zaterdag 23 januari 2016

Ze heten allemaal Jan...

Tussen het nakijken van proefwerken door, maak ik bij tijd en wijle toch nog even tijd voor een van mijn grootste hobby’s; de genealogie of anders gezegd: de geschiedenis van mijn familie. Zoals je misschien weet, zoeken we met z’n drieën in de elfde en twaalfde eeuw naar bronnen om verder bewijs te verzamelen voor de afstamming. Een monnikenwerk, maar dat is niet zo erg. Die mensen die we onderzoeken, zijn immers al lang geleden overleden; dus er verandert niets meer aan wie ze waren, van wie ze afstammen en wat ze tijdens hun leven hebben meegemaakt! 
Je moet er maar zin in hebben om dat uit te vlooien, zo hoor ik je bijna denken. Inderdaad. Daar moet je zin in hebben, tijd in steken en geduld voor hebben. Punt één: ‘zin’, die heb ik al meer dan dertig jaar in dit zoekwerk; ‘tijd’ is al wat moeilijker. Meestal blijft dat beperkt tot zo nu een dan een (half)uurtje in de avond of enkele uurtjes in de weekenden. Ik werk immers nog! En ‘geduld’ zo vraag je je misschien af? Degenen die mij kennen, weten dat dat nou juist niet mijn sterkste kant is. Maar ach, je moet wel als je aan stamboomonderzoek doet. De broodnodige informatie komt je niet aanwaaien. Veel leeswerk in oude en hedendaagse bronnen in diverse talen, “vertaalwerk”van oude akten en andere bronnen kost nu eenmaal tijd; áls je ze al gevonden hebt. Veel staat wel ergens op het internet, maar lang niet alles. Daarom ben ik blij dat ik met twee genealogie-vrienden kan samenwerken. Drie weten immers meer dan één. Dan nog duurt het een tijdje. 
Als ik eenmaal mijn werkzame leven achter me laat, dan wil dat niet zeggen dat ik dan achter de geraniums kruip. Nee. Dán heb ik pas echt tijd. Dan kruip ik achter mijn laptop en kan ik mijn hobby aanpakken, als ik het wil ….als ik tenminste geen andere verplichtingen heb. Want stilzitten zal er voor mij niet bij zijn. Ik heb immers gelukkig ook nog José, - die al bijna 42 jaar mijn nukken en eigenaardigheden accepteert-, dan onze 5 kinderen en de inmiddels 8 kleinkinderen. Die stammen ook van die voorouders af uiteraard…..
Ik ben nu met mijn voorouders niet enkel in die elfde en twaalfde eeuw bezig, maar ook in de zestiende en zeventiende. Daar heten vaders en zoon in mijn familie steeds Jan. Zo nu en dan staat er Jan de Oude en dan weer eens Jan de Jonge. En om het helemaal ingewikkeld te maken: soms is een voorvader twee maal getrouwd geweest en heeft bij beide vrouwen een zoon Jan. Zoek het maar uit. Oude akten uit die tijd kunnen soms helpen. Je kan op basis van die informatie een vader-kind(eren)-relatie reconstrueren. Goed lezen en uitkijken dat in een andere akte je visie niet resoluut onderuit gehaald wordt. Het scherpt de geest. Dat weet ik zeker. Misschien is dat wel de achterliggende reden, waarom ik wil blijven nadenken en af en toe mijn mening eens wil toetsen. Gelukkig dat ik deze hobby heb! Ik ga weer snel door. Het is immers  zaterdag. Prettig weekend!
(Bron: familiearchief f.v.son: achter de laptop aan het werk; fragmenten uit de akte van 13-2-1664 en die van 13-3-1685). 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten