Elk jaar aan het begin van het nieuwe jaar nemen heel veel
mensen zich weer van alles en nog wat voor om in het nieuwe jaar beter of
anders te doen. Meestal komt er van al die goede voornemens niet veel terecht.
Maar ach, als je zelf maar denkt dat je er alle aan gedaan hebt.
Ik kan me nog herinneren, dat we een nieuw millenium ingingen,
nu 20 jaar geleden. Er werd van alle mogelijke komend onheil over ons
uitgestort. Het meeste lieten we op hun beloop. Zoals de wereld die vergaat, de
derde wereldoorlog die gaat uitbreken en alle andere mogelijke vervelende dingen.
De meeste mensen hoopten, dat ook zij een keer in de prijzen zouden vallen bij
de een of andere loterij. Ik ook! Maar wij, moderne mensen wisten wel beter.
Maar vroeger. Echt vroeger, lag het anders. De mens van
pakweg 1020 jaar geleden wist nog lang niet zoveel, als wij menen te weten. Het
waren voor het merendeel door de kerk bang gemaakte mensen die in elke
tegenvaller de straf van god zagen. Wat moet dat een jaar geweest zijn, dat
jaar 1000, net over de drempel van het nieuwe millenium. Diverse dingen zullen
bij velen het toch al ingepeperde angstgevoel hebben aangewakkerd en de
kerkelijke en weinig menselijke burgerlijke overheid zullen daar nog wel een
schepje bovenop hebben gedaan.
Op 29 maart 1000 beeft de aarde... en dat nog wel op de
Goede Vrijdag! Dat kon niet anders dan de straf van god betekenen voor al onze
zonden.. Vier bronnen uit Luik, Florennes, Soissons en in Sint Amands meldden
dat er die dag een flinke aardbeving was. Dat zal nog maanden hebben
doorgeschud in de gevoelens van de simpele mensen van toen. Maar het werd nog
onheilspellender. Want op 14 december, tegen het einde van het jaar, was er ook
nog eens een komeet te zien. Het nieuwe millenium beloofde dus niet veel
goeds.... Een komeet was iets onheilspellends. Zelfs in 1068 nog werd op het
geborduurde tapijt van Bayeux over de Slag bij Hastings een komeet geborduurd.
Zo’n indruk maakte dat.
Over een komeet gesproken: wat dacht je van 1618? Ook toen
bracht een komeet het land in rep en roer. Op maandag 19 november was dat jaar
de Synode van Dordrecht maar net begonnen, of aan de hemel verscheen een heldere
komeet. Wat zou God daar nu weer mee bedoelen, zo vroeg de godvrezende
bevolking zich af. In Amsterdam wisten ze dat al wel. Daar heerste de pest; God strafte! In Dordrecht moest de
synode, een kerkvergadering in de protestantse kerk, een einde maken aan de
meningsverschillen tussen de Arminianen of ‘rekkelijken’ en ‘preciezen’ of
Gomaristen. Misschien kan je je Arminius en Gomarus uit je geschiedenisboek nog
vaag herinneren. Het waren de remonstanten en contraremonstranten in de
Nederduits Gereformeerde kerk. Maar de oogverblindende komeet aan de hemel, die
zichtbaar bleef tot in januari 1619 kreeg meer aandacht, dan heel die
protestantse kerkvergadering. Volgens de Groningse hoogleraar en wiskundige
Nicolais Mulerius leek het wel dat ”…veel luyden uyt haer bedde sprongen om te
kijcken met verwonderinge ende vrese anders niet als ofter een alarm hadde
geweest”. De meeste mensen die die komeet zagen, waren er nog van overtuigd dat
de zon rond de aarde draaide en dat kometen tekenen van God waren... Dat het
niet zo is, weten we eigenlijk nog niet eens zo heel lang. Kometen of
staartsterren beschrijven een grote, behoorlijk ellipsvormige baan en komen
regelmatig bij de aarde terug. Pas in 1705 zou de Britse astronoom Edmund
Halley berekenen, dat de kometen van 1531, 1607 en 1682 dezelfde waren en dat
ze na 76 jaar, in 1758, terug zouden keren; hij zag dat zelf niet meer, want
was toen al zestien jaar dood. De enige aardbeving die ik bewust aan den lijve
ondervond, was in de vroege ochtend van 13 april 1992 om tien voor half vier. Nog
even terug naar die Dordtse Synode uit 1618-1619. Een van de belangrijkste besluiten was wel, de
opdracht om een zo getrouw mogelijke vertaling van de Bijbel uit te geven. Dat
werd de ‘Statenbijbel’. De
eerste officiële Nederlandstalige bijbelvertaling,
rechtstreeks uit het oorspronkelijke hebreeuws, aramees en grieks. De
opdracht voor vertaling werd in het jaar 1618 gegeven maar
de Staten Generaal werd gevraagd om de vertaling te betalen! De Staten stemden
pas in jaren later in 1626 in met het
verzoek van de synode, waarop de vertalers toen pas aan de slag konden in Leiden.
In 1635 lag de
Statenvertaling op tafel. Op de foto de titelpagina van de Statenbijbel uit
1637.
(Bronen: familiearchief f.van son ;historiek.net/-1618-nederlanden/87335/; Hemelse tekenen
nederlandse opvattingen over de komeet van 1618.; dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/251261/444-1861-1-PB.pdf?...2; Mulerius tekende een
horoscoop op een lege pagina van zijn Practica
ofte Prognosticatie op 1608. Met opmerkingen over de komeet van 1607
(fotodienst Rijksuniversiteit Groningen); Titelpagina
Statenvertaling eerste druk, Leiden: Paulus Aertsz. van Ravensteyn, 1637.
Collectie Bibliotheek Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten