De kerstboom staat en ook de glazen potten met
verlichte kerstballen staan bij ons weer op de vensterbanken. Het is behaaglijk
binnen. Misschien een reden om eens bij de ‘Kleine IJstijd (1570-1700) stil te staan.
Die tijd wordt zo genoemd omdat de gemiddelde temperatuur in ons land toen één
tot twee graden lager lag dan nu. Dan moet je je bedenken, dat er geen centrale
verwarming was en dat het begrip isolatie van huizen nog niet was uitgevonden,
laat staan energie-labels. In zo’n tijd kon je een lekkere warme ‘jas’ goed
gebruiken. De ‘Huik’ hield je toen warm!
Vanaf de 14e eeuw liepen dames in de Nederlanden
geregeld rond in een zogenoemde ‘Huik’. Dat was een lange klokvormige en soms
geplooide mouwloze mantel van wollen stof. Anders dan gewone mantels, werd deze
huik op het hoofd gedragen. Maar wie een huik zo droeg, zodat je gezicht vrijwel
volledig bedekt was, die kwam soms in de problemen. Net als tegenwoordig gold
er ook eeuwen geleden in ons land al een verbod op gezichtsbedekkende kleding.
Het kledingstuk ‘Huik’ zie je op veel schilderijen,
prenten en tekeningen. Mogelijk is de capevormige mantel vanuit Noord-Afrika en
Andalusië naar de Nederlanden overgewaaid, mogelijk al in de tijd van de
kruistochten. Meestal hing die mantel tot op je voeten en hij was gemaakt van donkere
lakense stof (geschoren wol). Eigenlijk was de huik een hoofddeksel, omdat de
mantel vastzat aan een hoedje. Volgens Historiek.net, waar ik deze interessante
informatie aantrof, wordt er wel eens gesuggereerd dat de huik in onze streken
vooral populair werd, dankzij de ‘Kleine IJstijd’. Dan was die mantel
natuurlijk prima voor als het buiten koud en guur was. Je kon je immers vrijwel
helemaal in de mantel verschuilen en was dan goed beschermd tegen weer en wind.
In de nieuwsbrief van Historiek.net, (waarop je je gewoon kunt abonneren!),
werd de Huik voor vrouwen, volgens historisch kleermaker Geeske Kruseman van
Museum Het Leids Wevershuis, ook een symbool van degelijkheid. Je droeg een
Huik bij voorbeeld als je naar de Markt, kerk of een begrafenis ging. Soms werd
een ronde hoed bovenop de huik gedragen. Naast een zwaar Hollandse model,
bestond er –uiteraard- een wat meer modieuze Brabantse versie. Deze had een
geplooide sluier en een hoedje met een pluim uit fluweel. Maar al in de 15e
en 16e eeuw was het dragen van een huik soms verboden. Zo vind je in
het stadsarchief van Amsterdam een besluit van de vroedschap van 18 november
1572. Die verbiedt mensen om zonder toestemming ‘buiten de verste palen’ op het
bevroren IJ te komen. Ook werd vrouwen verboden om met ‘bedeckts hoofts’ de
stad te verlaten; omdat het identificatie moeilijker zou maken. Droegen zij
toch een hoofdbedekking, zoals een huik, dan werd die gewoon in beslag genomen.
In 1564 was ook al eens een hoofddekselverbod naar aanleiding van een
inbraakgolf. Inbrekers verborgen dan hun gezicht snel achter capuchon,
hoofddeksel of huik, zodra ze een waker hoorden aankomen.
Niet enkel vrouwen uit de gewone burgerij droegen de
Huik. Tot de 17e eeuw deden ook mannen dat geregeld. Vrouwen bleven
de mantel nog tot zeker tot in het midden van de 1e eeuw gebruiken.
De rouwmantel, die lijkt op een boerka van nu (het gezicht is bijna helemaal
bedekt). Hij bleef op de Waddeneilanden tot ver in de 19e eeuw in
gebruik. Vrouwen die net weduwe geworden waren, trokken op de eilanden vaak een
lange zwarte huik aan en gingen vervolgens het dorp rond om vrienden en
kennissen op de hoogte te brengen van het overlijden van hun echtgenoot.
Wat is geschiedenis toch een leuk vak hé!
(Bron: Historiek.net: https://historiek.net/de-huik-de-nederlandse-boerka/86786/,
familiearchief f.van son: Kerst 2018).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten