zaterdag 12 juli 2014

Oma zag het vliegen !

Ik heb natuurlijk 2 oma’s gehad. Oma van Son, Leentje Kools dus en Oma Hollanders, Cornelia Aerts, de moeder van mijn moeder. Oma van moederskant heeft het zien vliegen!
De eerste vlucht van een vliegtuig vanaf Nederlandse bodem. 1909 was het. Zij was net 10 jaar! Dat moet een indruk achtergelaten hebben. Aan de Ettenseweg in Rijsbergen staat nog een gedenkteken met de tekst “Ter blijvende herinnering aan de eerste vluchten in Nederland per vliegmachine tgv het 40 jarig bestaan in 1909 van de suikerfabriek VD H.H. Heerma van Voss te Leur”. Op 27 juni 1909 werd er in Nederland voor het eerst met een motorvliegtuig gevlogen. 
Suikerfabrikant Heerma van Voss en Etten-Leur had de primeur. Op het vliegterrein was door de organisatie een grote loods gebouwd waarin het toestel gemonteerd kon worden. Journalisten die mee mochten met het transport vanaf het station van Etten naar het vliegterrein, beschrijven wat zij daar te zien kregen.
Het Dagblad van Noord-Brabant schreef:“We behoeven dus niet meer te twijfelen; er zal gevlogen worden te Leur. Toen we gisteren morgen het telegram van den heer Heerma v. Voss ontvingen dat het toestel was aangekomen met ingenieurs en werklieden, maakten we ons spoedig gereed om naar`t vliegterrein te gaan. Toen we kwamen aan de loods waarin het vliegtoestel is ondergebracht, waren ingenieurs en werklieden juist naar`t station Etten vertrokken, om nog eenige kisten te halen, waarin nog onderdeelen der vliegmachine waren verpakt. Erg veel konden we dus gisteren nog niet over het toestel zelf schrijven. We gaven echter gisteren middag den moed niet op en zochten zoolang tot we de menschen gevonden hadden, die in staat waren ons alle mogelijke inlichtingen te geven. Tegen vier uur troffen we in hotel Roels den heer M. de Hondt. We maakten kennis met hem en al dadelijk deelde hij ons mede dat hij als impressario, met zijn collega de heer Schuurman, met wien we eveneens kennis maakten, de leiding der vliegproeven zoowel te Leur, als later in den Haag en wellicht nog op andere plaatsen in handen heeft. Wat nu `t toestel betreft, daarover vertelde de heer de Hondt ons allereerst, dat het bij de verzending uit Juvisy bij Parijs zoo min mogelijk uit elkaar genomen was. De verschillende deelen, benevens de noodige werktuigen en gereedschappen, zijn in stevige kisten verpakt, die zoo'n grooten omvang hebben, dat niet minder dan drie wagons noodig waren om ze van Parijs naar Etten-Leur te vervoeren. Men kan dus begrijpen dat de transportkosten niet gering zijn geweest, 1700 francs had `t vervoer gekost, werd ons verzekerd. “En arrière, en arrière", riepen de werklieden en de mensen werden achteruit gedrongen. De Lambert sloeg de kleppen van zijn pet om het hoofd en wierp nog een vluchtige blik op de machine, om te zien of alles in orde was. Lefebvre en een andere assistent stonden klaar bij de schroeven. Alles is stil, er waren er onder het publiek, die het hoofd ontblooten, die even heel ernstig kijken. Om 8.23 uur gaf De Lambert het teken voor de opstijging. Lefebvre greep een van de schroefbladen, draaide deze in het rond om de motor op gang te helpen. De schroeven sloegen een keer in de rondte en... stopten direct. Pseudo-deskundige omstanders zeiden gevat: "Het ding is verregend. Lefebvre draaide nogmaals en toen ging het goed."Dan opeens ratelden de luchtschroeven haar ontzaglijke vaart." Lefebvre greep het touw, waarmee hij het valgewicht kon bedienen. De Lambert zat in het toestel, onbeweeglijk, de ogen recht vooruit. Een honderdtal genodigden, met Heerma van Voss in het midden, stond in de regen en in hevige spanning te wachten op het grote moment. Lefebvre spande het touw, er volgde een haast onmerkbaar knikje van De Lambert en toen raasde het toestel langs de rail.
"Slechts een helper aan weerszijden is even behulpzaam hij bet begin der voortbeweging, enkel over ongeveer een meter lengte. Wij zien het valgewicht omlaag gaan en voort snelt het toestel over de rail. Nog voor het einde daarvan verheft het zich, en ... majestueus gaat machine met bestuurder het luchtruim in!" (het is 20.25 uur. fvs)."Dat oogenblik vergeten we nooit. In stomme bewondering stonden we het wonder aan te zien. Zolang het toestel de rail hield, die enkele seconden maar, zag je iets snels gebeuren, iets gewaagds, maar de sensatie van het buitengewone kwam pas, toen die magere, lange Franschman daar los van de aarde met zijn toestel de lucht in werd gegooid en zweven bleef, hooger steeg, alle wetten van de zwaartekracht ten spijt. Toen riepen we hoera, wij en allen, die rondom stonden..."De Lambert vloog met zijne machine over de rails, vervolgens over een afstand van een 40 M. een paar meters boven den grond, en verhief zich in eene sierlijke boog tot op 20 M. boven de heide, en verwijderde zich snel op die hoogte, onder het donderend gejuich en gebrul en geschreeuw van het publiek, dat het onverhoopte, nog nooit geziene, werkelijk zag gebeuren."Een groots ogenblik dus. In de regen. Over de exacte tijd zijn de meningen verdeeld, maar het was tussen 8.23 en 8.30 uur. De aanwezigen juichten spontaan en hartelijk, zwaaiden met zakdoeken. Heerma van Voss werd de hand gedrukt en gecomplimenteerd. De Lambert vloog eerst enkele honderden meters rechtuit en begon daarna aan een cirkel met een straal van circa 500 meter om het terrein. Soms vloog hij iets lager, soms iets hoger."Het toestel steeg, terwijl de regen lustig neerstriemde tot op een hoogte van 10-15 M. en zweefde, een immense vogel gelijk, regelmatig en statig door de lucht; vervolgens beschreef het een wijden cirkel links om, vloog over de menschenmenigte, die echter tot een aantal van 500 a 1000 gedaald was, maar graaf De Lambert hartelijk toejuichte, zwenkte boven over de hangar heen en zette in zeer snelle vaart, terwijl de motor lustig snorde, den tocht in westelijke richting voort." Even verdween het toestel achter een paar hoge bomen, toen werd het weer zichtbaar. Het was een indrukwekkend gezicht. "Het was een prachtig schouwspel, doch het meeste pakte mij het meesterschap van den aviateur over zijn toestel. Wanneer het waar is, wat een Italiaansche luchtschipper beweert, dat men vliegen met een machine zwaarder dan de lucht, niet kan leeren zonder een zesde zintuig, dan schijnt Graaf De Lambert dat vogelenzintuig te bezitten, want de zekerheid en de kalmte, waarmede deze aviateur zijn aeroplane bestuurde, was natuur geworden. Met een grooten boog keerde de "rara-avis" weer terug."
Het toestel vloog over de hoofden van de juichende aanwezigen en verdween in westelijke richting. De vlucht had ruim 3.5 minuut geduurd. De vliegenier die tijdens zijn vlucht al twee keer een ander motorgeluid had opgemerkt, had bij de derde keer besloten te landen. De regen, vertelde hij kalm, was in de magneet gekomen, die de elektrische stroom ontsteekt, welke de motor voedt. En het water had den boel bedorven. Toen hij hoorde dat de motor begon te weigeren en de schroeven hun vaart verminderden, was hij gaan uitzien naar een gunstige gelegenheid om te landen. Hij had nog wel een eind kunnen zweven, maar hij was maar geland, toen hij een mooi vlak stuk hei onder zich had. Het toestel werd in het duister teruggebracht naar de loods, over de heide, door greppels en kuilen.  In de krant van 27 juni 1909 was het volgende weerbericht te lezen voor de dag dat de vlucht van Graaf De Lambert in Etten gepland stond: 27 juni 1909 Weerbericht in een avondblad van zaterdag 26 juni 1909: "Verwachting tot morgenavond: Meest matige zuidwestelijke tot noordwestelijke wind, zwaar bewolkt, weinig of geen regen, zelfde temperatuur." 
Bronnen: Zaterdag 26 juni 1909 Dagblad van Noord-Brabant.

Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~lle0232/site/gescheerstev.html


Geen opmerkingen:

Een reactie posten