ers. Ik prijs me gelukkig dat ik dat ‘niveau’ nooit nagestreefd, of gehaald heb. Ik erger me ook vooral aan die jongere generatie van twintigers en dertigers. Velen uit die generatie gaan kennelijk enkel uit van ”ik wil…” en niet van “zou het niet beter zijn om”. Neem nou die Willem II supporters. Lekker hutje bij mutje naar het grote scherm kijken hoe hun tricolores de mist ingaan tegen de Rangers. Corona? Welnee. En ook die burgemeester Weterings is kennelijk niet wijs. Je kan op je klompen aanvoelen dat in dit supportersuitje corona niet eens in beeld komt, laat staan in de gedachten of hersens. Lekker makkelijk om weer achteraf te zeggen, dat had anders gemoeten. Waar is je verstand?

En dat moet dan de leider zijn van onze veiligheidsregio? Veilig gevoel! Dan breng ik de normale jaarlijkse griepgolf nog niet eens ergens ter sprake.  Beste nog altijd traag reagerende politici en ambtenaren. Ga lekker zo door met je leider voorop. Die doet het weekend er nog even bij voordat er wordt gesproken over nieuwe en dan echte maatregelen waaraan ook zo’n Weterings zich houdt. Oh nee. Dat is te veel gedacht.  Hoe hoger in de boom bij coronabestrijding, hoe onbenulliger je je mag gedragen. Der is immers altijd nog sorry achteraf. Er wordt alleen maar gedácht over nieuwe maatregelen om meer overvolle IC’s en een toenemend aantal oudere doden te voorkomen. Dat moet dan uit en te na besproken worden en iedere zichzelf respecterende politicus moet er nog zijn of haar geurspoor over laten. Ga je gang. Ik denk dat we het ergste van corona nog niet hebben gehad. Zou er niet van staan te kijken als er straks in heel het land weer dingen extra op slot gaan. Wanneer worden we nu eens eindelijk verstandig en wordt er niet enkel gedacht “moet kunnen”. Nooit verwacht ik. Wat een zielig landje zijn we geworden.         (bron: familiearchief f.van son)


 

 

 

zaterdag 19 september 2020

Op z'n Nederlands...

 Met ‘de Franse slag’, ‘Deutsche Gründlichkeit’, dat kennen we. Maar er bestaat duidelijk ook iets zoals ‘op z’n Nederlands’. We weten al dat we zo’n 17 miljoen bondscoaches hebben voor Oranje. Maar ik heb deze week aan den lijve ondervonden hoe wij in Nederland tegenwoordig met de bestrijding van corona omgaan. Laat ik maar van voor af aan beginnen. Ik krijg een brief voor bezoek aan de cardioloog. Als het niet dringend noodzakelijk is, moet ik alleen komen. Huisgenoten of partners kunnen eventueel via de telefoon meekijken met het controlegesprek. Ik dus bellen om een deeltaxi te reserveren. Eerst krijg ik een hele litanie met wat er mag en moet. Ik moet een mondkapje dragen in de taxi. Ik moet met pin betalen. Ik moet alleen komen, alleen in dringende gevallen mag er een begeleider mee. 

De taxi komt veel te vroeg. Er zit een chauffeur in zonder mondkapje en een vrouwelijke passagier, ook zonder mondkapje. Ik hoef dat ook niet op. Hoe wilt u betalen, vraagt de vriendelijke en behulpzame chauffeur. Met pin uiteraard. Hij antwoord mijn vragende blik en laat me vriendelijk weten dat geld een wettig betaalmiddel is en dat, als mensen contant willen betalen, “we dat ook moeten aannemen”. En die mondkapjes dan. Als er meer dan drie mensen in de taxibus zitten, gaat de chauffeur daar pas over nadenken. Hij laat me weten, dat dit vervoer ook geen openbaar vervoer is, maar particulier vervoer. Gelukkig weet kennelijk het virus dat ook en besmet in dit busje dus niet…. Het wordt nog gekker. Bij het ziekenhuis aangekomen zie ik twee wachthuisjes zoals bij een kazerne. Ik meld me bij het linkse. U moet bij het andere wachthokje zijn, zo wordt mij resoluut te verstaan gegeven. Daar vraagt iemand “bent u verkouden, niezen, keelpijn”. Uiteraard zeg ik nee. Het zou immers vreemd zijn om ja te zeggen nu ik toch naar het ziekenhuis ben gekomen. Dan zou ik toch thuisgebleven zijn. Ik mag doorlopen en door de hoofdingang naar binnen en volg looproute 32. Die blijkt tot achter in het ziekenhuis te voeren. Aan de balie zegt een vriendelijke dame, ‘wachtruimte 1’. Ik voer mijn uitnodigingsbrief in bij de welkomstzuil en zie daar dat ik bij wachtruimte 2 moet zijn. Maar dat blijkt gewoon iets verder de gang in. Er zit bijna niemand. Ik moet eerst een hartfilmpje maken en mag dan weer de wachtruimte in, die overigens voortaan ‘ontvangstruimte’ heet volgens het bordje op de muur. Na een klein kwartiertje komt de dokter naar buiten uit kamer 6. ‘Van Son’, zegt ze. Ik vertel haar hoe ik me voel en dat ik het eigenlijk ook niet prettig vind, dat ik alleen moest komen, nu ik het zelf in elk geval niet ‘hoognodig’ vindt om mijn partner mee te laten gaan. Voor de dokter zou het geen probleem zijn geweest, als ze toch was meegekomen… Volgende verrassing… Na 20 minuten consult stond ik weer in de gang, op weg naar het taxi-meetingpoint bij de hoofdingang. Na wachten komt de taxi: de chauffeur met blijkbaar onafscheidelijk mondkapje, komt binnen en noemt onder meer mijn naam. Ik loop mee net als 2 anderen, ook met mondkapje. Ik haal dat van mij ook uit mijn binnenzak. Onverstoorbaar laat de chauffeur met -zo lijkt het- bijna vastgeplakt mondkapje ook de andere passagiers binnen en rijdt ons in het warme busje naar Raamsdonksveer en later moet hij nog naar Waalwijk. “Loop maar voorlangs”, zegt de vriendelijke chauffeur vanachter zijn mondkapje. Hij wacht tot ik binnen ben, verwelkomd door José en Cas, die me laat weten dat hij me gemist heeft. Mijn middagje controle is achter de rug. Opgehaald om kwart voor een, terwijl ik toch duidelijk kwart over 1 had gevraagd, -ik moest er pas kwart over 2 zijn-, thuisgebracht even na vieren na ruim een half uur wachten op de bestelde taxi. Mijn mondkapje heb ik afgedaan, zodra ik uit het busje stapte. Ik kan met zo’n ding niet prettig ademen, maar doe het uiteraard op, als er zo dringend om gevraagd wordt.

Coronabestrijding in Nederland. Zoveel mensen zoveel zinnen. Ze doen het liefst wat ze zelf vinden. En dat virus moet dan maar uit elkaar zien te houden, waar het wel en niet voor besmetting mag zorgen. Zo’n coronavirus heeft het niet zo gemakkelijk…. Onze gemeenteraad vergadert nu in een lagerhuisopstelling. Keurig op anderhalve meter. De burgemeester wijst erop dat de Raad in een glazenhuisje zit. Niet samenscholen voor het gemeentehuis, zo waarschuwt ze. De meesten houden zich daaraan. Ik ben blij dat ik niet in een van de westelijke provincies woon of in een van die grote steden daar, of erger nog, in een studentenstad. Daar zijn ze -zo blijkt- nog veel eigenwijzer. Veel vooral jongeren interesseert het totaal niet. Zij worden toch niet echt ziek. Ze vergeten dan de anderen die zij wel kunnen besmetten. Desinteresse? “Moet kunnen”, de mentaliteit bij velen, anno 2020. Op z’n Nederlands. Gek hé, dat er hier en daar plaatselijke maatregelen nodig zijn om te proberen besmetting in te dammen. Iedereen naait het liefst zijn eigen naad. Oog voor de ander? Als het uitkomt. En dan alleen nog, misschien… Eerst ikke en de rest kan stikken.  

(Bron: familiearchief f. van son).



 

zaterdag 12 september 2020

Over een portugees slabbetje en Youri.

Vrijdag 4 september zullen we niet licht vergeten. Tommy en Nienke kwamen bij ons eten. Ze hadden tijdens de vakantie in Portugal een souvenirtje gekocht voor ons, zeiden ze, en dat wilden ze even komen afgeven. Natuurlijk werd er gelijk ook een etentje aan gekoppeld en José zette weer haar beste beentje voor in de keuken, want zo dikwijls komen zij niet bij ons eten. Het werd een memorabele avond. Dat kan ik je wel vertellen. Het cadeautje werd voor het eten gegeven. Doe maar aan José, zei ik nog. Het was een slabbetje, gekocht in Portugal. Er zat ook een enveloppe bij met foto. Een wel heel bijzondere foto, zo bleek. Een echo. Nienke en Tommy bleken in verwachting. Ze wisten het in Portugal tijdens de vakantie en hadden daar het slabbetje aangeschaft. Ons elfde kleinkind komt eraan. Misschien nog niet verwacht, waar wel gehoopt. We gunden ook Tommy en Nienke graag een kindje en dat komt er nu. Een prachtig lichtpuntje in deze tijd. Als het gaat, zoals de eerste echo aangeeft, dan komt de kleine Van Son ergens eind april volgend jaar. Lang wachten, maar dat hebben we er graag voor over om straks onze jongste telg ook te kunnen vasthouden. Daarmee wordt ons elftal dan echt compleet. Of er ergens nog meer gezinsuitbreiding komt, dat wachten we gewoon af. Ik ben erg dankbaar dat ik al onze kleinkinderen heb kunnen meemaken. Mijn vader was dat niet gegeven. Niemand van onze kinderen, laat staan kleinkinderen, kent Opa of Opi Van Son. Zelfs José heeft hem niet gekend. Ze kennen hem wél van het schilderij dat wij in onze kamer hebben hangen. Opa Cor, zeg ik dan altijd, als er een om vraagt. Ook de vader van José hebben ik en onze kinderen nooit gekend. Ook die was al eerder overleden. Weer een mooie tijd om naar uit te kijken. Hopelijk voelt Nienke zich goed en kan zich samen met Tommy fijn voorbereiden op de komst van hun eerste. In de afgelopen week werd zij overigens al tante. Kan ze zien hoe dat met dat kleintje allemaal gaat. Wat ‘het’ wordt, is nog niet bekend. Dat horen we vanzelf. Maakt ook helemaal niet uit of het een jongetje of meisje wordt. Als het maar gezond is uiteraard. Maar als ik echt mag kiezen, dan hoop ik op een jongetje. Het zou de stamhouder worden, maar nodig is het niet. Man en vrouw zijn gelijk. José en ik zijn gelukkig met elk kleinkind. Weer een gezinsuitbreiding, dat is elke keer weer een genot. Ook nu we er al tien hebben. Voorlopig maar even wachten met een nieuwe foto van ons uitgebreide gezin.

Maar er is nog meer nieuws. Hij heeft er lang op moeten wachten, Te lang. Maar nu eindelijk was het op 5 september 2020 zo ver. De glansrijke voetbalcarrière van Youri is begonnen. Uiteraard onder het toeziend oog van trotse vader Ronald. Het ging om een minitoernooitje bij zijn club RFC in Raamsdonksveer. Je kan aan zijn enthousiasme en ogen zien, hoe serieus onze kleinzoon deze eerste officiële stap op de velden heeft gezet. Hij poseert voor de foto zoals zijn grote held Ronaldo het zou doen. Uiteraard neem ik ook foto’s van dit heuglijke feit mee deze week.

(bron: familiearchief f.van son)