zaterdag 7 juni 2014

Een klein, tevreden, mager manneke.

Ik heb ze in mijn familiearchief; de pasfoto van mijn opa Jan van Son en mijn oma Leentje Kools. Namen hebben nu dus een gezicht. Mijn opa heb ik als baby en peuter meegemaakt, voordat hij in 1953 stierf. Oma niet. Die overleed al in 1942 na een val van de trap. Opa speelde met mij, terwijl hij op me paste. Achter in de tuin bij voorbeeld, als ik op zijn schouders mocht zitten. 
Mijn voorouders krijgen dus een gezicht, anders dan op de beelden en schilderijen die vroeger werden gemaakt van mijn al dan niet illustere voorouders, met slechts één doel: zo goed mogelijk eruit laten zien!
Wij woonden toen ik werd geboren op het adres Ginnekenweg 65 in Breda. Daar was ons winkeltje voor groenten en fruit en niet te vergeten de aardappelen van leverancier Vermunt. Daar ben ik niet gbeboren. Dat kan wat moelijk met een winkeltje aan huis. Ik werd dus geboren in het Moederheil aan de Valkenierslaan in Breda. 
Terug naar Jan van Son. Wat kan ik over hem vertellen. Jan was een “klein, mager manneke”, zo weet mijn moeder te vertellen. Leentje Kools heeft zij net als ik ook helaas nooit gekend. Jan van Son wel. Voordat in 1957 de AOW-wetgeving tot stand kwam, die ouden van dagen een gegarandeerd basisinkomen gaf, waren in de praktijk de kinderen verantwoordelijk voor het levensonderhoud van hun ouders. Dat betekende in veruit de meeste gevallen, dat ouders bij een van hun zoons of dochters gingen, of bleven wonen. 
Leentje was in 1942 overleden. Maar Jan van Son bleef wonen bij zijn jongste zoon, mijn vader, achter de winkel aan de Ginnekenweg 65 in Breda.  Mijn ouders zorgden dus voor opa. Hij was volgens mijn moeder “tevreden en dankbaar. Klein en mager, altijd vroeg uit de veren en steeds rustig op de achtergrond. Hij was het beste op zijn gemak als je hem met rust liet”. 
Opa bracht op z’n oude dag de dag door met onder meer het schoonmaken van de andijvie die in het kleine buurtwinkeltje door mijn moeder aan de man werd gebracht of door mijn vader met de bakfiets bij de klanten aan huis. Koopwaar moest er fris uitzien. Dat was immers ook al zo toen Jan van Son samen met zijn vrouw Leentje Kools de winkel dreef. Genoeg voor vandaag.
Op onze winkel kom ik in het volgende bericht terug. 
Illustraties: Jan van Son (1953) en zijn vrouw Leentje Kools (1942).
(Bron: familiearchief f.van son).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten