vrijdag 14 december 2018

Over ‘Kleine IJstijd’ en Nederlandse boerka...


De kerstboom staat en ook de glazen potten met verlichte kerstballen staan bij ons weer op de vensterbanken. Het is behaaglijk binnen. Misschien een reden om eens bij de ‘Kleine IJstijd (1570-1700) stil te staan. Die tijd wordt zo genoemd omdat de gemiddelde temperatuur in ons land toen één tot twee graden lager lag dan nu. Dan moet je je bedenken, dat er geen centrale verwarming was en dat het begrip isolatie van huizen nog niet was uitgevonden, laat staan energie-labels. In zo’n tijd kon je een lekkere warme ‘jas’ goed gebruiken. De ‘Huik’ hield je toen warm!
Vanaf de 14e eeuw liepen dames in de Nederlanden geregeld rond in een zogenoemde ‘Huik’. Dat was een lange klokvormige en soms geplooide mouwloze mantel van wollen stof. Anders dan gewone mantels, werd deze huik op het hoofd gedragen. Maar wie een huik zo droeg, zodat je gezicht vrijwel volledig bedekt was, die kwam soms in de problemen. Net als tegenwoordig gold er ook eeuwen geleden in ons land al een verbod op gezichtsbedekkende kleding.
Het kledingstuk ‘Huik’ zie je op veel schilderijen, prenten en tekeningen. Mogelijk is de capevormige mantel vanuit Noord-Afrika en Andalusië naar de Nederlanden overgewaaid, mogelijk al in de tijd van de kruistochten. Meestal hing die mantel tot op je voeten en hij was gemaakt van donkere lakense stof (geschoren wol). Eigenlijk was de huik een hoofddeksel, omdat de mantel vastzat aan een hoedje. Volgens Historiek.net, waar ik deze interessante informatie aantrof, wordt er wel eens gesuggereerd dat de huik in onze streken vooral populair werd, dankzij de ‘Kleine IJstijd’. Dan was die mantel natuurlijk prima voor als het buiten koud en guur was. Je kon je immers vrijwel helemaal in de mantel verschuilen en was dan goed beschermd tegen weer en wind. In de nieuwsbrief van Historiek.net, (waarop je je gewoon kunt abonneren!), werd de Huik voor vrouwen, volgens historisch kleermaker Geeske Kruseman van Museum Het Leids Wevershuis, ook een symbool van degelijkheid. Je droeg een Huik bij voorbeeld als je naar de Markt, kerk of een begrafenis ging. Soms werd een ronde hoed bovenop de huik gedragen. Naast een zwaar Hollandse model, bestond er –uiteraard- een wat meer modieuze Brabantse versie. Deze had een geplooide sluier en een hoedje met een pluim uit fluweel. Maar al in de 15e en 16e eeuw was het dragen van een huik soms verboden. Zo vind je in het stadsarchief van Amsterdam een besluit van de vroedschap van 18 november 1572. Die verbiedt mensen om zonder toestemming ‘buiten de verste palen’ op het bevroren IJ te komen. Ook werd vrouwen verboden om met ‘bedeckts hoofts’ de stad te verlaten; omdat het identificatie moeilijker zou maken. Droegen zij toch een hoofdbedekking, zoals een huik, dan werd die gewoon in beslag genomen. In 1564 was ook al eens een hoofddekselverbod naar aanleiding van een inbraakgolf. Inbrekers verborgen dan hun gezicht snel achter capuchon, hoofddeksel of huik, zodra ze een waker hoorden aankomen.
Niet enkel vrouwen uit de gewone burgerij droegen de Huik. Tot de 17e eeuw deden ook mannen dat geregeld. Vrouwen bleven de mantel nog tot zeker tot in het midden van de 1e eeuw gebruiken. De rouwmantel, die lijkt op een boerka van nu (het gezicht is bijna helemaal bedekt). Hij bleef op de Waddeneilanden tot ver in de 19e eeuw in gebruik. Vrouwen die net weduwe geworden waren, trokken op de eilanden vaak een lange zwarte huik aan en gingen vervolgens het dorp rond om vrienden en kennissen op de hoogte te brengen van het overlijden van hun echtgenoot.
Wat is geschiedenis toch een leuk vak hé!
(Bron: Historiek.net: https://historiek.net/de-huik-de-nederlandse-boerka/86786/, familiearchief f.van son: Kerst 2018).






Geen opmerkingen:

Een reactie posten