zaterdag 8 februari 2025

Een heel leven geleden…

Afgelopen dinsdag was het weer 4 februari. De dag waarop ik mijn vader verloor in 1972. Nu 53 jaar geleden. Op een jaar na net zo oud als mijn vader toen was. Nog altijd een open wond voor mij, die vierde februari. Collega’s vonden hem toen rond half twaalf zittend tegen een muurtje in een loods. Hij was toen al overleden aan ‘een kransslagaderbreuk’, zoals ze dat toen noemden. Hij was pas 54. Ik -de oudste in het gezin- was nog 20. Ons leven veranderde als een donderslag bij heldere hemel.

Herinnering

Ik schreef vorige week in het weekendbericht, dat ik dit keer weer even in mijn familiegeschiedenis zou duiken. Wat was mijn vader voor een man. Ik moet daarvoor terug in mijn herinnering, want ik kan het niemand meer vragen, mijn moeder overleed in 2015, mijn broer Marco, in 2023 en mijn zusjes Lieke en  Marianne,  respectievelijk op 5 oktober 1978 en 10 april 2008.

 

Boosheid

Zijn overlijden kan dan wel 53 jaar geleden zijn, zo jong als hij was, toen hij plotseling stierf, maar die dag is nog steeds strak in mijn herinnering. Ik zat toen op school in Tilburg. Op het Mollerinstituut van de nieuwe leergangen; je zou dat als voorloper van Fontys kunnen zien.  Ik studeerde er Nederlands en Geschiedenis M.O. Dagelijks met de trein naar Tilburg, nadat ik mijn fiets had gestald in een stalling aan de Spoorstraat in Breda. Ik was zo rond een uur of twee thuis die dag en vond er een briefje op tafel. Mijn moeder was er niet en dat was vreemd.

“Papa is niet goed geworden”, zo had mijn moeder geschreven. Ik verstijfde. Mijn vader was iets overkomen. Wij hadden nog geen telefoon, daarvoor moest ik naar mijn vriend John Jacobs, op de hoek van de straat. De kleine bazar heette het winkeltje van zijn ouders. Ik ging daar naar toe en belde er een zus van mijn moeder, waar zij naar toe ging als er iets te melden was of als ze dat nodig had. Daar was mama. Mijn tante vroeg me om langs te komen. Dat deed ik onmiddellijk. Daar aangekomen deed mama de deur open. ”we moeten het voortaan samen alleen doen”, waren haar eerste woorden. Toen wist ik al genoeg. Ik werd bijgepraat en voelde steeds meer boosheid en een doof gevoel bij mij opkomen. Waarom mijn vader, waarom hij. De boosheid bleef lang. We moesten alleen verder. Ik stopte met de studie en ging werken. Eerst als medewerker bij het katholiek instituut voor maatschappelijk welzijn in de dokter van Mierlostraat. Maar dat vond ik een hel. De teksten die ik moest uittypen rammelden aan alle kanten en de Nederlandse taal wel veel geweld aangedaan. Ik wilde zelf schrijven en werd correspondent van de stadsredactie van Dagblad De Stem. Toen nog een regionale krant bij overtuiging. Maar terug naar mijn vader.

Rustig 

Mijn vader was een rustige man die graag op de achtergrond bleef. Een man van weinig woorden, maar als hij iets zei, dan was het raak. Hij had humor; was een harde werker en een prima vader. Een heel sportieve vader ook. Hij heeft zelf gevoetbald onder meer bij NAC. Een vond nog een elftalfoto uit 1936. Hij staat tweede van links. De foto is later ingekleurd. Ons Pa ging vaak naar thuiswedstrijden van NAC. Ik ging met hem mee. Stil stond hij dan op de staantribune in het oude stadion aan de Beatrixstraat het spel te volgen en meestal zorgde hij ervoor, dat ik een plaatsje vond op het bankje dat net buiten het hek om het veld stond. Als mijn broer en zusjes en mijn moeder bij ons in de achtertuin zaten, dan kon je aan het gejuich horen of NAC, of de tegenstander had gescoord. Later had mijn Pa het meeste plezier bij het volgen van de voetbalwedstrijden op zondagmiddag met mijn draagbare Clarville Radio aan zijn oor. Maar het was niet enkel voetballen. Zowel op de radio, als toen we eenmaal tv hadden, volgde hij het schaatsen (schreef zelfs de rondetijden mee), wielrennen, atletiek en alle mogelijke andere sporten. Dat was zijn lust en zijn leven. Maar dat ging niet ten kosten van ons gezin. We fietsten met het hele gezin naar van alles en nog was en niet enkel naar wielerwedstrijden op zondag, zoals bij voorbeeld  Hart van Gilze, Bavels Spektakel, Ronde van de Molen en andere criteriums. Ik heb mijn Pa twee keer een groot plezier kunnen doen. Ik kocht van mijn eigen geld tickets voor pa en mij voor een busreis bij De Pelikaan naar de wereldkampioenschappen wielrennen in Zolder-Terlaemen in België en bij Heerlen-Terwinselen. We genoten. Ik kan me nog herinneren dat het verschrikkelijk warm was in Zolder. De kranten plakten aan het asfalt. De drank was in de loop van de dag op en er werd voor liefst een gulden een glas water verkocht.

Bij mijn onderzoek naar wat mijn pa meemaakte, kwam ook de oorlog voorbij. Hij viel eens in een put bij het Capelse Veer, waar zij de Duitsers probeerden tegen te houden. Hij heeft er de rest van zijn leven toch af en toe last van gehouden. Ook moest hij in kamp Vught landverraders bewaken. Mijn vader zelf sprak nooit over de oorlog en wij vroegen hem dus ook niets.

Veel te vroeg 

Ik verloor mijn vader veel te vroeg. Maar daar wordt niet om gevraagd. Ik denk vaak aan hem terug en vraag me dan af hoe hij bepaalde dingen zou hebben opgelost. Elk jaar op 4 februari en op zijn geboortedag 26 oktober sta ik extra stil bij mijn vader. Ik kon en kan hem niet missen, geen dag. Ik had hem nog zo veel willen vragen; nog zo veel met hem willen doen. Mijn vrouw José en geen van onze kinderen hebben opa gekend. Dat vind ik jammer. Ook zij hadden de kans moeten hebben zo’n fijne man te kennen, die zeker een fijne opa zou zijn geweest. Daarvan ben ik overtuigd. Hoe ouder ik wordt, hoe meer ik op hem probeer te lijken. Maar dat valt niet mee. Die rust zit er bij mij veel te weinig in helaas.

We hebben dinsdag een ritje gemaakt naar zee. Dat doen we graag, als we het nodig hebben en willen uitwaaien en even niets aan ons hoofd willen hebben. Het was somber weer die dinsdag.

(Bron: familiearchief f. van son) 



 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten