zaterdag 26 november 2016

Vermoord door de kapper....

Een tijdje geleden maakte ik samen met José een ritje naar de Abdij van Tongerlo in Westerlo in de Belgische Kempen. Wat ga je daar nou doen? Zou je zeggen. Wel. Als ik in mijn zoektochten naar mijn voorouders iets tegenkom, dat ik nog zou kunnen bezoeken, dan doe ik dat graag. Het geeft me een goed beeld en een gevoel –met de kennis van je familie van toen in je achterhoofd-, dat je als het ware teruggaat in de tijd. Die eeuwenoude abdij ligt vlak bij het dorpje Olen, waar mijn directe voorvader Wouter Bac van Olen eens de scepter zwaaide.
De oorkondeboeken van de abdij van Tongerlo zijn een belangrijke bron voor mijn onderzoek. De abdij had hier in de regio in de driehoek tussen Breda, Tilburg en Waalwijk nog al wat grond in bezit, dat verpacht werd. Maar daarnaast heeft een paar voorouderlijke familieleden er een deel van hun leven doorgebracht en ééntje is er zelfs vermoord
Hubert Bac was abt van Tongerlo van 1309 tot 1333 en Wouter Bac, een zoon van de broer van Hubert, zijn neef dus, volgde hem in 1334 op. Die laatste kocht in 1356 het Hof ter Elst onder Duffel. Ook daarvan vond ik in de abdij het bewijs.
Je waant je terug in de dertiende eeuw tijdens zo’n bezoek; wandelend door de eeuwenoude tiendschuur, waar de boeren jaarlijks hun deel van de oogst als pacht moesten brengen. Je ziet er de ongelooflijke rijkdom van de abdij. Ook in architectonisch opzicht. Abdijen waren zeker toen schatrijk. De abt van de abdij was een uiterst belangrijke man.
Dat het niet allemaal koek en ei was in die tijd, dat heb ik na uitgebreid onderzoek inmiddels begrepen. Het jaartal 1309 is interessant voor mij omdat dit het jaar is waarin abt Hubertus benoemd werd tot abt. In het Oorkondenboek van de Abdij is vanaf 1311 een reeks vermeldingen te vinden waarin de abt van Tongerloo met de voornaam Hubert wordt aangeduid. Op 27 april, 4 en 14 mei 1316 zelfs als Hubert van Tilborg of van Thilborch. Hubert is vanaf 1306 kanunnik en proost van Tongerlo. De minimumleeftijd voor zo’n proost is 25 jaar. Hubert Bac moet dus uiterlijk in 1281 geboren zijn. Zo werk je in de genealogie, als meer directe bronnen ontbreken.
Onze Hubert was als 18e abt geliefd bij de mensen uit de omgeving van de abdij. Volgens de abdijbronnen verleende hij hulp aan de noodlijdenden die in de jaren 1315-1316 hun toevlucht zochten tot de abdij en ook tijdens de ziekte de Pest, die in die jaren op een hongersnood volgde en veel slachtoffers maakte. En desondanks...... Hubert had kennelijk ook vijanden. De goede man werd vermoord! Dat gebeurde op 14 april 1333 door zijn kamerdienaar en zijn barbier. De kapper dus. Ik huiver al, als ik aan dat lange scheermes denk.....
Lees even mee met de bron die verhaalt over die misdaad: "Ondanks zijne verhevene deugden werd hij den 14 april 1333, door twee zijner dienaren vermoord, die op de vlugt achterhaald, om den moord en den diefstal, welke zij hadden gepleegd, op eene voorbeeldige wijze gestraft zijn geworden. De plaats, digt bij de abdij gelegen, waar het doodvonnis ten uitvoer is gelegd, heeft sedert de naam van Raayblok gedragen". Ze wisten dus wel weg met de moordenaars van de abt. Zijn opvolger zou Hendrikus III, bijgenaamd Van Beckevoirt worden, maar die kreeg de kans niet. Hij stierf (een natuurlijke dood...) voordat hij abt kon worden. “Zijn overlijden had den 31 augustus 1333, zeventien dagen na den dood van zijnen voorzaat plaats". De familie Bac was kennelijk goed bevallen in Tongerlo, want de echte opvolger in 1334 werd het neefje van Hubert,  Wouter Bac. Die leefde wel lang genoeg om abt te worden. Wouter wordt gewaardeerd raadgever van hertogin Johanna van Brabant. In dank voor zijn diensten kreeg hij van haar de helft van de ‘hogere jurisdictie’ in de Heerlijkheid Tongerlo. Dat is het recht om recht te kunnen spreken in zaken waar de doodstraf kon worden opgelegd. In 1353 kreeg Wouter het patronaatschap van de kerken van Haaren en van Moergestel. Hij kreeg daarmee het inkomen dat hoorde bij het bedienen van die kerken. Geestelijken hadden het in die tijd goed.
Dat schiet allemaal door je heen tijdens zo’n wandeling in de abdij en en over het uitgestrekte abdijterrein, als je, -zoals ik-, helemaal gek bent van het onderzoek naar de genealogie en geschiedenis van je familie. Beter dan televisie kijken. Er is immers nauwelijks nog iets interessants te zien op dat ding.....vind ik tenminste.
Op internet of elders vind ik genoeg interessante bronnen waarmee ik me uren kan bezig houden.
(Bronnen: Jaargang 8. nr. De Heerlijkheid Herlaar, Heemkundekring Herlaar, st.Michielsgestel); Nassausche domeinarchieven in Den Haag akte nr. 57, 1342;  Monasticon Belge, tome VIII; Antonii Sanderi, presbyteri chorographia sacra Brabantiae, sive celebrium..., door Antonius Sanderus, 1726 blz.324-325); Gallia Christiana, In Provincias Ecclesiasticas Distributa; In Qua series et historia..., Volume 5, blz. 414.;
Klaversma, PSHAL  dl.CXXI  (1985), blz.11 ; Regionaalarchief tilburg. Oorkonden-uit-midden-brabant- periode 1300-1324; periode 1325-1349; Oorkondenboek van Noord-Brabant 690-1312) en familiearchief f.van son: abdij van Tongerlo 2016).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten