zaterdag 14 september 2024

Het went nooit....

De ergste hitte is eindelijk verdreven. Toch was het weer even wennen. Moet ik wel of geen jas aan. In de loop van de week in elk geval wél. Het was gewoon kil en nat. Je hoort me niet klagen. Ik ben blij dat die brandende zon en temperaturen boven de 25 graden achter de rug zijn. Ik geloof ook niet meer dat ze dit jaar nog terug komen. Vroeger kon ik prima tegen de hitte. Ik genoot ervan. Maar sinds ik op advies van de cardioloog mijn petje op mijn hoofd moet zetten, om te voorkomen dat de zon brandt en al teveel verwarmt, ben ik niet meer zo van die hitte. De warmte van mijn lichaam kan onvoldoende worden afgevoerd en met anderhalve liter vocht per etmaal kan ook daar nauwelijks een bijdrage van te verwachten zijn. Dus vandaar. Het lijkt alsof alle restenergie opgebruikt is.  Ik moet diep graven om nog een dag te vinden waarop ik echt fit ben geweest.Het went nooit...

Opofferen

José zou aanvankelijk woensdagmiddag een middagje zijn gaan schilderen met wat penseelvrienden, maar ze zegde af. Zij vond het niet verantwoord en wilde mij niet alleen laten. Hoe ik ook heb aangedrongen, ze was niet op andere gedachten te brengen. Ik vind het vervelend, als José meent iets te moeten afzeggen dat zij graag doet, vanwege mijn gezondheidstoestand.  Ze offert zich zo-wie-zo al teveel op voor, vind ik. Het duurt soms tot de avond, voordat ze rustig op de bank kan zitten. Ze draagt me de hele dag op handen en blijft in de buurt. Ze vraagt of ik iets wil drinken of eten en is er gewoon voor mij; dag en nacht. Ik denk natuurlijk: Ik red me wel, maar dat is wishfull thinking. Ik kan nog erg weinig met heel weinig energie. Eigenlijk leun ik op José en dat zal ook voor haar erg zwaar zijn. Maar klagen doet zij niet. We gaan -zo lang het kan- vaak even er tussenuit; al is het maar een paar uurtjes. Even uit huis weg. Even aan iets anders denken en naar iets anders kijken. Mijn gezondheid zit dag en nacht in ons hoofd. Dat merk ik ook bij José. Ik hou van rust en kom mijn dag echt wel door.  Zij is als het ware steeds met mijn welbevinden bezig. Ze zorgt voor me en koestert mij. Ik hou van haar en zou me geen betere vriendin kunnen wensen. Of het nu warm is of niet, regent of waait. Niets is haar teveel, terwijl ik zelf nauwelijks iets kan terugdoen om het haar naar de zin te maken. Als we nou om te beginnen eens zouden kunnen afspreken dat het overdag droog is en af en toe zonnig, en ’s nachts regent, dan zal vrijwel iedereen tevreden zijn, denk ik. Ik ga door zo lang me gegeven is. Intussen trekken de kleinzonen zich voorlopig nog niet zoveel van het weer aan. Zij kozen afgelopen maandag tijdens de lunch voor knabbelspek en voor komende maandag staat zelfs een eigen hamburger á la Oma José op het verlanglijstje. “Maar wel een blaadje sla erbij”, liet Youri weten. Cas wilde zelfs nog verder: “en gesmolten kaas”. Dat laatste wees oma af. Dan hebben jullie  ’s avonds geen honger meer. Ze komen graag, die mannen. Het is druk, maar ze zijn erg gezellig en dankbaar.

(Bron: familiearchief f. van son)



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten