zaterdag 31 december 2016

Stokoude oliebollen en Dino’s ........

Vanavond is het weer zo ver. Dan luiden wij 2016 uit en verwelkomen we 2017. Je zou het gewoon kunnen laten gebeuren, maar –dol op feestjes als we zijn- maken we er weer een happening van met oliebollen en andere lekkernij en – bij een aantal- met vuurwerk én goede voornemens...
Vuurwerk was en is aan mij totaal niet besteed. Ik genoot vroeger als kind om twee redenen van vuurwerk op Koninginnedag. Ten eerste was het donker en we mochten dus lang opblijven en ten tweede was het een echt, voor duizenden kijkers achter hekken, veilig spektakel met kleuren in de lucht zo prachtig, dat ik erbij kon wegdromen. Maar al die onzinnige rotjes en strijkers die nu al dagen van tevoren in buurten en wijken worden afgestoken, ergeren mij slechts. Om nog maar niet te spreken van die levensgevaarlijke ‘halve granaten’, die als illegaal vuurwerk worden gekocht en afgestoken. Hoe achterlijk kan je dan zijn. Ze steken voor tientallen miljoenen van die rotzooi af. Wat hebben we het financieel toch slecht tegenwoordig...... Vuurwerk wordt al lang niet meer gebruikt om boze geesten te verjagen. Maar als jij het wil afsteken, veel plezier en kijk vooral uit.
Terug naar die andere, voor velen bij oud en nieuw passende lekkernij: de oliebol. Ik moet eerlijk bekennen,  dat ik niet wist dat die oliebol al zo oud is en typisch Nederlands. Historiek.net, nieuwsbrief van het Nationaal Historisch Museum, - ik heb er je al eens eerder op gewezen-, heeft er in week 52 een lezenswaard artikel aan besteed. Die oliebol blijkt al eeuwen oud. Zelfs Aelbert Cuyp (ja, die!) schilderde omstreeks 1652 al een kom met oliebollen, zo las ik in de nieuwsbrief. Het is ook een typisch Nederlandse lekkernij die in Amerika de naam ‘Dutch donuts’ heeft meegekregen.  Ook dat was nieuw voor mij.
Nederland bakte al eeuwen oliebollen, of beter gezegd oliekoeken. Niet dat ze anders smaakten, maar ze waren oorspronkelijk gewoon plat, zonder lucht en dus allerminst een bol. Dat kwam gewoon door de hoeveelheid olie waarin ze werden gebakken. Alles staat of valt met die hoeveelheid olie. Om mooie ronde bollen te krijgen, zo schrijft Historiek.net, is een diepe laag olie nodig om de bollen in om te kunnen draaien. In de ‘mengel’ (1,2 liter) olie die het recept uit De verstandige kock (1669) voorschreef, viel geen goede bol te bakken. Het achttiende-eeuwse kookboek ‘De volmaakte Hollandsche keukenmeid’ adviseerde de dubbele hoeveelheid olie, waardoor de koeken boller uit het vet kwamen. Bollen dus, maar nog altijd stonden ze bekend als oliekoeken. Het duurde tot het midden van de negentiende voor de term oliebol in woordenboeken verscheen. In Het Woordenboek der Nederlandsche taal van 1896 staat nog de gebruikelijke naam oliekoek.  Vanaf het begin van de vorige eeuw veranderde dat snel. Sindsdien kopen of bakken we zelf oliebollen. Nou ja...... Wij hebben het ook een paar keer geprobeerd. Maar bij ons was van echte bollen slechts zo nu en dan sprake. Ze hadden, tot grote hilariteit van onze kinderen,  meer weg van ‘oliefiguren’. Maar lekker waren ze wel. De een houdt van de naturel-oliebol, de ander heeft er graag wat krenten in en natuurlijk poedersuiker eroverheen. Oh ja. Samen met Anouk, Youri en Cas waren we afgelopen week in het Oertijdenmuseum in Boxtel. Een echte aanrader en dat zonder subsidie!
Ik zou het haast vergeten op de laatste dag van het jaar: Ik wens iedereen een fijne, gezellige en veilige jaarwisseling en voor 2017 vooral veel gezondheid en geluk. Want dat is in mijn ogen het meest belangrijke. Nog een tip nodig voor een goed voornemen? Neem ook een abonnement op de nieuwsbrief van Historiek.net van het Nationaal Historisch Museum. Daar steek je wat van op!
Met Anouk, Youri en Cas dino’s kijken in Boxtel).




Geen opmerkingen:

Een reactie posten