Ik
moest donderdagmiddag naar het ziekenhuis. Een echo laten maken van mijn hart
en vervolgens om kwart over vier een controlebezoek aan mijn cardioloog. Dat is
een hele onderneming. Zoals gebruikelijk had ik de deeltaxi besteld. Ik had
twee uur genoemd. Dat moet wel, want de deeltaxi kan een kwartier eerder of
later komen dan het afgesproken tijdstip. Dit keer kwam het taxibusje precies
op tijd. Plotseling. Want ondanks het feit dat ik bij de afspraak gemeld had,
dat ik het op prijs zou stellen, als ik vlak voor de komst van de taxi
inderdaad gebeld wilde worden, gebeurde dat weer niet.
We
moesten eerst nog even iemand anders ophalen, zo liet de taxichauffeuse weten
en wachtte met wegrijden tot ik mijn pasje had gegeven en de kosten enkele reis
van 8 euro 10 had neergeteld. Nou ja, José betaalde die. Zij was speciaal die
ochtend nog even een boodschap gaan doen, om voldoende klein geld in haar
portemonnee te hebben.
We
haalden nog iemand op in Raamsdonksveer en langs de A27 ging het met een flink
vaartje op weg naar het Amphia. Molengracht, want dat moet je er altijd
bijzeggen als je de taxi bestelt. Eerst werd die andere klant, een aardige wat
oudere vrouw, afgezet bij het Verbeeten
Instituut. Dat doet me altijd weer denken aan mijn overleden zussen en de vader
van José, die aan die vreselijke ziekte zijn overleden. Op daarna naar Amphia
Molengracht.
Het
wordt hoe langer hoe groter. De toegangshal en gang alleen al zijn geschikt om
een honderd meter indoor in af te werken. We hadden nog wel even tijd om een
kopje thee te drinken. Je wist immers niet hoe lang het allemaal zou gaan
duren.
De
moderne tijd heeft ook in Amphia toegeslagen. We moesten ons niet, zoals
gebruikelijk, aanmelden bij een vriendelijke vrouw aan een balie, maar voor het
eerst bij een ‘aanmeldzuil’: de streepjescode van de brief voor mijn onderzoek
voor de lezer houden en vervolgens mijn geboortedatum ter controle intoetsen.
Daarna konden we gaan zitten in een veel te kleine wachtruimte, zodat er mensen
op de hoektafeltjes plaats moesten nemen.
Het
onderzoek kende ik. Had ik al meer gehad. De hartechografiste (mooi woord voor
scrabble) bleek een vrouw van een bekende, van zo’n 40 jaar geleden. Mijn naam
deed bij haar een lampje branden. José ging mee de onderzoeksruimte in, zodat
ze mijn hartecho kon volgen. Dat was mij niet gegeven, want je moet op je
linkerzij gaan liggen en de monitor hing rechts.
Ruim
op tijd konden we het halve ziekenhuis door van West 52 naar Zuid 44, de balie
Cardiologie. Daarachter zat gelukkig nog steeds de vriendelijke, inmiddels
bekende dame. Tot haar en mijn verbazing moest ik ook nog even een hartfilmpje
laten maken. Weer in een onderoekskamertje mijn trui, bloes en hemd uit en
plakkertjes op mijn buik. Daarna weer aankleden en naar wachtruimte 4. Ik moet
zeggen, dat we ook daar niet zo lang hoefden te wachten.
De
controle bij de cardiologe, dokter Wouters, verliep goed. Wij mogen haar wel.
Ze wist nog dat onze dochter vrij onlangs getrouwd was, dat José de bruidsjurk
had gemaakt en vroeg hoe het was geweest. Ik kon haar enkele foto’s laten zien.
Ze was echt geïnteresseerd en José kreeg ook van haar complimentjes. Die kreeg
ik ook, omdat ik er rustig uitzag. De uitslag van de hartecho bleek goed,
evenals het hartfilmpje en de bloeddruk. Het bloedonderzoek, dat ik een week
tevoren had laten doen, was ook in orde, op de nierfunctie na. Die was iets
minder geworden. Geen reden voor extra zorg. De medicijnen bleven, zoals ik ze
had en over een half jaar komt er weer een afspraak. Bij de balie kreeg ik het
briefje alvast mee, waarmee ik een week tevoren weer bloed kan laten prikken. Nuchter,
wel te verstaan. Dan wordt ook het cholesterol weer geprikt. Dat was een half
jaar geleden al gedaan, zodat het de afgelopen keer niet nodig was.
Toen
was het over half vijf. Wij naar een aanmeldzuil om de taxi-terug te bestellen.
Het bleek lang wachten. Druk op de weg, het was immers al over vijven. We
troffen een aardige taxichauffeuse. Je kan ook wel eens een chagrijn treffen
namelijk. We reden naar huis via Teteringen. Te druk op de A27. We waren pas om
half zeven thuis. Tijd voor een uitsmijter, want koken dat was niet nodig,
vonden we. Toch een aardig tijdverdrijf, zo’n middagje ziekenhuis. En nog met
een goede afloop ook. ’s Avonds heb ik nog een begrotingsartikel geschreven
voor De Langstraat. José heeft aan dezelfde tafel geschilderd. Ook nog gezellig.
Toen ik zo tegen tienen naar het Nederlands elftal keek, bleek dat uiteindelijk
ook de drie punten te pakken.
(bron:
familiearchief f. van son)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten