Ik begin mijn weekendbericht deze week even met een paar fotootjes van onze kleinzoon Luuk, die weer helemaal opgeknapt lijkt. Die had je nog van mij tegoed. Ook niet onbelangrijk: ik heb mijn icd laten uitzetten. Emotioneel maar goed moment.
Maar ik wil het dit keer over iets anders hebben.Afgelopen dinsdag kwam mijn ernstig zieke broer midden in zijn immuuntherapie, samen met zijn vrouw Dineke opgewekt en positief bij ons op visite. Hij voelde zich gelukkig goed. Hij had ook naast wat foto’s en andere gegevens over en van mijn zus en mijn moeder ook een alleraardigst boekje meegebracht, dat hij gekregen had. Het was het boekje uit 1919 met onder meer ‘een korte onderrichting over het huwelijk’. Het was het R.K trouwboekje van mijn opa en oma van moederskant. Uiteraard waren ook alle kinderen er met de hand in bijgeschreven. We wisten al dat de kerk de vrouw wat apart bekeek. Ze moest onderdanig zijn aan haar man. Zou dat komen omdat ze volgens het oeroude sprookje uit de rib van de man was geknutseld?
Veranderd
Als je die tekst leest, dan merk je hoe de tijd is veranderd van een godvrezende, door de kerk dom gehouden generatie, naar nu.
“Het doel van het huwelijk is voornamelijk voor God kinderen voort te brengen en christelijk op te voeden’, zo staat er onder meer en ook een aantal regels die duidelijk maken wanneer een huwelijk wél en niet geldig is. Tussen twee geloven is pas geldig als het huwelijk voor de pastoor gesloten is, bij voorbeeld. Ik heb dat meeegemaakt, toen mijn broer trouwde.
Bij ‘de plichten der echtgenooten jegens elkander’ bemoeit de kerk zich wel heel erg sterk met het huwelijk. Bij voorbeeld: ”bij het huwelijksgebruik is geoorloofd, alles wat noodig of dienstig is, om van het huwelijk naar behooren gebruik te maken” en bij het huwelijksgebruik is het verboden “Alles wat het voortbrengen van kinderen kan verhinderen”. Die kerk was echt prima in staat om verbloemd weer te geven, wat zij niet wilde. Zouden er priesters zijn geweest die dit soort boekjes vergenoegd tijdens een avondje op de bank, tot zich zouden hebben genomen?
Plichten
Nog veel gekker maakt de kerk het in het hoofdstukje over ‘de plichten van de ouders jegens hunne kinderen’. Die kinderen dopen is wel het allerbelangrijkste. Zodra de ouders bemerken, dat God hun huwelijk met een kind zal zegenen, moeten zij op de eerste plaats “God en de H. Maagd Maria dagelijks bidden, opdat het kind levend moge geboren worden en de genade van het H.Doopsel moge ontvangen’. In het tweede artikel maken ze het pas echt bont: je moet ‘met zorg alles vermijden waardoor het leven van het kind in gevaar kan komen’. Dan komt der een opsomming: ”daarom onthoude de moeder in gezegende toestand zich van te zware arbeid, hard lopen, berg klimmen, dansen, tennissen, het opheffen van zware lasten, grote vermoeienissen, het dragen van te nauw sluitende kleeren, fietsen (om het gevaar voor vallen), alsook, mede opdat niet de kiem van slechte hartstochten in het kind worde gelegd, van opvliegendheid, gramschap, enz.”. En de man? Die moet haar “geen verdriet aandoen en matig zijn in het vorderen van den huwelijksplicht, vooral wanneer de zwangerschap reeds ver gevorderd is”. De illustraties geven een beeld van de tekst en de namen van mijn grootouders van moederskant en de doopinschrijving van mijn moeder.
Hondsbrutaal
Zouden mijn opa en oma dat allemaal in acht hebben genomen? Ik kan het me wel voorstellen. Opa had het hoog in zijn kop en was heel erg pietje precies in de leer. Altijd op de eerste rij in de kerk; Toen mijn moeder na de dood van mijn vader een andere vriend kreeg, omdat het alleenzijn haar onvoldoende steun bood om door te gaan, liet meneer doodleuk aan zijn dochter weten, dat zij niet meer welkom was, omdat ze niet met hem getrouwd was.
Ook wij kregen met zijn rigide gedoe te maken. Toen we onze dochter Inge, net enkele dagen oud, aan opa en oma lieten zien, was zijn eerste vraag “Naar welke heilige is ze genoemd”. José was natuurlijk niet te lui om te antwoorden, “Naar geen enkele. Ze heet Inge”. We hoefden daarna niet meer met haar langs te komen. En Oma, die zat erbij en keek ernaar als een schoothondje ‘hare echtgenoot volgend’. Zij kon overigens ook cynisch en hardvochtig uit de hoek komen, maar niet rechtstreeks. Mijn moeder kreeg nadat ik José als mijn toekomstige vrouw was komen voorstellen, achteloos te horen “kan jullie Frans niks beters krijgen”. Ik kan je boekdelen vertellen over het misselijk karakter van beiden, maar ik wil graag zo positief mogelijk blijven.
Andere tijd
De teksten in dat R.K. Huwelijksboekje uit 1919 kan je je nu niet meer voorstellen. De macht van de katholieke kerk is bij het merendeel van de mensen tanende en tegenwoordig maakt iedereen zelf wel uit wat hij en zij wel en niet willen doen of laten. Daarbij hebben zij de pastoor niet nodig. En dat is maar goed ook. Wat zouden die pastoors zijn gaan doen in de plaats van al die huisbezoekjes bij pas getrouwden. Ze kwamen kijken en hondsbrutaal vragen of er al een kindje aankwam. Dat verhaal heeft mijn moeder mij eerder ook verteld. En de pastoor kwam haar enkele jaren later ook vertellen dat haar zoontje, Frans, een goede pater zou worden, alleen omdat ik als basisscholiertje hem vragen stelde bij de drieëeenheid en dat niet geloofde.
Gelukkig trapten mijn ouders daar niet in. Ik heb nu al helemaal niets meer met de kerk en ben blij dat ik tegen een hele goede vrouw ben aangelopen, waarmee ik samen 5 lieve kinderen kreeg, Dat zie ik een pater nog niet doen, hoewel…..
(Bron: familiearchief f. van son).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten