Posts tonen met het label schattelijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schattelijn. Alle posts tonen

zaterdag 3 maart 2018

Oei die wind.......

Ik mag zeggen dat ik voor wat het weer betreft toch niet zo erg flauw ben. Op mijn scootmobiel heb ik meestal geen handschoenen aan. Maar in de afgelopen week heb ik er de handschoenen toch maar bijgepakt. Het begon maandagavond met een vergadering in De Schattelijn in Geertruidenberg. Het was de eerste vergadering van de Adviesgroep Sociaal Domein met de werkgroepen. Het was erg koud op mijn cabrio. Je zit stil en de ijzige wind waait naar hartenlust. Woensdagochtend vond ik het erger. Mijn gezicht deed gewoon pijn van de snijdende wind, toen ik op weg ging naar de fysio. Ik voelde me zelf even niet lekker, toen ik daar aankwam. ’s Avonds werd ik gelukkig opgehaald voor de programmavergadering van mij politieke partij. Maar ik moet zeggen; heel de week deed ik mijn dagelijkse ‘blokjes om’ met minder plezier en toen de zon ook nog verstek liet gaan, bleef ik liever binnen. Gelukkig ligt er geen sneeuw, want ik ben als de dood dat ik onderuit ga tegenwoordig. Onwillekeurig mijmerde ik – naar buiten kijkend- over de winters van vroeger. Zoals die van 1963. Dat was de koudste in de twintigste eeuw.  Het KNMI berekende dat sinds 1706 alleen de winter van 1830 vergelijkbaar was. De gemiddelde temperatuur in januari 1963 lag op min 5,3 graden Celsius. Er lagen ijsbergen in de Waddenzee en op de Gouwzee stonden auto's geparkeerd. Op 18 januari daalde de temperatuur in Joure tot min 21 graden Celsius. Ook bij ons was het koud. Ik kan me nog herinneren dat wij toen als kinderen op het ijs speelden van de rivier de Aa of Weerijs. Op dik ijs wel te verstaan! Er lag ook ijs op de kant, zodat je met de slee van de kant af kon glijden. Mijn zusjes en broer gleden baantjes en daarna ging het weer weer snel naar de warmte van de kolenkachel thuis. Het was gelukkig dichtbij. Oh ja, het water aan de Weerijssingel trad wel eens buiten zijn oevers, waardoor wij een volgelopen kelder hadden, maar dat was niet in de winter. In mijn stamboomonderzoek kwam ik ook een paar strenge winters tegen, zoals bij voorbeeld die van 1795. Mijn voorvader, 5 generaties terug, was Peeter van Son in Gilze. Hij  moet het als 7-jarig jongetje toen niet gemakkelijk hebben gehad. Centrale verwarming en isolatie van huizen bestonden toen immers nog niet. Ik weet hoe de huisjes waren. In mijn journalistentijd ging ik in Chaam naar het huisje van ‘Toke’ om een interviewtje met haar te maken. Haar huisje met hout om het warm te stoken, kierde van alle kanten. Het enige warme plekje leek mij de bedstee. Zo moet het huisje van dagloner Peeter van Son er ook ongeveer uitgezien hebben. Die Peeter had het op kerstavond 1794 zeker niet breed, zo kan ik me voorstellen. Het was -11,1 graden en op Eerste Kerstdag -9,9 graden celcius. De eerste dagen van januari 1795 waren niet veel beter met de eerste 8 dagen volledig onder nul met een absoluut dieptepunt van -10 op 4 januari. Leuk dat je dat tegenwoordig op internet allemaal kan nazoeken. De wind kwam toen kennelijk ook uit het noordoosten, oosten of zuidoosten. En wij weten na de afgelopen week inmiddels ook dat zo’n wind een snijdende schrale wind is.  Maar het ergste moest voor Peeter, zijn ouders, broers en zussen toen nog komen. Tussen 20 en 26 januari met 15 graden onder nul op de 22e en zelfs -17,2 graden op 23 januari. Ik vraag me wel eens af, hoe men zich toen een klein beetje behaaglijk hield. Er moest immers ook gewerkt worden, want het leven was geen vetpot. Vorstverlet bestond nog niet. Kinderen werkten vaak mee om de inkomsten wat op peil te houden. Ik kan met voorstellen dat kleine Peeter van Son en zijn 5 zussen en drie broers heel wat eten nodig moeten hebben gehad om het lichaam op temperatuur te kunnen houden. Op 17 februari dat jaar, –maar daar had Peeter toen nog geen weet van- , werd zijn toekomstige vrouw Maria Geerts in Chaam geboren bij een temperatuur van -4,3 graden. Ook geen pretje. En natuurlijk weet ik er ook zelf nog wel een paar te herinneren toen onze kinderen werden geboren. In 1975 speelde dat niet want Inge is een zomerkind.  Maar in 1979 was het echt ijspret, nou ja....pret.... Je kon op straat schaatsen. In het geboortejaar van Meike gingen veel mensen per ski of schaats naar hun werk. Het jaar 1983 waarin eind maart Tommy werd geboren was het een van de zachtste winters, sinds het KNMI metingen verricht.  Maar in 1985, het jaar van Pieter,  was op 23 februari de Elfstedentocht enkele dagen achter de rug. De tocht werd net op tijd gereden, want het was gaan dooien. De winter 1991-1992 was uitzonderlijk  zacht. Er kwamen dan ook geen ijsperioden voor. In die winter kwam ons Elke. Als ik nu naar buiten kijk, dan zie ik dat het koud is. Ik blijf daarom maar lekker achter glas wat stamboomwerk en met Cas spelen. Vrijdagmiddag  kwam kleindochter Renée om de schilderles in te halen bij oma José. Vorige week moest ze naar een verjaardagsfeestje en zeg nou zelf; dat is toch eigenlijk ook wel erg leuk. Vanmorgen lag er sneeuw. Casje belde al vroeg of hij de slee mocht komen halen. Natuurlijk. Ik mag zeggen dat ik voor wat het weer betreft toch niet zo erg flauw ben. Op mijn scootmobiel heb ik meestal geen handschoenen aan. Maar in de afgelopen week heb ik er de handschoenen toch maar bijgepakt. Het begon maandagavond met een vergadering in De Schattelijn in Geertruidenberg. Het was de eerste vergadering van de Adviesgroep Sociaal Domein met de werkgroepen. Het was erg koud op mijn cabrio. Je zit stil en de ijzige wind waait naar hartenlust. Woensdagochtend vond ik het erger. Mijn gezicht deed gewoon pijn van de snijdende wind, toen ik op weg ging naar de fysio. Ik voelde me zelf even niet lekker, toen ik daar aankwam. ’s Avonds werd ik gelukkig opgehaald voor de programmavergadering van mij politieke partij. Maar ik moet zeggen; heel de week deed ik mijn dagelijke ‘blokjes om’ met minder plezier en toen de zon ook nog verstek liet gaan, bleef ik liever binnen. Gelukkig ligt er geen sneeuw, want ik ben als de dood dat ik onderuit ga tegenwoordig. Onwillekeurig mijmerde ik – naar buiten kijkend- over de winters van vroeger. Zoals die van 1963. Dat was de koudste in de twintigste eeuw.  Het KNMI berekende dat sinds 1706 alleen de winter van 1830 vergelijkbaar was. De gemiddelde temperatuur in januari 1963 lag op min 5,3 graden Celsius. Er lagen ijsbergen in de Waddenzee en op de Gouwzee stonden auto's geparkeerd. Op 18 januari daalde de temperatuur in Joure tot min 21 graden Celsius. Ook bij ons was het koud. Ik kan me nog herinneren dat wij toen als kinderen op het ijs speelden van de rivier de Aa of Weerijs. Op dik ijs wel te verstaan! Er lag ook ijs op de kant, zodat je met de slee van de kant af kon glijden. Mijn zusjes en broer gleden baantjes en daarna ging het weer weer snel naar de warmte van de kolenkachel thuis. Het was gelukkig dichtbij. Oh ja, het water aan de Weerijssingel trad wel eens buiten zijn oevers, waardoor wij een volgelopen kelder hadden, maar dat was niet in de winter. In mijn stamboomonderzoek kwam ik ook een paar strenge winters tegen, zoals bij voorbeeld die van 1795. Mijn voorvader, 5 generaties terug, was Peeter van Son in Gilze. Hij  moet het als 7-jarig jongetje toen niet gemakkelijk hebben gehad. Centrale verwarming en isolatie van huizen bestonden toen immers nog niet. Ik weet hoe de huisjes waren. In mijn journalistentijd ging ik in Chaam naar het huisje van ‘Toke’ om een interviewtje met haar te maken. Haar huisje met hout om het warm te stoken, kierde van alle kanten. Het enige warme plekje leek mij de bedstee. Zo moet het huisje van dagloner Peeter van Son er ook ongeveer uitgezien hebben. Die Peeter had het op kerstavond 1794 zeker niet breed, zo kan ik me voorstellen. Het was -11,1 graden en op Eerste Kerstdag -9,9 graden celcius. De eerste dagen van januari 1795 waren niet veel beter met de eerste 8 dagen volledig onder nul met een absoluut dieptepunt van -10 op 4 januari. Leuk dat je dat tegenwoordig op internet allemaal kan nazoeken. De wind kwam toen kennelijk ook uit het noordoosten, oosten of zuidoosten. En wij weten na de afgelopen week inmiddels ook dat zo’n wind een snijdende schrale wind is.  Maar het ergste moest voor Peeter, zijn ouders, broers en zussen toen nog komen. Tussen 20 en 26 januari met 15 graden onder nul op de 22e en zelfs -17,2 graden op 23 januari. Ik vraag me wel eens af, hoe men zich toen een klein beetje behaaglijk hield. Er moest immers ook gewerkt worden, want het leven was geen vetpot. Vorstverlet bestond nog niet. Kinderen werkten vaak mee om de inkomsten wat op peil te houden. Ik kan met voorstellen dat kleine Peeter van Son en zijn 5 zussen en drie broers heel wat eten nodig moeten hebben gehad om het lichaam op temperatuur te kunnen houden. Op 17 februari dat jaar, –maar daar had Peeter toen nog geen weet van- , werd zijn toekomstige vrouw Maria Geerts in Chaam geboren bij een temperatuur van -4,3 graden. Ook geen pretje. En natuurlijk weet ik er ook zelf nog wel een paar te herinneren toen onze kinderen werden geboren. In 1975 speelde dat niet want Inge is een zomerkind.  Maar in 1979 was het echt ijspret, nou ja....pret.... Je kon op straat schaatsen. //in het geboortejaar van Meike gingen veel mensen per ski of schaats naar hun werk. Het jaar 1983 waarin eind maart Tommy werd geboren was het een van de zachtste winters, sinds het KNMI metingen verricht.  Maar in 1985, het jaar van Pieter,  was op 23 februari de Elfstedentocht enkele dagen achter de rug. De tocht werd net op tijd gereden, want het was gaan dooien. De winter 1991-1992 was uitzonderlijk  zacht. Er kwamen dan ook geen ijsperioden voor. In die winter kwam ons Elke. Als ik nu naar buiten kijk, dan zie ik dat het koud is. Ik blijf daarom maar lekker achter glas een beetje stamboomwerk en met Cas spelen. Vrijdagmiddag  kwam kleindochter Renée om de schilderles in te halen bij oma José. Vorige week moest ze naar een verjaardagsfeestje en zeg nou zelf; dat is toch eigenlijk ook wel erg leuk. Vanmorgen lag er sneeuw. Casje belde al vroeg of hij de slee mocht komen halen. Natuurlijk. Na de ijspret nu nog even de sneeuwpret! En dan op naar de verkiezingen.....
(familiearchief f.van son: winterweer pret of niet?).