zaterdag 29 februari 2020

Vier op een rij...


We hebben een ietwat vreemd carnaval achter de rug, geregeerd door wind en hier en daar regen. Deze week kregen wij ook vijf kleinkinderen over de vloer. Door het bezoek aan het ziekenhuis in Eindhoven naar tante Regien, konden wij dit jaar niet bij de optochten zijn. Normaal gesproken gaat oma José wel met de een of andere mee. Dat zou dit keer zonder twijfel Oosterhout zijn geweest, omdat in Oosterhout kleindochter Renée mee liep. Toch even een fotootje van fotograaf Renée. We hebben natuurlijk geen foto van de optocht. Zij maakte nepfoto’s van publiek en gaven een keurig nepfotootje af….. Toen we de auto dinsdagavond terugbrachten, vertelde Renée honderd uit. Zoals ik al schreef: er kwamen er deze week vier.
Cas en Sem kwamen donderdag de hele dag. Mama moest werken. Ik zat een deel van de weg ook te werken aan mijn wekelijkse artikelen. In zijn fantasie was ook Cas aan het schrijven voor de Langstraatkrant. Over een verbrand huis en nog wat andere plaatselijke nieuwtjes. Niet te vergeten een belangrijke brief naar kantoor. Sem vond het allemaal prima. Die kwam met een mandarijn aanlopen en bij mij op schoot zitten. Je raadt wel waarom.
Vrijdagmiddag kwam Robyn spelen. Het is haar afgelopen week kennelijk goed bevallen. Haar moeder bracht haar en papa pikte haar na het werk weer op. Zodra Youri er lucht van kreeg, stond ook hij bij oma voor de deur. Uiteraard wisten ze ook dit keer prima waarmee ze wilden spelen, want het was eigenlijk te koud om buiten in de speeltuin aan het werk te gaan.Aan dce aanrecht moest de stand bij het voetballen worden opgetekend.
Dinsdag bezochten José en ik mijn tante Regien. Ze is al behoorlijk op jaren, 90 om precies te zijn. Wij probeerden altijd nog contact met haar te houden. Regien is de weduwe van Jac, lievelingsbroer van mijn moeder uit Heeze. Toen Jac nog leefde, was hij mijn moeders steun en toeverlaat . José en ik zijn diverse malen ook met ons ma naar Heeze gereden, op bezoek bij Jac en sinds het midden van de jaren tachtig ook Regien. Zij bezochten mijn moeder diverse keren per jaar en dat werd bijzonder op prijs gesteld. Ook na de dood van Jac eind 2011. Mijn moeder ervaarde dat contact altijd als erg gezellig. Toen zij overleed, zijn wij naar Regien blijven gaan in Heeze. Tot nu toe dan. De kans is groot, zo merkten we, dat dit een van de laatste keren zal zijn. Haar lichaam is ‘op’, zoals ze dat noemen. Blij dat we toch nog een keer naar haar toe konden, al lag zij nu al in het ziekenhuis. Ik werd gevraagd om tijdens haar komende afscheid van deze wereld, een woordje te doen. Vreemd dat het nu al werd gevraagd op verzoek van haar, maar ik vind het een eer. Maar zo ver is het nog niet.
(Bron: familiearchief f.van son). 






  



zaterdag 22 februari 2020

Spelen en echte service...


Vandaag over Robyn en over service bij genealogisch onderzoek. Want Robyn kwam na lange tijd weer een keertje bij oma José en mij spelen. Nu op zondagmiddag. En natuurlijk bleef ze eten. Er werd geverfd en gespeeld met keukentje, trein en blokken. “Want jij hebt zoveel speelgoed oma”, liet Robyn weten. Uiteraard bleef ze ook eten. Ze mocht meehelpen met het maken van het pannenkoekenbeslag en na het eten was er nog een ijsje. Ik heb maar weer wat fotootjes gemaakt. Weer een gezellige middag dus.
En dan nog een beetje genealogie deze week.
Zoals je weet, heb ik al een tijdje geen eigen auto meer en de bus met overstappen is voor mij niet weggelegd. Ik kan dus nog maar mondjesmaat naar een archief om voor mijn genealogisch onderzoek antwoorden op vragen te vinden. Dat blijkt meestal niet zo’n probleem in de praktijk. Dat dank ik aan die vriendelijke en vooral behulpzame medewerkers van archieven, een abdij en heemkundekringen.
Ik heb er in de afgelopen periode weer enkele staaltjes van echte service mogen meemaken. De heer of mevrouw J.M. Rijkers van het Stadsarchief Breda reageerde in een mum van tijd op mijn vraag over oude adressen. Wat is B-131 bij voorbeeld, als je het met nu vergelijkt. Hij gaf niet enkel antwoord, dacht niet alleen duidelijk mee, maar zocht ook nog -ongevraagd- zelf. Een stukje uit de mail die ik terug kreeg: “Beste meneer van Son, Breda B131 is nu Ginnekenstraat 126. Waarschijnlijk is het dus niet het nummer Breda B131 dat u zoekt maar B131 in de gemeente Ginneken en Bavel. U kunt op onze site deze omnummeringen opzoeken onder Collecties > Adresboeken, huis- en wijknummering. Ik heb even voor u gezocht en kom op de volgende huisnummers: B131 in de voormalige gemeente Ginneken en Bavel is in 1956 de Eikbergseweg 6. B71 (1880) is in 1957 Brigidastraat 14 geworden. B127 (1880) is in 1957 Bolbergseweg 5 geworden”.
En dat was niet de enige hartverwarmende reactie die ik kreeg. Hans van der Zanden van de Bavelse Heemkundekring Paulus van Daesdonck was eveneens bijzonder servicegevoelig. “Uw oud-tante Kaatje woonde in het huisje dat momenteel het lokale parochiecentrum is: Kloosterstraat 1.” Hij ging ook zelf op zoek naar een oude misdienaar om over mijn oud-tante, die kosteres was, navraag te doen. Dat leverde een karaktertrek van de oude kosteres op. “Wij hebben helaas geen bidprentje van Kaatje”, zo liet hij weten. Toen ik hem mailde, dat ik ook de parochie had aangeschreven om een digitaal prentje van de doopinschrijving, mailde hij me, dat hij ook toevallig secretaris van de parochie was. Nog dezelfde dag was hij in het doopregister op zoek gegaan, want ik vond een doopinschrijving van mijn oud-tante in mijn mailbox. En ook uit de chatmogelijkheid bij het regionaal archief in Tilburg, ben ik dankzij een medewerkster weer wijzer geworden. Heerlijk dat er nog zulke mensen zijn, die er een genoegen in scheppen om anderen te helpen en met hen mee te denken. Ik heb er meteen weer een aantal gegevens bij om mijn familieverhaal zo compleet mogelijk te maken. Ze verdienen wat mij betreft een lintje, maar daarvoor zijn ze meestal niet op uit. Hulde daarom aan Hans van der Zanden van de Heemkundekring Paulus van Daesdonck uit Bavel en aan J.M. Rijkers van het Stadsarchief Breda en chatmedewerksters van het regionaal archief Tilburg. Overigens moet ik zeggen, dat ik in de afgelopen jaren dezelfde vriendelijke servicegevoeligheid heb mogen ervaren bij de Heemkring Alpaidis in Hoegaerden, de archivaris van de Abdij van Tongerlo en de mensen van het informatiecentrum in het Belgische stadje Landen. Zouden mensen die met ons erfgoed werken, dan toch een bepaalde roeping hebben? Ik ben er in elk geval blij mee en dankbaar voor.
(Bron: familiearchief f. van son ; stadsarchief Breda ; r.k. doopregister Bavel; Regionaal archief Tilburg; Heemkundekring Paulus van Daesdonck, Bavel)









zaterdag 15 februari 2020

Maar wel gezellig…


Afgelopen weekend kwamen Emma en haar zus Renée een nachtje logeren. Papa en mama gingen een keertje samen uit eten en de dames vonden het leuk om bij oma en opa te zijn. Er moest dus om te beginnen iets gegeten worden vrijdagavond, dat feestelijk is voor de meiden. José had een prima idee “van de plaat”. Zelf stukjes vlees braden, ui-ringetjes, paprika en ander lekkers op de gloeiend hete plaat. Het was een feest en nog lekker ook. Verder is zo’n avondje logeren vooral met de mobieltjes spelen en Emma wilde alvast wel op de vensterbank aan carnavalsdans-voorbereiding doen. Ze kan de liedjes van begin tot eind meezingen. Een echt carnavalsbeest dus, onze oudste kleindochter.
Zaterdagochtend was het toevallig open dag op het Dongemond college, de school waarop ik les heb gegeven. Even een kijkje nemen met de meiden en José. Dat vonden ze wel leuk. Voor mij weer een bezoekje, waarop ik merkte dat de ‘oude garde’ van bekenden zo langzamerhand steeds kleiner wordt. Tegen de middag werden ze weer opgehaald door Bram en Inge. José had nog wat voetbalplaatjes voor Youri. Zijn boek is nu vol.
De week begon maandagochtend met de traditionele fysiotherapie. Elke maandag sinds 2012. Woensdag staat de volgende op het programma.
Dinsdag stond de kapper op het programma. Gezellig met het busje naar Oisterwijk en ’s middags met de echte taxi terug. Leuk hoor die Valys. Terug uit Oisterwijk via Diessen, Gilze en Oosterhout weer naar Raamsdonksveer. Een ritje van half een tot vijf voor twee. Zo zie je nog eens wat. Voordeel is, dat José en ik er nu weer toonbaar uitzien.
Dinsdagavond is José naar de schildersclub geweest en ik had een vergadering van de Ronde Tafel over toegankelijkheid en over de beroemde trompetverbinding van het Platform Raamsdonk.
Woensdag naar de fysio en daarna artikelen schrijven over de onderwerpen van de ‘ronde tafel’ voor het Langstraatje. Uiteraard zoals elke middag een blokje lopen rondom het huis, zo’n 300 meter om in beweging te blijven. Wie weet houdt die steeds weer opkomende spierverkramping het dan ooit eens voor gezien. Ik stap immers ook elke avond voor ik in bed stap nog even op de hometrainer om het allemaal soepel te maken en te houden.
Woensdagavond AZ-NAC gekeken, kwartfinale voor de KNVB-beker. Kijk zo kan je met NOAD snel en goed voetballend, AZ de toegang tot de halve bekerfinale blokkeren. Ik heb genoten, als viel bij ons in Raasdonksveer zo’n minuut of tien voor het einde de electriciteit uit.  Donderdag de hele dag oppassen op onze boef Sem. Cas moest naar school gebracht worden en ook weer gehaald deze keer. Vrijdag heb ik de artikelen geupload naar de drukkerij en tussen de bedrijven door ook nog wat aan stamboomonderzoek gedaan. Vrijdagavond was het weer raak. Meike en Ronald gingen uit eten en natuurlijk wilden Anouk en Youri wel naar oma en opa. Weer iets eten wat door de kleinkinderen als verrassing wordt ervaren. Het werd dit keer -verrassend- weer ‘de plaat’. Anouk en Youri hebben heerlijk zitten smullen. José had prima gezorgd en mocht na afloop even genieten van haar zelf gezette kopje koffie. Toen brachten wij de kinderen weer naar huis. Ze bleven niet slapen, maar Youri kon amper zijn ogen open houden en sliep al bij ons op de bank. Eenmaal bij hen thuis kwamen papa en mama eigenlijk best al vroeger terug dan we gedacht hadden. Na nog een glas fris voor mij en voor José een wijntje, gingen wij ook weer naar huis. Eigenlijk niet zo gek, dat we zo af en toe ’s avonds moe zijn. Zeg maar eens dat wij het niet druk hebben. Maar het is wel gezellig.
(Bron: familiearchief f.van son)