Ik heb in de vorige weekendberichten de jaren zeventig van de vorige eeuw onder het vergrootglas gelegd. Wat werk betreft dan. Werken bij het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn in Breda en bij Dagblad de Stem, nu BN de Stem. Maar er was veel meer in die jaren zeventig. Vooral veel onbegrip, verdriet en gelukkig ook veel geluk.
Op 4 februari 1972 kwam ik zoals normaal vroeg op de middag thuis van school. Ik zat toen in Tilburg op school, studeerde er Nederlands en Geschiedenis aan het Moller Instituut, toen nog in de Tivolistraat. Maar het was vreemd.
Mijn moeder was altijd thuis. Nu niet. Er lag een briefje op tafel. ‘Papa is niet goed geworden, ben naar het ziekenhuis’. Ik kan de tekst nog altijd niet uit mijn geheugen wissen. Ik ging snel naar mijn vriend John Jacobs op de hoek om mijn tante te bellen. Wij hadden nog geen telefoon! Ik kreeg haar aan de lijn en zij vertelde me dat ik maar naar hen moest komen. Ik pakte mijn brommertje. Een maal daar aangekomen hoefde ik niet te bellen. De deur ging open en mama stond daar. “we zullen het voortaan samen alleen moeten doen”. Dat was het enige dat ze zei. Het voelde als verdoofd en vol onbegrip. Binnen kreeg ik wat meer uitleg. Ze hadden papa die ochtend gevonden, zittend tegen een muur. Hij was al overleden. De kransslagader was gescheurd. Hij had geen schijn van kans. Het was alsof de wereld instortte. Ik werd ontzettend kwaad. Waarom hij? Er waren er toch genoeg die niet zo goed waren als hem. Ik begreep het niet en wilde het niet begrijpen. De dagen erna waren alsof ik watten in mijn hoofd had en nauwelijks iets kon horen. Oneerlijk. Hij was pas 54. Oneerlijk. Ik was de oudste thuis, nog niet eens volwassen. Ik stopte met de studie en ging werken. Zo ging dat toen.
In hetzelfde jaar leerde ik José kennen. De vrouw waarmee ik nu al weer ruim veertig jaar getrouwd ben. Wij verloofden ons op tweede kerstdag 1973 en trouwden op 24 mei 1974 in Zundert. Daar kwam ze immers vandaan. Het leven gaat door. Dat schiet er door je heen als je op je trouwdag je vader en schoonvader niet bij je hebt. Nauwelijks een jaar later kwam ons eerste kind al. Wij wilden vroeg kinderen! En in 1979 werd onze tweede dochter geboren. Maar voor het zo ver was, werd ons gezin wéér getroffen. Nadat mijn moeder haar man had moeten begraven in 1972 verloor zij een dochter en ik een zus aan die vreselijke ziekte longkanker. Lieke stierf op 5 oktober 1978.
Geen al te gezellig verhaaltje dit keer, maar het gaat wel over een periode die mij mede gevormd heeft tot wat ik nu ben. Ik vond dat ik dat jullie niet moest onthouden.
(bron: familiearchief f.v.son: achtereenvolgens : schilderij van mijn overleden vader; verlovings- en trouwfoto Frans en josé, foto van Lieke).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten