zaterdag 11 februari 2017

Het zit er aan te komen.....

Zo, even snel mijn weekendbericht op mijn blog en op facebook zetten.
Daarna naar het Dongemond college voor de Open Dag. Ik realiseer me dat het mijn laatste zal zijn. Gek, dat kom ik nu bijna wekelijks tegen, zo’n moment dat op school ‘het laatste’ is. Maar goed, daar wilde ik het niet over hebben deze week. En over NAC al helemaal niet. Ze halen niet eens de nacompetitie op deze manier. Wat een doffe ellende.

Het carnaval staat voor de deur. Veel mensen zijn beneden de rivieren al druk met voorbereidingen bezig. Waar komt dat carnaval vandaan? Voor de Romeinen was februari de maand van reiniging en boetedoening (Februus, de god van reiniging) en voor de Germanen de maand van de vruchtbaarheid. In beide gevallen grote feesten met verkleedpartijen, maskers, ‘muziek’ maken op potten en pannen en vooral ook bovenmatig eten en drinken.

Niks nieuws onder de zon dus in vergelijking met het huidige carnaval. De katholieke kerk was bepaald niet gelukkig met deze ‘Heidense’ tradities. Verbieden werkte niet, dus verpakte de kerk die tradities slim in een chrstelijke feestdag. Vastenavond, die voorafging door carnaval, is daar een goed voorbeeld van. In 1091 stelde de katholieke kerk in het Concilie van Benevento ‘Aswoensdag’ officieel vast als het begin van de Vesten, die 40 dagen duurde, tot aan het Paasfeest. De traditionele, uitbundige feesten, met volop eten en drinken, werden beperkt tot de laatste 3 dagen vóór die ‘Vasten’. Carnaval was geboren. Er werd carnaval gevierd tot uiterlijk vastenavond, de avond vóór Aswoensdag, om twaalf uur ’s nachts. Tijdens de vasten werd geen vlees gegeten. Ook eten van taart en snoep was verboden. Ik weet nog goed dat ik als kind een eigen snoeptrommeltje had en dat daar alle snoepjes in moesten die ik kreeg. Met halfvasten en met Pasen mocht dat snoeptrommeltje open, met buikpijn tot gevolg.......

Het woord carnaval komt waarschijnlijk van het Italiaans: ‘carne vale’ (= vlees, vaarwel) of ‘carne levare’ (= het vlees opruimen). Na de middeleeuwen breidde het feest zich uit vanuit Italië naar andere katholieke streken in Europa. In de loop van de 16e eeuw veroorzaakte de Reformatie een scheuring. Protestanten ten noorden van de grote rivieren, de Rijn en de Maas, katholieken ten zuiden daarvan. Dit betekende vooral voor de noordelijke streken, dat het carnaval niet meer massaal en uitbundig op straat gevierd werd. Uitbundigheid en losbandigheid paste niet bij protestanten.

Ronald, onze schoonzoon, komt uit ’s-Hertogenbosch; een echte carnavalsstad. Geen wonder dat Meike en onze kleinkinderen uit dat gezin nu al in carnavalstijd volop meedoen. Oma José werd niet zelden gevraagd om een carnavalscreatie te maken.

Onze kinderen vierden net als wij ook carnaval.  Een foto van José en haar vriendin uit 1969 toen ik José nog niet kende. Er is ook nog een foto bewaard gebleven in mijn familiearchief waarin mijn moeder ‘Oma van Son’ in carnavalstenue met een paar van haar kleinkinderen te zien is. Van links naar rechts zie je Tommy, Inge, Pieter en Meike. Elke was nog niet geboren.  Ik ben benieuwd hoe hun kinderen, (onze kleinkinderen), dit jaar verkleed naar de optochten gaan kijken.......
(Bron: Nieuwbrief Historiek: http://historiek.net/februari-de-maand-van-carnaval/56781/?utm_source=wysija&utm_medium=email&utm_campaign=week6 ; Omi van Son met vier van onze vijf kinderen met carnaval.En Oma José (L) in 1969 met haar vriendin naar Carnaval).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten