Deze week komen in
mijn wekelijkse bericht weer een paar kleinkinderen aan bod en in mijn ogen een
toch wel ietwat rare schoonheidswedstrijd in het jaar 819, gewonnen door mijn
voorouder. Eerste onze kleintjes uiteraard. Vrijdag kwam Robyn weer eens een
keertje. Het was gezellig een dagje met haar. Zij had het er al een tijd op
staan om weer een naar Oma en Opa te gaan. Papa Pieter bracht ze ’s morgens en
haalde haar ook weer op. Ze was echt lief! En eten deed ze als een grote. Stukjes
boterham gingen de een na de ander in haar mond. Uiteraard praatte ze ook toen weer
honderd uit. Dat is Robyn eigen. Intussen was ik druk bezig om de artikelen
voor ‘mijn wekelijkse pagina’ in de Langstraat te schrijven. Oh ja, voordat ik
het vergeet: de mama van Sem en Cas heeft er een hulpje bij. Cas gaf zijn
kleine broertje mét de vork zelf op zijn gemak een boterham. Mama Elke kon
intussen zelf een ander werkje doen. De foto’s wil ik je niet onthouden.
En datzelfde geldt
deze week ook weer voor een kort verhaaltje over een van mijn voorouders. Zij
is de tweede vrouw van Lodewijk ‘de Vrome’, geboren in Chasseneuil bij Poitiers op 16
april 778. Voor de liefhebbers: ze heet Judith van Argengau, in andere bronnen
ook Judith Welf genoemd. Lodewijk trouwde met haar op 1 februari 819. Zijn
eerste vrouw Ermengarde van Haspengouw was op 3 oktober 818 overleden en zijn
edellieden hadden er bij hem op aangedrongen, om een andere vrouw te zoeken. Dat
gebeurde, -al vind ik het wel wat vreemd-, na een ‘schoonheidswedstrijd’. Mijn
voorouder Judith van Argengau is in die wedstrijd de ‘gelukkige’, maar
ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken, dat haar belangrijke
familiebanden in Zwaben, Beieren en Saksen ook een rol hebben gespeeld bij de
keuze van Lodewijk. En of Judith er zelf zo blij mee was, valt volgens mij ook
te betwijfelen. Het arme kind was rond 805 geboren, dus toen zo’n jaar of 14, als
de keuze op haar valt. Lodewijk was net boven de 40. Judith was de dochter van Welf I van Altdorf en Eigilwich van Saksen. Zij
werd de moeder van een dochter, die wij kennen als Gisela,
die later trouwde met de machtige en invloedrijke Eberhard, de Hertog van
Friuli, (een streek bij Venetië). Haar kleinzoon, Hendrik de Vogelaar, zou de
Ottoonse dynastie van de Duitse koningen en keizers stichten. Maar voor mij is
het andere kind van Lodewijk en Judith van belang, geboren op 13 juni 823 in
Frankfurt-am-Main. Hij heet Karel en zou later de bijnaam ‘de Kale’ zou
krijgen. Hij is onze volgende voorouder. Zijn moeder Judith stierf op 19 april
843. Drie jaar eerder op 20 juni was Lodewijk al ‘gaan hemelen’. Judith werd
begraven in de basiliek van Sint Maarten in Tours. Oh ja, nog een weetje, die
Lodewijk ‘de Vrome’ was toch eigenlijk ook zo ‘vroom’ weer niet. Meneer hield
er een maitresse op na. Zij heet Theodelinde van Sens. Nu weet je weer het een
en ander van mijn voorouders Lodewijk en Judith in de eerste helft van de
negende eeuw. Het blijft interessant voor mij, de geschiedenis en genealogie
van de familie. Mocht je nog willen weten wat de niet leesbare oorkonde inhoudt? Het is een charte aan de Sint Baafsabdij van Lodewijk, waarin hij de abdij imuniteit toekent, net als zijn vader eerder had gedaan. Weer een leuk hoofdstukje in mijn uitgebreide nieuwe boek.
(Bron: familiearchief
f. van son; Pauli Gesta
Episcop. Mettensium, MGH SS II, p. 265; Annales Fuldensium Pars Secunda, auctore Euodolfo 840, MGH SS I, p. 362; Annales Necrologici Prumienses,
MGH SS XIII, p. 219; Libri Anniversariorum et Necrologium Monasterii Sancti
Galli, Konstanz Necrologies, p. 462; Obituaires de Sens Tome I.1, Obituaire de
Notre-Dame de Paris, p. 227; Thegani Vita
Hludowici Imperatoris 4, MGH SS II, p. 591; Gesta quorundam regum Francorum
818, MGH SS I, p. 356.; Vita Hludowici Imperatoris 31, MGH SS II, p. 623. Annales
Xantenses 819, MGH SS II, p. 224 en 843, MGH SS II, p. 227).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten