Dat is nog eens echt monnikenwerk. Letterlijk dan. Ik
heb het over het boek ‘Liber Privilegiorum’ van de Norbertijner-abdij Onze Lieve
Vrouw in Tongerlo. Het is een band in het rijke archief van de abdij, waarin
charters, bullen van pausen en vorsten en dergelijke zijn verzameld en overgeschreven.
Het ‘Liber’ dateert uit de 14de eeuw, maar er werden in de 17de
eeuw nog enkele afschriften toegevoegd. “Het is één van de pronkstukken van ons
archief”, zo liet mij Kees van Heijst o. Praem. , de archivaris van die
Belgische abdij weten. Het ‘Liber Privilegiorum’ is in de loop der eeuwen in het scriptorium van de Abdij van
Tongerlo door de monniken zelf daar gekopieerd en geschreven. Daar kwam geen
kopieermachine aan te pas. Puur handwerk. José en ik hebben de Abdij al enkele
malen bezocht, maar nu gaan we in die schatkamer echt ook een kijkje gaan
nemen. De afspraak is gemaakt en we mogen van Bram weer een keer de auto lenen.
Maak ik ook persoonlijk kennis met de archivaris. Ik heb al geruime tijd mailcontact met hem.
Hij stuurde mij onlangs op mijn verzoek de kopie van de oorkonde van 27 mei
1244 uit dat schitterend stukje vakwerk en de neerslag van die bewuste oorkonde
in een van de boeken van zijn voorganger, abdij-archivaris dr. M.A. Erens,
o.praem. Die stelde in 1948 een vierdelige serie van ‘De Oorkonden der Abdij
Tongerloo’ samen. Alle monniken van de Abdij van Tongerlo, maar ook die van de
Abdij van Floreffe, gesticht in 1221 en die van Postel, die José en ik ook
bezochten, zetten achter hun naam de toevoeging ‘O. Praem.’ Dat geeft aan dan
zij lid zijn van de de ‘Ordo Canonici Regularis Praemonstratensis’, in het
Nederlands Premonstratenzers of Norbertijnen, een kloosterorde van reguliere
kanunniken van de Orde van Prémontré, in 1121 gesticht door Norbertus van Xanten.
De orde verenigt het beschouwende leven
en liturgische dienst met het actieve leven, zoals zielzorg en onderricht. Norbertijnen
worden ook wel witheren genoemd naar hun witte habijt. Zij leven volgens de regel van Augustinus. Ze hanteren het motto: ‘ad omne opus bonum paratus’
(‘tot elk goed werk bereid’). De norbertijnen van Tongerlo bedienden in de
afgelopen eeuwen vaak diverse parochies in onze regio. Zo waren de Norbertijnen
van Tongerlo ooit ook de bedienaars van de parochie in Tilburg, toen onze
voorouders in de streek rond Tilburg en Goirle leefden en werkten. Straks is
het natuurlijk allemaal te lezen in mijn uitgebreide en geïllustreerde familiegeschiedenis,
speciaal voor ons gezin.
Wat ik eigenlijk moet met die akte uit 1244? Wel, het gaat om een akte waarin Wulfram,
de deken van het Sint Salvator kapittel uit Utrecht de ‘Tienden van Olen’
overdraagt aan Abdij van Tongerlo. Die ‘Tienden’ had het kapittel in eigendom, sinds
rond 995 bisschop Ansfrid van Utrecht ze uit eigen bezit aan het kapittel
schonk. Een van mijn verre voorouders, die in bronnen ‘Walterus miles dictus
Bac van Olen’ wordt genoemd, ofwel Ridder Walter genaamd Bac van Olen, heeft
die Tienden tot 27 mei 1244 gepacht van het kapittel en die dag samen met zijn
oudste zoon Walter en dochter Gertrude, mede namens de jongere, nog onmondige, kinderen
overgedragen.
Ik heb me in de afgelopen jaren behoorlijk over onder
meer die tijd kunnen inlezen in het uitgebreide werk van prof. dr. Eduard van
Ermen. Van die periode in de Middeleeuwen ben ik nu erg goed op de hoogte. Alle
informatie in relatie tot mijn familie, ben ik aan het verwerken in een boek
dat ik over de geschiedenis van mijn familie aan het schrijven ben. Ik kon die
geschiedenis tot in de vijfde eeuw na het begin van onze jaartelling reconstrueren,
mede dankzij veel lees- en studiewerk in zowel binnen- als buitenlandse boeken
en bronnen en vooral ook veel overleg met genealogie-vrienden.
Het duurt nog wel even voordat het boek klaar is. Ik
werk toe naar ons 45-jarig huwelijksfeest, -als we dat mogen halen-, in mei volgend jaar. Het gaat, evenals een
eerder boek over mijn familie dat ik in 2013/2014 schreef, zeker weer enkele
honderden pagina’s omvatten met deze keer zowel kleuren- en zwart-wit
illustraties. Ik weet nu al zeker dat die bewuste akte van 27 mei 1244 er één
van zal zijn.
(Bron: familiearchief f.van son; archief O.L.V. Abdij
van Tongerlo).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten