zaterdag 9 juni 2018

Da's pas echt monnikenwerk....

Dat is nog eens echt monnikenwerk. Letterlijk dan. Ik heb het over het boek ‘Liber Privilegiorum’ van de Norbertijner-abdij Onze Lieve Vrouw in Tongerlo. Het is een band in het rijke archief van de abdij, waarin charters, bullen van pausen en vorsten en dergelijke zijn verzameld en overgeschreven. Het ‘Liber’ dateert uit de 14de eeuw, maar er werden in de 17de eeuw nog enkele afschriften toegevoegd. “Het is één van de pronkstukken van ons archief”, zo liet mij Kees van Heijst o. Praem. , de archivaris van die Belgische abdij weten. Het ‘Liber Privilegiorum’ is in de loop der eeuwen in het scriptorium van de Abdij van Tongerlo door de monniken zelf daar gekopieerd en geschreven. Daar kwam geen kopieermachine aan te pas. Puur handwerk. José en ik hebben de Abdij al enkele malen bezocht, maar nu gaan we in die schatkamer echt ook een kijkje gaan nemen. De afspraak is gemaakt en we mogen van Bram weer een keer de auto lenen. Maak ik ook persoonlijk kennis met de archivaris. Ik heb al geruime tijd mailcontact met hem. Hij stuurde mij onlangs op mijn verzoek de kopie van de oorkonde van 27 mei 1244 uit dat schitterend stukje vakwerk en de neerslag van die bewuste oorkonde in een van de boeken van zijn voorganger, abdij-archivaris dr. M.A. Erens, o.praem. Die stelde in 1948 een vierdelige serie van ‘De Oorkonden der Abdij Tongerloo’ samen. Alle monniken van de Abdij van Tongerlo, maar ook die van de Abdij van Floreffe, gesticht in 1221 en die van Postel, die José en ik ook bezochten, zetten achter hun naam de toevoeging ‘O. Praem.’ Dat geeft aan dan zij lid zijn van de de ‘Ordo Canonici Regularis Praemonstratensis’, in het Nederlands Premonstratenzers of Norbertijnen, een kloosterorde van reguliere kanunniken van de Orde van Prémontré, in 1121 gesticht door Norbertus van Xanten. De orde verenigt  het beschouwende leven en liturgische dienst met het actieve leven, zoals zielzorg en onderricht. Norbertijnen worden ook wel witheren genoemd naar hun witte habijt. Zij leven volgens de regel van Augustinus. Ze hanteren het motto: ‘ad omne opus bonum paratus’ (‘tot elk goed werk bereid’). De norbertijnen van Tongerlo bedienden in de afgelopen eeuwen vaak diverse parochies in onze regio. Zo waren de Norbertijnen van Tongerlo ooit ook de bedienaars van de parochie in Tilburg, toen onze voorouders in de streek rond Tilburg en Goirle leefden en werkten. Straks is het natuurlijk allemaal te lezen in mijn uitgebreide en geïllustreerde familiegeschiedenis, speciaal voor ons gezin.

Wat ik eigenlijk moet met die akte uit 1244? Wel, het gaat om een akte waarin Wulfram, de deken van het Sint Salvator kapittel uit Utrecht de ‘Tienden van Olen’ overdraagt aan Abdij van Tongerlo. Die ‘Tienden’ had het kapittel in eigendom, sinds rond 995 bisschop Ansfrid van Utrecht ze uit eigen bezit aan het kapittel schonk. Een van mijn verre voorouders, die in bronnen ‘Walterus miles dictus Bac van Olen’ wordt genoemd, ofwel Ridder Walter genaamd Bac van Olen, heeft die Tienden tot 27 mei 1244 gepacht van het kapittel en die dag samen met zijn oudste zoon Walter en dochter Gertrude, mede namens de jongere, nog onmondige, kinderen overgedragen.

Ik heb me in de afgelopen jaren behoorlijk over onder meer die tijd kunnen inlezen in het uitgebreide werk van prof. dr. Eduard van Ermen. Van die periode in de Middeleeuwen ben ik nu erg goed op de hoogte. Alle informatie in relatie tot mijn familie, ben ik aan het verwerken in een boek dat ik over de geschiedenis van mijn familie aan het schrijven ben. Ik kon die geschiedenis tot in de vijfde eeuw na het begin van onze jaartelling reconstrueren, mede dankzij veel lees- en studiewerk in zowel binnen- als buitenlandse boeken en bronnen en vooral ook veel overleg met genealogie-vrienden.

Het duurt nog wel even voordat het boek klaar is. Ik werk toe naar ons 45-jarig huwelijksfeest, -als we dat mogen halen-,  in mei volgend jaar. Het gaat, evenals een eerder boek over mijn familie dat ik in 2013/2014 schreef, zeker weer enkele honderden pagina’s omvatten met deze keer zowel kleuren- en zwart-wit illustraties. Ik weet nu al zeker dat die bewuste akte van 27 mei 1244 er één van zal zijn.
(Bron: familiearchief f.van son; archief O.L.V. Abdij van Tongerlo).





Geen opmerkingen:

Een reactie posten