zaterdag 10 december 2016

Ach, dat geelzwart hart...

Ja. Ik heb eigenlijk een geelzwart-hart. Bij overlevering, zou je kunnen zeggen. Geërfd van mijn vader die veel te jong op 53 jarige leeftijd overleedt. Je begrijpt dat ik het deze week even over NAC moet hebben. In de Jupilerleague ploeteren ze dit seizoen wat aan. Goede wedstrijden worden afgewisseld met draken van wedstrijden, waarvan ik – ik betrap me daarop- steeds toch wat minder vrolijk wordt. Naar wedstrijden ga ik al enige tijd niet meer, al moet ik wel vertellen dat ik een buitenkansje niet voorbij liet gaan. Met de personeelsvereniging van het Dongemond college gingen we een keer samen naar het stadion in Breda.
Niet meer dat echt NAC-stadion dat ik me van vroeger kon herinneren. Met die overdekte staantribune aan de Beatrixstraat, op een boogscheut afstand van waar wij toen woonden. Dát was een stadion. Daar vierde NAC, nog hoogtijdagen. Compleet met NAC-kwartierke en later het ‘avondje NAC’. Toen kwamen AJAX en FEIJENOORD nog met enigszins knikkende knieën naar Breda om en diverse malen zonder punten en met de staart tussen de bene weer te vertrekken. Dat waren nog eens tijden. Passie van NAC-spelers-in-hart-en-nieren; niet die broodspelende huurlingen die er nu al te veel rondlopen. Veel spelers die ik heb zien acteren, vertrokken naar grote clubs. NAC telde echt mee. Op dit moment is NAC zo nu en dan het lachertje met meer en meer morrende supporters, die toch over het algemeen als hondstrouw te boek staan. Ook ik baal van die onnodige verliespartijen; van het gebrek aan passie en geloof in eigen kunnen; van het feit dat ze op deze manier voorlopig niet terug zullen keren in de eredivisie. Gelukkig laat ik er mijn weekenden niet meer helemaal door verpesten. Er zijn zo veel andere redenen om blij en gelukkig mee te zijn....  Hoe het komt dat ik voor NAC ben? Nou, drie redenen: Mijn vader voetbalde bij NAC; ik ging als puberende zoon om de week met hem mee om naar de verrichtingen van ‘het eerste’ te kijken en wij woonden op een steenworp van de Beatrixstraat in Breda. Het enige echte NAC-stadion. We woonden zo dichtbij, dat mijn broer en zusjes en ons Ma ons bij thuiskomst konden vertellen hoeveel het geworden was. Het gejuich was in onze achtertuin prima te horen. Bij oorverdovend gejuich werd er weer een streepje achter NAC gezet. 
Mijn Pa werd als regelmatig scorende speler met NAC III kampioen in 1936 van de reserve 2e klasse A. Die kampioensfoto heb ik bewaard in ons onvolprezen familiearchief. Dat geldt ook van het wedstrijdverslag van de wedstrijd waarin mijn vader in de hoofdmacht meespeelde. Longa speelde tegen NAC op 5 oktober 1936. Ons Pa viel na de rust in voor Bep de Swart jr, die geblesseerd geraakt was. Ik zou willen dat ik hem had zien voetballen.............
Mijn twee zonen en een schoonzoon voetbalden ook. Tommy en Pieter, beide bij onder meer Nevelo in Oisterwijk, Baronie in Breda en Right’Oh in Geertruidenberg. Ook Ronald, de man van onze dochter Meike voetbalde. Ronald van den Bergh speelde in zijn jeugdjaren bij Bossche clubs DBNC, TGG en BVV, vertrok toen naar RKC en keerde weer terug bij BVV in Den Bosch. En Stefan, de zoon van mijn broer Marco speelde enige tijd bij Internos. Het voetbal zal ze wel in het bloed zitten. Ze hebben het van geen vreemde.
(Bron: Familiearchief f.van son: Cor van Son een jaar voor hij stierf; kampioensfoto seizoen 1935-1936 van NAC 3 in de reserve 2e klasse A. Staande van links naar rechts Van Bers, Cor van Son, De Krom, Ad van Iersel, Joop Piederiet, A. van der Linden II. Knielend: Van Hout, Bliek, A.v.d.Linden I, A.v.Dinther, Tijssen, Van Ermel Scherer. Op de foto ontbreken Van Aalsum, Hakkens en Hilt; Pieter van Son(groen) met Baronie tegen NAC in het NAC-stadion; Tommy aan de bal in een jeugdteam van Nevelo).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten