Vuurwerk was en is
aan mij totaal niet besteed. Ik genoot vroeger als kind om twee redenen van
vuurwerk op Koninginnedag. Ten eerste was het donker en we mochten dus lang
opblijven en ten tweede was het een echt, voor duizenden kijkers achter hekken,
veilig spektakel met kleuren in de lucht zo prachtig, dat ik erbij kon
wegdromen. Maar al die onzinnige rotjes en strijkers die nu al dagen van
tevoren in buurten en wijken worden afgestoken, ergeren mij slechts. Om nog
maar niet te spreken van die levensgevaarlijke ‘halve granaten’, die als
illegaal vuurwerk worden gekocht en afgestoken. Hoe achterlijk kan je dan zijn.
Ze steken voor tientallen miljoenen van die rotzooi af. Wat hebben we het
financieel toch slecht tegenwoordig...... Vuurwerk wordt al lang niet meer gebruikt
om boze geesten te verjagen. Maar als jij het wil afsteken, veel plezier en
kijk vooral uit.
Terug naar die andere,
voor velen bij oud en nieuw passende lekkernij: de oliebol. Ik moet eerlijk
bekennen, dat ik niet wist dat die oliebol
al zo oud is en typisch Nederlands. Historiek.net, nieuwsbrief van het
Nationaal Historisch Museum, - ik heb er je al eens eerder op gewezen-, heeft
er in week 52 een lezenswaard artikel aan besteed. Die oliebol blijkt al eeuwen
oud. Zelfs Aelbert Cuyp (ja, die!) schilderde omstreeks 1652 al een kom met oliebollen, zo
las ik in de nieuwsbrief. Het is ook een typisch Nederlandse lekkernij die in
Amerika de naam ‘Dutch donuts’ heeft meegekregen. Ook dat was nieuw voor mij.
Nederland bakte al
eeuwen oliebollen, of beter gezegd oliekoeken. Niet dat ze anders smaakten,
maar ze waren oorspronkelijk gewoon plat, zonder lucht en dus allerminst een
bol. Dat kwam gewoon door de hoeveelheid olie waarin ze werden gebakken. Alles
staat of valt met die hoeveelheid olie. Om mooie ronde bollen te krijgen, zo
schrijft Historiek.net, is een diepe laag olie nodig om de bollen in om te
kunnen draaien. In de ‘mengel’ (1,2 liter) olie die het recept uit De
verstandige kock (1669) voorschreef, viel geen goede bol te bakken. Het
achttiende-eeuwse kookboek ‘De volmaakte Hollandsche keukenmeid’
adviseerde de dubbele hoeveelheid olie, waardoor de koeken boller uit het vet
kwamen. Bollen dus, maar nog altijd stonden ze bekend als oliekoeken. Het
duurde tot het midden van de negentiende voor de term oliebol in woordenboeken
verscheen. In Het Woordenboek der Nederlandsche taal van 1896 staat nog de
gebruikelijke naam oliekoek. Vanaf het
begin van de vorige eeuw veranderde dat snel. Sindsdien kopen of bakken we zelf
oliebollen. Nou ja...... Wij hebben het ook een paar keer geprobeerd. Maar bij
ons was van echte bollen slechts zo nu en dan sprake. Ze hadden, tot grote
hilariteit van onze kinderen, meer weg
van ‘oliefiguren’. Maar lekker waren ze wel. De een houdt van de naturel-oliebol,
de ander heeft er graag wat krenten in en natuurlijk poedersuiker eroverheen. Oh
ja. Samen met Anouk, Youri en Cas waren we afgelopen week in het
Oertijdenmuseum in Boxtel. Een echte aanrader en dat zonder subsidie!
Ik zou het haast
vergeten op de laatste dag van het jaar: Ik wens iedereen een fijne, gezellige
en veilige jaarwisseling en voor 2017 vooral veel gezondheid en geluk. Want dat
is in mijn ogen het meest belangrijke. Nog een tip nodig voor een goed
voornemen? Neem ook een abonnement op de nieuwsbrief van Historiek.net van het
Nationaal Historisch Museum. Daar steek je wat van op!
Met Anouk, Youri en Cas dino’s kijken in Boxtel).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten