En ja hoor. Ik kwam afgelopen week weer eens even aan het schrijven van mijn boek toe. Ik ben nu bij hoofdstuk 29 en op pagina 425 van ons familieboek. Ik spit nu de gegevens van mijn opa door. Jan van Son van de groentewinkel aan de Ginnekenweg in Breda. Dit jaar op 18 februari nu honderdvijftig jaar geleden, werd mijn opa geboren. Johannes van Son, in gewone mensentaal dus gewoon Jan. Ik heb veel informatie over mijn opa, die ik al kleine Fransje zelf nog even gekend heb. Hij speelde met mij in de achtertuin zo nu en dan. Ik mocht op zijn rug zitten. Dat kan ik me nog vaag herinneren. Opa Jan was getrouwd met oma Leentje (Helena Maria) Kools. Maar mijn oma heb ik nooit gekend. Zij stierf al in 1942 tijdens de oorlog. Opa, door mijn moeder ooit gekenschetst als "een tevreden oud manneke. Hij genoot van zijn rokertje en hielp op zijn gemak in de tuin en met de groenten. Hij zat graag bij het potkacheltje en rookte zijn pijpje". Die rust zal mijn vader kennelijk van zijn vader geërfd hebben. Ik jammer genoeg niet. Hoewel ik steeds rustiger wordt, kan ik nog niet tippen aan hen.
Akten
Uiteraard beschik ik over kopieën van diverse akten, foto’s, originele persoonlijke papieren en adresboeken, waarmee je het leven van opa en oma heel goed in kaart kan brengen. Wat ik naast de trouwakte met handtekeningen ook bewaarde, dat zijn de zogenoemde ‘huwelijksbijlagen’. Dat waren bescheiden, die je moest overleggen als je in het huwelijk trad. En dat deed opa Jan dus en wel op 6 augustus 1902 in Ginneken en Bavel, waar hij ook geboren was, om precies te zijn op het adres wijkletter B-71 in Bavel, in 1898 lag dat in de omgeving van de Brigidastraat.
Zowel uit de trouwakte als uit die bijlagen kan je heel wat zinvolle informatie halen. Zoals bij voorbeeld uit het uittreksel uit het geboorteregister van hem en zijn vrouw, de namen van vader en moeder; het bewijs over de dienstplicht en bij voorbeeld ook de verklaring dat er geen bezwaar tegen het huwelijk is ingediend na de verplichte drie afkondigingen. Ik heb zelfs nog een origineel boekje met Brabantse volksverhalen, waarin Jan en zijn vrouw Leentje beide twee keer de revue passeren. Een prachtig tijdsbeeld. Opa Jan stierf op zaterdag 21 februari 1953 om 14.00 uur, zo lees ik in zijn overlijdensakte. Jan van Son stierf inwonend bij zijn zoon Cor en diens vrouw Riet, mijn ouders. Hij was ziek geweest, vermoedelijk griep. De aangifte van overlijden werd gedaan op 23 februari. Niet zo vreemd dus, want in het weekend was de burgerlijke stand van de gemeente toen ook niet open. Door alle gegevens, illustraties, bidprentje en persoonsbewijs wordt mijn opa als het ware weer even tastbaar.
Kleinkinderen
Uiteraard kwamen dinsdag tussen de middag Cas en Sem weer bij ons eten. We haalden ze op en brachten ze daarna ook weer naar school. Oma had voor een verrassing gezorgd, door pannenkoeken te bakken. Dat was smullen. Donderdag was Luuk weer van de partij. Hij speelde die dag een beetje voor boef. Kastjes optrekken, poezenvoer pakken. Maar eten ging er wel in. Zijn papa en mama samen kwamen hem weer ophalen, vroeger dan normaal. Dat was ook weer even gezellig wat bijkletsen, voordat hij al zwaaiend weer mee ging. Vrijdag wilde hij toch even opa en oma zien, zo bleek, dus videobelde Pieter. Dat vond Luuk maar raar, dat hij zijn opa en oma zag en hoorde, maar niet kon aanraken.
Toch nog even
José en ik gingen samen weer naar onze vriend de kapper in Oisterwijk. Kunnen we er weer even tegen. De pedicure kwam en ik liet mijn orthopedisch schoeisel nog eens wat aanpassen bij Nico in Drunen. De pijn aan mijn tenen is nu zo goed als weg. Duimen dus. Komende week is het overigens weer ziekenhuis. Twee keer. Maandag controle voor een operatie begin deze maand en woensdag een vervelend onderzoek. Hopelijk kan ik donderdag toch even de Raad volgen, al is het maar vanuit huis. Daar houd ik het maar bij voor deze week.
(Bron: familiearchief f. van son)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten