zaterdag 30 maart 2019

Rommelen met de tijd...

Vannacht is het weer zo ver. Dan gaan we weer van de winter- naar de zomertijd. Hoe is het ook weer? Gaat de klok dan een uur voor- of achteruit? Vooruit toch! In de onvolprezen nieuwsbrief van Historiek kon ik deze keer alles lezen over de zomer- en wintertijd. Hoe lang verzetten we de klok eigenlijk al en waarom bij voorbeeld.  Ik wil je graag even bijpraten en alvast de tip meegeven om je ook te abonneren op de nieuwsbrief van historiek.net. Echt de moeite waard.
Ik lees dat we de zomer- en wintertijd zoals we die nu kennen, pas sinds 1977 hebben. Daarvoor hoefde niet jarenlang, jaar na jaar de klok voor- of achteruit. Geen baby’s en huisdieren, die moesten wennen aan het andere uurritme. 
Volgens Historiek.net was het waarschijnlijk Benjamin Franklin, die zowat de hele achttiende eeuw leefde, die als eerste het voorstel deed om serieus na te denken over hoe er beter met het gebruik van daglicht kon worden omgegaan. Al in 1784 schreef hij het satirische artikel “An Economical Project for Diminishing the Cost of Light”. Hij schreef dat hij op een dag om zes uur ´s ochtends wakker geworden was, naar buiten had gekeken en gezien had dat de zon al op was. Bovendien constateerde hij dat de zon op dat vroege uur ook al licht gaf. Verspilling, meende Franklin, die stelde dat mensen ontzettend veel kaarsen en geld konden besparen als ze in de zomer een paar uur ‘eerder’ zouden leven. Zijn artikel was vooral humoristisch bedoeld. Alles bleef verder bij het oude. Het eerste plan voor zomer- en wintertijd was dat van de Brit William Willet in 1907. Hij wilde de klok in de lente op vier opeenvolgende zondagen steeds twintig minuten vooruit te zetten. Op zondagen in september zou de klok dan weer steeds twintig minuten teruggezet moeten worden. Het bleef weer bij een plan. Maar het waren kennelijk de Duitsers die tijdens de Eerste Wereldoorlog de zomertijd invoerden. De oorlog was duur en om kolen te besparen, werd op 30 april om één uur voor middernacht zomertijd ingevoerd. Ook in bezet België en Frankrijk. Wij volgden een dag later. Engeland deed er 3 weken over om ook mee te doen.  
In de jaren tussen de beide wereldoorlogen was er geen zomer- en wintertijd, maar in de Tweede Wereldoorlog dwong Duitsland ons om van de Amsterdamse Tijd over te stappen naar de Midden-Europese Tijd. De klok moest één uur en veertig minuten vooruit, zodat het in Nederland even laat zou zijn als in Duitsland.
In 1946 werd de zomertijd afgeschaft en pas in 1977 werden zomer- en wintertijd weer ingevoerd. Oorzaak was de oliecrisis. Door in de zomer langer gebruik te maken van het zonlicht, zou er energie bespaard worden, zo luidde de reden. Sindsdien bleef het zo. Wie weet er nog precies hoe laat het echt is?
Wie weet wordt vannacht een van de laatste keren, dat we de klok verzetten. In Europa is men begonnen om na te denken over welke tijd men voortaan zal kiezen. Zal waarschijnlijk nog wel een paar jaar duren, voordat de lidstaten op één lijn komen; of wordt Europa een lappendeken van tijdzones?
(Bron: Historiek.net:  https://historiek.net/zomertijd-waarom-en-sinds-wanneer/6085/?utm_source=mailpoet&utm_medium=email&utm_campaign=nbrief-wk13-2019).


zaterdag 23 maart 2019

Verdrietige week.


De afgelopen week was een verdrietige. Op dinsdag 19 maart zou mijn moeder 95 zijn geworden. We mochten haar erg lang bij ons houden, totdat zij op 22 mei 2015 overleed. Ik heb de foto van haar 90e verjaardag even uit ons familiearchief gehaald. Op donderdag 21 maart dachten we uiteraard terug aan ons tiende kleinkind, Juna Elynn, die het niet mocht halen. Onze gedachten waren weer even speciaal bij Pieter en Tara, de jongens en Robyn. Wat hadden ze graag hun dochter en zusje in de armen willen sluiten. Vreemd toch, dat die emoties zo sterk blijven. Ik heb vorig jaar gezegd dat er eeuwig op internet een lichtje blijft branden voor ons lieve jonge vlindertje. Dat brandt niet enkel op internet, maar ook in ons hart. Juna Elynn blijft ons tiende kleinkind, ook al mochten we maar even vanaf een afstand met haar kennis maken. Die brandende plek slijt nooit.
Ik voel me wat minder stabiel dan anders. Ik maak me echt zorgen over mijn gezondheid. Ik ben donderdag weer bloed gaan laten prikken om te kijken hoe mijn nieren reageren op de verandering van mijn dagelijkse medicatie en of mijn bloedbeeld verdere veranderingen doormaakt. Het wordt gelukkig allemaal goed gemonitord door mijn cardioloog. Hopelijk kunnen mijn gezondheidsproblemen ook echt aangepakt worden. De nierfunctie was stabiel gebleven.
Ik ben niet de enige in onze familie die niet gezond is. Ik weet dat Pieter, Cas en ook zijn broertje Sem ziek zijn. Ook hun papa voelt zich allerminst lekker. Het heerst, denk ik. Het moet maar snel echt voorjaar worden. Vrijdagmiddag liep het weer fout. Ik voelde met niet lekker en lag al snel op bed. Overgeven en diarree. Weer een terugslag. Waar die vandaan komt, dat snep ik echt niet.
Gelukkig heb ik in het begin van de week toch ook een paar uurtjes weer aan mijn stamboom en familiegeschiedenis kunnen werken. Ik heb de periode van mijn vader en moeder aan het papier toevertrouwd. Gelukkig heb ik heel veel mooie foto’s van fijne en minder fijne momenten in ons archief bewaard.
(Bron: familiearchief f.van son).





zaterdag 16 maart 2019

Over "trubbelig" gesproken

Ik hoefde deze week niet naar de Efteling om in een achtbaan terecht te komen. Een raadsvergadering op maandagavond, controlebezoek aan de cardioloog op dinsdag en meteen een bloedonderzoek en opvragen van long-scans van mij uit het Antoniusziekenhuis in Nieuwegein. Woensdag mochten we weer een dagje op Cas en Sem passen en donderdag maakten José en ik een ‘wereldreis’ met de Valys naar tante Regien in Heeze. Diezelfde dag kreeg ik telefonisch de uitslag tijdens contact met de cardioloog over het bloedonderzoek en werden veranderingen afgesproken in mijn medicijnen. Vrijdagochtend weer naar de fysio en daarna artikelen voor de Langstraat maken voor mijn pagina ‘Bestuur en politiek’. Meteen daarna heb ik ook de huisarts gebeld voor een nieuwe bloedprikactie over een week, om te kijken hoe mijn nieren op de nieuwe medicijnen gaan reageren. Vrijdag waren ook Youri en Anouk bij ons omdat er gestaakt wordt op school. Gezellig dus! Pa en Ma moesten werken, dus dan moet ‘stand-in’ oma opdraven. ’s Middags op die vrijdag heb ik even een uurtje gerust op bed en dan is het ineens weer zaterdag. Niet denderend geslapen deze week. Wat mij vooral bezighoudt: mijn bloedbeeld is niet in orde. Naar de reden blijft het voorlopig nog even gissen maar vooral zoeken. Voor mij reden genoeg om me al druk te maken. Zo zit ik nou eenmaal in elkaar. Ik hoop er maar het beste van. Kan er eigenlijk toch zelf niets aan veranderen. Gelukkig was mijn cholesterolgehalte erg laag. Maar igenlijk wist ik al dat José elke dag weer voor een goede, verse en gezonde pot eten zorgt. Dus dat was niet nieuw. José is ook nu weer mijn steun en onderzoek. Daarnaast leef ik ook zowat als een monnik. Nauwelijks alcohol, al ruim dertig jaar niet roken, regelmatig leven en rust nemen en op tijd naar bed. Maar dat blijkt niet altijd een garantie.
Er is deze week dus niet zo veel terecht gekomen van mijn andere hobby, het stamboomonderzoek en de geschiedenis van onze familie. Aleen een uurtje maandagochtend bezig geweest met de Giselberten en de Bacs uit de twaalfde en dertiende eeuw. Ik vind daar nog steeds veel plezier in. Druk bezig aan mijn nieuwe boek over dat onderwerp.
’s Middags heb ik deze week tussen de bedrijven door op de bank de ritten van de nog prille wielerseizoen in de Tirreno-Adriatico en Parijs-Nice bekeken. Fijne afwisseling. Ik heb niet zo veel meer te vertellen deze week. Dus laat ik het hier maar bij. Het is weer weekend. Op naar weer een nieuwe week. Kijken wat die gaat brengen.
(Bron: familiearchief f.van son)