zaterdag 20 mei 2023

Stamboomtrip en eters....

Woensdag stond er weer een op het programma. Een stamboomtrip. Een ritje naar de voorouders als het ware. We trokken woensdag naar ‘Brabant Wallon’ of Waals Brabant zoals je wil. In het kader van mijn onderzoek naar in dit geval onze voorvaderen van de familie van Jauche brachten José en ik een bezoek aan Jauchelette aan onder meer de gerestaureerde gebouwen van de Abdij van La Ramée. We liepen zelfs nog de koper van de toenmalige ruïne tegen het lijf. Het was een frans sprekende Antwerpenaar, zoals hij zelf aangaf. Het liet ons weten, dat het complex tegenwoordig vooral wordt gebruikt voor al of niet meerdaagse seminars en andere bijeenkomsten. De oude enorme tiendschuur uit 1722 is in gebruik voor recepties en dergelijke.  in 2002 werd La Ramée erkend als belangrijkste monument van Wallonië. De geschiedenis van La Ramée gaat terug naar omstreeks 1215. Toen stichtte de orde uit Cîteaux in het stroomgebied van de Grote Gete, en meer bepaald in Jauchelette, ten zuiden van Jodoigne, een abdij voor slotzusters. Daarmee sloten de cisterciënzers zich aan bij een praktijk die zich in de XIIde en XIIIde eeuw daar afspeelde. De nederzetting kreeg de naam La Ramée (Rameia). De cisterciënzers hielden zich vijfhonderd vijftig jaar lang in deze streek op en drukten hun stempel op het plaatselijke spirituele leven, de landbouw en de architectuur.

Al eerder

We brachten ook een bezoek aan Beauvechain en trokken naar Orbais en Jauche. Ook zochten en vonden we Wahanges, waar de ferme de Wahanges lag. Dat was alles wat ervan over was. De Sint Nicolaaskerk en het dorp zijn zowat verdwenen. In die Nicolaaskerk zou een lid van de familie De Jauche begraven liggen, een voorouder. Maar van die kerk dus geen spoor. Wel een Nicolaaskapel, maar die was ondergebracht in de Ferme de Wahange. Helaas dat was ‘private’ en dus niet toegankelijk. De ferme d’agbiermont in Nodebais of Nodebeke was niet erg de moeite waard, maar in Nodebais keken we al eerder rond. De wielerwedstrijd Parijs-Roubaix zou wel een omweg kunnen nemen langs dit gebied. Smalle weggetjes met erbarmelijk gelegde kinderkopkes zouden zelfs de renners tot wanhoop hebben gedreven.

Kansloos

In dat deel van Wallonië hebben ze het kennelijk niet zo op terrasjes of restaurantjes. We vonden er niet één die open was om een kop koffie te drinken of te lunchen. Gelukkig had José een timp, een worstenbroodje en eierkoek meegenomen. En zelfs een thermosfles thee en uiteraard water. Zij zorgt er wel voor, dat we niet omkomen van honger en dorst. Het was een ritje met gelukkig mooi zonnig en af en toe bewolkt weer. Prachtig is dat gebied toch. Glooiend zo ver je kijken kan, veel groen en vooral weinig koeien. Als we er hier teveel hebben, kunnen we die misschien daar wel stallen. Terug naar huis was weer minder. We kwamen in een lange file terecht. Via een afslag naar Herentals konden we binnendoor toch nog even naar Brecht om te tanken. Nog steeds qua prijs zeer de moeite waard. Wat dacht je van 1.59,9 ’s morgens toen we de tank vol gooiden en ’s avonds toen we nog even bijtankten was de prijs 1.61,2.

Intussen

Intussen lijk ik langzaam uit de diepe put van medische ellende en corona te kruipen. Het gaat veel te langzaam naar mijn zin, maar er zit verbetering in, al is het de ene dag beter dan de andere. Op Hemelvaartsdag zijn we lekker thuis gebleven en gisteren kwam Luuk ons verblijden. Hij lacht en is altijd gelukkig. Heerlijk zo’n jongste kleinkind. We hadden naast Luuk nog een eter vrijdag. Youri kwam. Zijn ouders waren zoveel jaar getrouwd en gingen uit eten. Gehaktballetjes met spercieboontjes en gekookte aardappelen, leek hem wel wat. Het was gezellig. Ik sta trouwens ook te kijken van Luuk. Die lust, zo klein als hij is toch ook al graag al een boterham met pindakaas. Maar hij is en blijft een echte boef. Wetend wat hij niet mag, kijkt hij je schalks aan om het alsnog toch te doen. Daar krijgen we nog een en ander mee te stellen…. Hij kijkt je dan weer aan en geeft een ‘luchtkusje’, door met geluid zijn lipjes te tuiten. De bandiet!

(Bron: familiearchief f. van Son).

 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten