zaterdag 16 maart 2024

Over weersinvloeden gesproken...

Heel kort: we maakten weer een paar gezellige uitstapjes dankzij het redelijke weer, compleet met zicht op ooievaarsnest. Ook voor het eerst met scootmobiel en elektrische fiets naar ons favoriete bankje in de Biesbosch. 12 kilometer heen en evenveel terug. Het weer was er dan ook naar, al was er wel behoorlijk wat wind.

Maar ik wil deze week eens even wat aandacht besteden aan het weer en ons klimaat. Het is waar. Het klimaat verandert. Maar dat is niet enkel van deze tijd. Wij kenden in ons land ooit -en nog niet zo bijster lang geleden- een ‘Kleine IJstijd’. Ook was het land waarop we nu wonen eens moeras en dan weer zowat snikhete woestijn.

Ik kan me mateloos irriteren aan die milieufanaten, die steeds dramatischer doen om ons hun wil op te leggen, omdat ons weer verandert. De natuur doet echt zelf wel wat nodig is tegen alle misbruik van ons mensen en heeft dat gedram niet nodig. Om maar te zwijgen van blokkeren van rijkswegen en andere onzinnige acties. De nitwits worden in een busje geladen en weer op vrije voeten gesteld. Wat een hobby! Wat kost zo’n wegblokkade wel niet; economisch gezien maar ook aan nodeloze politiekosten. Daar wordt ons milieu ook geen steek beter van. Ook niet van besmeuren van kunstwerken en je eraan vastplakken. Waar is je verstand! Wat nodig is, dat mensen en politiek echt willen veranderen en onze natuur meer met rust laten. Dat is wat nodig is.

Niet tegen

Nee, ik ben niet tegen milieumaatregelen of de noodzakelijke transitie; wél tegen alle mogelijk hypes, die later toch weer niet zo goed blijken voor ons milieu. Of gevolgen van milieugedoe, die we met al ons zogenaamde menselijke vernuft niet aankunnen; zoals overvolle elektriciteitsnetten. Geef maar gewoon toe dat in heel veel gevallen het vaak een kwestie is van ‘hoeveel levert het op aan geld’. Ook bij de politiek. Die houdt enkel van oeverloos praten, overleggen en wetjes maken die onuitvoerbaar blijken. Én het beste jongetje in de klas willen zijn.

Panelen

Wij dragen echt ons steentje zelf ook bij. Wij eten minder vlees; hebben zelf al jaren 10 zonnepanelen op dak en rijden in een hybride auto en op een elektrische fiets en dito scootmobiel en maken gebruik van een elektrische traplift. José scheidt prima alle afval; we letten op de temperatuur van onze verwarming en doen aan isolatie. Normaal nadenken over onze natuur helpt.

Maar laten we ook accepteren dat veel van de weersveranderingen ook onafwendbaar zijn. Het is een cyclus. Het is namelijk niet de eerste keer dat er grote veranderingen in ons klimaat optreden. Zeer koude, erg warme en natte en droge perioden wisselen elkaar al miljoenenjaren af. Ik pikte er één periode uit:

Kleine ijstijd

Mijn voorvader Anthonis van Son (geboren 1756), zijn vrouw en kinderen, hebben heel wat kou moeten lijden. Een koudeperiode die ook invloed heeft gehad op het verloop van de geschiedenis. Dat heeft het weer overigens vaker gehad.

Bekend is de inval van de Fransen onder leiding van Pichegru op 27 december 1794 over het ijs van de Maas bij Empel. Ze kwamen om de Patriotten in ons land te ondersteunen in hun strijd tegen de Prinsgezinden. In de veldslagen die daarop volgden, sneuvelden wel driehonderd Fransen, terwijl meer dan 50 op het ijs doodvroren. Nadat de Fransen over het ijs, ook zelfs de brede Waal konden oversteken, capituleerden op 18 januari 1795 de Staten van Utrecht en daarmee de hele republiek. Ons land was op weg naar Bataafse Republiek. Als je over het ijs de Maas en de Waal kan oversteken, dan heeft het toch wel een tijdje flink gevroren. De winters waren in die tijd over het algemeen zowieso kouder dan nu. De tijd tot zo ongeveer 1840 wordt ook wel de ’Kleine IJstijd’ genoemd. Daarop volgt in onze tijd nu kennelijk een subtropisch tijdvak, als we naar ons weer kijken. Door uitputting van de aarde dragen wij mensen daar zelf niet een steentje, maar zelfs een heel rotsblok aan bij. Maar we blijven massaal vliegen bij voorbeeld. ‘Moet kunnen’ noem ik sinds een jaar of tien de huidige maatschappelijke tendens.

Die strenge kou is nu weg. Er is nog maar sporadisch een Elfstedentocht. Ik heb er in mijn leven tot nu toe maar een stuk of vier of vijf meegemaakt. Ik denk dat de laatste voorlopig is verreden.

Even terug naar die ‘Kleine IJstijd’ met als voorbeeld de winter van 1762-1763. Het was tussen half december en eind januari extreem koud. In West--Europa bevroren meren en rivieren en het economische leven kwam tot stilstand omdat de scheepvaart (dat was het toenmalige vrachtverkeer!), niet meer mogelijk was. In Amsterdam waren honderden arrensleeën op de grachten te zien, maar ook werd een vrouw gevonden, die samen met drie kinderen was doodgevroren, zo melden bronnen. In de eerste maand van 1776 zakten de thermometers in Nederland steeds dieper. Op 28 januari om 3 uur gaven ze zelfs -20 graden Celsius. Er was nog geen centrale verwarming; dus het was bitter koud. In 1784 is er weer zo’n ouderwetse winter met veel sneeuw en ijs. En toen veranderde het klimaat ook.

Uitkramen

Een aantal jaren eerder, in 1775, ontstaat een stormvloed; het zijn “wateren der tuchtiging”, kraamden de predikanten als reden uit. Ze lijken wel milieufanaten van toen. Dat fanatieke godsdienstige gedoe. Waren het niet de Rooms Katholieke pastoors, dan waren het wel de Protestante voorgangers. En dan de ‘wetenschappers’, die we nu ook in de vorm van ‘experts’ in de praatprogramma’s bij bosjes zien. Aan het begin van 1774 rekenen astronomen uit dat planeten Mars en Mercurius zo dicht bij de aarde komen, dat ze die op 8 mei kunnen raken. Het veroorzaakt een golf van paniek: het einde der tijden lijkt nabij…….. In Franeker windt Eise Eisinga zich daarover op: het zijn volgens hem ‘baarlijke nonsens’: de mensen begrijpen niet hoe het zonnestelsel in elkaar zit. Het is voor hem aanleiding om zijn beroemde Planetarium te ontwerpen, nu nog een van de belangrijke Friese bezienswaardigheden in Franeker. In mijn jeugd bracht ik als medewerker van de -helaas verdwenen- Volkssterrenwacht Simon Stevin in Hoeven, een bezoek aan dat kunstige stukje mechaniek in het oude woonhuis van Eise Eisinga in die Friese stad. In een woord vernuftig!

Terug naar het weer. De zomer van 1779 was volgens bronnen warm en droog, maar dat was dan eigenlijk ook weer niet goed. Daardoor waren er slecht drinkwater, armetierige groenten en fruit. Er ontstond een epidemie van dysenterie, pokken en malaria, die in juli begon en in september een hoogtepunt bereikte. De overheid probeert de zieken te isoleren. Straten en markten moeten schoon zijn; ingewanden en aas van vis mogen niet in het water worden gegooid; vuilnis wordt vaker opgehaald; kermis en markt worden verboden. Er is geen geneesmiddel tegen, zo zeggen artsen, maar kwakzalvers doen uiteraard heel goede zaken.

Revolutie

Het weer heeft volgens Jan Buisman ook alles te maken met de Franse revolutie van 1789, naast natuurlijk politieke ontwikkelingen die aanleiding werden voor de volkswoede. De bestorming van de Bastille in Parijs en het uitroepen van de 14e juli tot nationale feestdag in Frankrijk, kwam ook doordat het volk geleden had onder de barre weersomstandigheden. De lente van 1788 was droog geweest; de oogst dreigde te mislukken. In juli volgde een verwoestende hagel en daarna een barre winter in 1789, die tot in maart voortduurde. De ‘Jaerboeken’ hadden in 1788 al gewaarschuwd: “de gisting, welke algemeen in de gemoederen plaats heeft, wordt zeer aangezet door de schaarsheid en duurte der graanen, van welken, gelyk het doorgaans gaat, de schuld dan op desen, dan op geenen geworpen wordt.” Zwarte pieten, dat kunnen wij ook lekker tegenwoordig.

Wateroverlast

En overstromen deed het toen ook. Wat heet. Ik heb het niet over de Ignatiusvloed of Beatrixvloed van 1953 of de Elisabethvloed in 1421. De grootste overstroming in de achttiende eeuw en misschien wel de ergste in Westeuropa ooit, was aan het begin van de achttiende eeuw, de Kerstvloed van 1717. In de periode tussen 1751 en 1800 waren er overigens liefst 9 overstromingen, die allemaal grote delen van ons land onder water zetten en leed en verwoesting veroorzaakten. Toch was, volgens tijdgenoten, die in staat waren rampen met elkaar te vergelijken, de stormvloed van 14 november 1775 nog erger. Het stormde, ‘maar de wind heeft maar korte tijd in de riskante noord-westhoek gezeten. Het water wordt bijzonder hoog, maar gelukkig staat de maan niet ongunstig. De rivieren staan weliswaar niet echt laag, maar ook niet abnormaal hoog’. Alle optimistische verwachtingen ten spijt, treft de stormvloed het hele kustgebied van Vlaanderen tot Noord-Duitsland. Overal lijdt men schade en op enkele plaatsen zijn de gevolgen verschrikkelijk. Vooral de Zuiderzee, waarvan in onze tijd nog slechts een klein stukje IJsselmeer over is, werd getroffen. Als gevolg van de vele overstromingen van rivieren was eindelijk, met horten en stoten overleg op gang gekomen over de verdeling van het Rijnwater. Eeuwenlang was de mentaliteit van de omwonenden geweest, dat een dijkdoorbraak bij de overburen betekende dat men zelf droge voeten hield. Langzaam drong het besef door, dat verdeling van het Rijnwater een zaak van algemeen belang was.

Eind januari 1790 loopt door ijsverstopping op de grote rivieren het water over de dijken bij Nijmegen. Een paar jaar eerder, in juni 1783, klaagden de mensen over ‘kwalijke dampen’ en dat bleek terecht. Die dampen werden veroorzaakt door de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Laki. Op 8 juni dat jaar stroomde daar onder oorverdovend lawaai lava naar buiten; naar schatting zo’n 14 vierkante kilometer. Als gevolg van de vulkaanuitbarsting dreef schadelijke nevel ook over West-Europa. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat die weersextremen en veranderingen in die 18e eeuw het gevolg waren van mensen handelen….

fake ook toen

We hebben het in onze tijd wel eens over ‘fake’ nieuws. Maar dat blijkt van alle tijden. In bronnen in de late Middeleeuwen werd ook kennelijk al aan ‘fake nieuws’ gedaan. Zo vond ik een nepbericht over het weer: een melding over de ‘Allerheiligenvloed van 1470’. Maar die vloed is er nooit geweest... De vermelding is te vinden in het boek over Dordrecht uit 1666 van Jacob van Oudenhoven. Een voorbeeld van nepnieuws uit de zeventiende eeuw.

Wat wij meemaken aan droge hete zomers en bijna geen winter; enkele maanden van regen na elkaar, is niks nieuws.

Zo zijn er tijdvakken van droogte, hitte en ijs geweest, waaronder ook de bewoners in ons land al honderden eeuwen uiteindelijk door gingen met leven. Ik denk na en neem veranderingen serieus, maar kan die drammende milieu- en klimaatkenners met hun hype-gewauwel missen als kiespijn. Ook anno 2024. Stop woorden, begin met daden.

(Bronnen: ‘Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen’, Jan Buisman in https://historiek.net/angstaanjagend-weer-in-de-18e-eeuw/49348/. ; Nepnieuws. https://historiek.net/duizend-jaar-weer-wind-en-water-in-de-lage-landen-is-nog-lang-niet-af/54976/;  https://vandaagindegeschiedenis.nl/18-januari/ ; Arresleden in 1763 in Amsterdam (tekening van H.Schoute), https://historiek.net/angstaanjagend-weer-in-de-18e-eeuw/49348/).






 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten