Het
gaat goed. De puzzelstukjes van de puzzel over mijn afkomst, vallen steeds meer
op hun plaats. Mijn boek in wording krijgt steeds meer vorm. Het raamwerk is er
al een tijdje, steeds vind ik nieuwe stukjes, die naadloos blijken te passen.
Ik
begin mijn verhaal in het jaar 550, de Merovingische tijd dus. Zelfs uit die
tijd zijn nog oorkonden bewaard gebleven. Langs veel wegen, nu eens langs
vaderskant, dan weer langs moederskant ben ik er bijna in geslaagd om de weg
naar nu te vinden. Ik mis eigenlijk nog twee puzzelstukjes.
Ik
lees en bestudeer nu daarom vooral franse teksten en bronnen over de familie De
Jauche, Rumigny-Florennes en De Trognée, de Morialmé, Marbais, Orbais en nog
heel wat anderen. Gelukkig hebben we, toen ik nog een auto had, veel plaatsen
bekeken, die een relatie met onze voorouders hebben. Zoals bij voorbeeld de
Ferme d’Agbiermont in Nodebais, en de
kastelen van Florennes en Sombreffe, en het archief in ’s-Hertogenbosch en dat
van de Abdij van Tongerlo.
Die
lijn komt uit bij Giselbert van Tilburg en gaat zo verder via zijn familie naar
de familie Bac, vervolgens Van Broechoven en daarna door naar van Zonne. In de
tussentijd heb ik ook geprobeerd om vanaf Jan van Zonne, de zoon van Henric van
Broechoven en zijn vrouw Katharina Jan van Zonne, de van Zonne kant verder uit
te vogelen. Dan kom je in ’s Hertogenbosch terecht, waar verschillende
familieleden schepen waren. Ik ben tot ongeveer de elfde eeuw teruggegaan, toen
een Van Zonne nog iets te maken had met het landgoed De Baest. Veel hulp en
steun heb ik van diverse genealogische onderzoeksvrienden, zoals bij voorbeeld
Hans Vogels, Bas Aarts en Wim Deliën. Het is prettig om met gelijkgestemden
over de vraagtekens de praten en oplossingen te zoeken.
Ik
kan me voorstellen, dat je het allemaal niet zo bijster interessant vindt. Ze
zijn inderdaad allemaal dood, die voorouders, maar ik vind het interessant om
hun leven en leefstijl aan de hand van bronnen verder uit te pluizen. Dat is
mijn hobby. Zo nu wen dan vind je dan ook nog nieuwe gegevens of bevestiging
van bestaande. Aan ‘wishful thinking’
doe ik niet. Het moet bewezen zijn en in sommige gevallen neem ik voorlopig
genoegen als diverse serieuze onderzoekers een onderbouwde hypothese hebben.
Voer voor nieuw onderzoek immers. Daarmee blijf ik nog wel een tijdje zoek. Zet
daarnaast José, de kinderen en kleinkinderen én het schrijfwerk voor De
Langstraat en -als het een beetje weer is- de tochtjes met fiets en
scootmobiel, dan weet je dat ik zelfs nog na mijn pensionering volop te doen
heb. En dat vind ik prettig. De contacten tijdens de vergaderingen van de
gemeenteraad en met Maarten en Christiaan van de drukkerij in Baarle-Nassau
zijn een afwisseling. Ik houd het nieuws bij en reageer daarop soms via
facebook. José zorgt voor de boodschappen en de gezelligheid en geniet van het
schilderhobby. We hebben het eigenlijk best goed samen. En dat wordt hopelijk
alleen nog beter, want over enkele maanden heeft ook José haar aow. We worden
stiekum oud dus.
(Bron:
familiearchief f.van son; archief abdij
van Tongerlo; Tarlier, J. & Wauters, A. (1872) La Belgique ancienne et
moderne : géographie et histoire des communes belges, province de Brabant,
canton de Jodoigne (Brussels); Schoolmeesters, E. & Bormans, S. `Notice
d'un Cartulaire de l'ancienne église collégiale et archidiaconale de
Notre-Dame, à Huy', Compte rendu des séances de la Commission Royale d'Histoire
ou Recueil de ses Bulletins, 4th series, Tome I (Brussels, 1873); Gourjault O.
en Wauters A., Chartes inédites extraites du Cartulaire de Saint-Nicaise de
Reims, II en diverse andere).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten