Ons ma was opgenomen in het ziekenhuis. Ze werd ’s morgens in haar bed gevonden, terwijl ze normaal gesproken altijd vroeg op is. Ze reageerde niet en bleek getroffen door een herseninfarct.
’s Avonds konden José en ik gaan kijken in het ziekenhuis. Ze hadden toch een plekje voor haar kunnen vrijmaken.
Het was schrikken, ofschoon wij ons op het ergste hadden voorbereid. Een zielig hulpeloos hoopje mens, uitgezakt in haar bed; asgrauw. Moeizaam ademde ze in en blies het weer uit. Haar ogen verraden dat zij niet veel volgde van wat er om haar heen gebeurde. Ze kon geen klanken uitbrengen, laat staan praten, hoewel ze dat ’s morgens klaarblijkelijk nog wel enigszins had gekund.
Hulpeloos… en ik wist ook niet goed wat ik anders doen kon, dan haar trillende hand vasthouden en haar wangen zo nu en dan strelen. Dat was er over van mijn negentigjarige moeder. “tja het zijn mensen van een dag” of "Had het niet beter meteen afgelopen kunnen zijn". Ik moest denken aan die zinnetjes, die zo vaak worden uitgesproken door mensen als reactie op zoiets.
Ben er nooit zo blij mee. Maar het is natuurlijk wel zo.
We gingen na 20 minuten terug naar huis. Dan kon ma in elk geval rusten.
Donderdag troffen we een al iets meer rooskleurige situatie. Haar bed was aan het hoofdeinde wat hoger gezet. Ze probeerde al wat meer monter uit haar ogen te kijken en had in haar rechterhand die tot gisteren machteloos langs haar lichaam lag, een en soms twee pakken pap, die ze steeds langzaam en onzeker probeerde vast te pakken en op te tillen. Het lukte een keer en triomfantelijk keek ze ons aan. Het was een wereld van verschil met woensdag.
Vrijdag had ze haar bril al weer op. Zat nog wat rechter in bed en kon waarachtig korte zinnetjes uitbrengen. Ze wist ook nog precies wat er woensdag gebeurd was, zo liet de verpleegster weten. Haar begrip bleek niet aangetast en de verlamming was niet meer volledig. Het spraakcentrum was ook niet helemaal verleden tijd. Toen plotseling het zonnetje tussen de gordijnen door op haar gezicht scheen, genoot ze daar van. Waarachtig mocht ze ’s middags in een speciale stoel zitten.
Ze is inmiddels aangemeld bij een verpleeghuis: “beter worden doe je tegenwoordig niet meer in een ziekenhuis”, zo liet de transferverpleegkundige weten. Ik zag ons ma dubben of ze een verpleeghuis wel zou zien zitten. Ik hoop dat het ze gegeven is om nog zo ver op te knappen, dat ze weer terug mag naar haar aanleunwoning. Waar ze tot woensdag nog haar eigen potje kookte en koffie zette en genieten kon van de televisie of een mooie cd. En van haar kinderen, klein- en achterkleinkinderen.
Ze is natuurlijk al 90. Maar was dat niet de leeftijd die enkel de sterken halen?
Als het aan ons ma ligt zal ze er –denk ik- alles aan doen om in haar eigen huisje weer terug te komen. Maar of dat lukt? Er zal ook bij haar twijfel zijn. “ Wordt niet beter”, fluisterde ze.
De toekomst zal het leren. Ik kan niet echt in haar binnenste kijken.
Had ik alvast maar dat doorzettingsvermogen van haar geërfd…….
(Bron: foto Ma, oma, omi wordt 90: 19 maart 2014, familiearchief f.van son).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten