zondag 23 maart 2014

Als de spiegel werd omgedraaid

Antonis en zijn vrouw moesten liefst 4 kinderen kort na de geboorte begraven. Nu kun je zeggen: ‘dood hoort bij het leven’. Maar wij vinden nog steeds, dat ouders hun kinderen niet zouden moeten overleven. De praktijk is anders. Mensen zijn altijd al bang geweest voor de dood. Dat blijkt uit diverse oude gebruiken. Zo werd als iemand stierf, de klok stilgezet en werd de spiegel omgekeerd of bedekt. Ook eventuele luiken voor de ramen of gordijnen werden gesloten. Buiten het sterfhuis kon je ook zien dat er gerouwd werd. Er werden vaak strobosjes met een zwart lint eromheen op de stoep tegen de deurpost of op de boerderij bij het hek gezet. Vroeger was het gebruikelijk de dode in doeken te wikkelen en zo te begraven. Aan het lijk werd geen aandacht geschonken. Het was niet meer van belang, het ging om de ziel. Dat had de kerk er al vaak ingepompt. Vroeger hadden de buren een speciale taak bij de dood van een buurtbewoner. Zo waren de 8 naaste buren verplicht om hulp te bieden bij een sterfgeval. De buren moesten bij voorbeeld ‘aanzeggen’. Dat wil zeggen, dat ze de buurt moesten gaan vertellen, wie er dood was. Ook moesten ze de dode naar het graf dragen en het begrafenismaal verzorgen. 
Tussen ongeveer 1680 en 1800 woonden onze voorouders in Gilze. Daar werd bij de voordeur een lantaarn met een kaarsje aangebracht. Antonis van Son en Jennemie Nooten moesten het 4 keer meemaken. De dood van een kind. Als in Gilze een kind stierf, dan werd de lantaarn met een papieren slinger versierd. De lantaarn bleef hangen tot en met de H. Mis. Begrafenis en koffietafel werden door de buren verzorgd. De luiken van het huis werden gesloten tot na de begrafenis. Bij de begrafenis droegen echtgenoot of echtgenote zwart, de kinderen ook zwart. Kleinkinderen waren in grijs gekleed. Iedereen droeg zwarte kousen en schoenen. De rouwkleding werd lang gedragen; liefst gedurende een jaar en zes weken. De kist werd met paard en wagen vervoerd. De familie ging te voet. Voorop gingen de heren: grootvader en zoon. Daarachter de dames: echtgenote en dochter en alle buren liepen mee in de stoet.
Nu we het toch al een tijdje over dood hebben: binnen de familie Van Son was 1802 nu niet direct een jaar om in te lijsten. In maart en april kreeg de familie te maken met 2 sterfgevallen. Op 6 maart stierf Anthonis, de man van Jennemie Noten en eind april ook nog zijn vader, Anthonij van Son, de man van Pieternel Raus.
(Bron: 
Begraafregister Gilze ; J. v. Dongen-Hendrickx, Gilze en http://www.bndestem.nl/regio/oosterhout/gebruiken-rond-dood-en-rouw-1.499295http://www.huibminderhoud.nl). 
Illustratie: inschrijvingen in het begraafregister van Gilze. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten