Het was raak afgelopen week. Zaterdag kreeg ik op mijn coronamelder van de GGD de mededeling ‘op maandag 17 januari ben jij misschien besmet geraakt. Je was die dag dicht bij een of meerdere mensen met corona. In totaal duurde dit minstens 15 minuten’. Dat was paniek. Ik dacht meteen, daar gaat mijn ingreep om de icd te implanteren op 31 januari. Ik kan me overigens niet herinneren dat ik die dag weg ben geweest… Op zondag hebben we dus snel gebeld om toch een test te laten afnemen bij de GGD. Het hoeft niet als je meer dan een week geleden een boosterprik hebt gehad, maar José vond het beter, om toch maar zeker te kunnen zijn. Zowel José als ik konden al zondagochtend even na half elf terecht in Gorinchem. Toen ik belde mocht ik naar Dordrecht… maar bleek later ook in Gorkum terecht te kunnen. En dat terwijl in Raamsdonksveer ook een teststraat is, op een steenworp afstand van ons huis. Spanning dus en afwachten. Maandagmiddag kwam telefonisch de uitslag. Daar had ik om gevraagd. Die was negatief, dus eigenlijk voor ons erg positief. Pak van mijn hart, want ik maak me erg druk voor die ingreep maandag en nog meer voor de nasleep ervan. Kleinzoon Daan heeft corona, dat betekent dat de kinderen en Pieter en Tara het weer voor hun kiezen hebben gekregen. Het weer past er wel goed bij. De hele week was het weer dat donkere, sombere weer met af en toe mist; nergens kon je onderweg terecht voor een kop koffie bij voorbeeld. Dat is nu wat veranderd. Rutte en consorten konden niet langer weerstand bieden aan het volk, dat weer ‘open’ wil. Nou, dan verzinnen ze toch wat en komt er persconferentie. Maar eerst veel overleg natuurlijk. Want interessant doen moeten ze, vinden ze zelf. Ik volg dat gemauw al niet eens meer. Ik lees en hoor het wel, want radio en tv sloven zich uit om er zowat in elk programma aandacht aan te besteden. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd. Na een cardioversie in maart 2018 (foto) en die langdurige operatie in oktober 2020 ben ik nu wéér aan de beurt. Ik heb een abonnement op Amphia.
Rotweek
Maandagochtend moeten we ons al om zeven uur in Amphia melden. Niet eten, alleen heldere dranken mag. Wel de medicijnen innemen. Gisteren, vandaag en ook morgen, moest en moet ik me al voorbereiden. Wassen met een speciaal ontsmettingsmiddel, bepaalde bacteriën tegengaan in mijn neus met behulp van een zalfje en enkele medicijnen laten schieten op de zondagavond en de maandagochtend. Ik moet maandag na de ingreep in elk geval overnachten in het ziekenhuis, want mijn hart en de ICD moeten gecontroleerd worden. Daarmee begint voor mij al meteen passend de jaarlijkse rotweek. Die eerste week van februari, weet je wel. Op 4 februari, komende vrijdag dus, stierf plotseling mijn vader, dit jaar precies 50 jaar geleden, aan hartproblemen. Met een klein beetje goede wil kan je dus eigenlijk ook –ondanks alles- praten over de juiste week om bij mij te proberen hartstilstand en ritmestoornissen voortaan voor te zijn. Maar prettig is het niet. Ook niet voor José uiteraard.
Gelukkig
Gelukkig kwamen Cas en Sem vrijdagochtend weer een boterham eten. Cas naar school en Sem de ochtend bij ons spelen. Dat is altijd een leuke onderbreking van de dagelijkse sleur, die er vooral ingesleten is dankzij corona. Ook vanmiddag mogen we nog enkele uurtjes van ze genieten. En wat dacht je van onze zwemmer in spé Luuk, die genoot van het lekkere water, terwijl papa toekeek. Heerlijk die kleinkinderen. Ik verlang naar de lentezon en de warmte. Want de hoop op een echte winter is na dat misselijke week van de afgelopen weken, wel de grond in geboord. Op naar de maandag…
(Bron: familiearchief f.van son)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten