Wel eens eerder gehoord? Verhuizen tijdens je slaap. Het is mijn opa en oma overkomen. Want zoiets overkomt je!
Op 1 mei 1927 verhuisden Jan en zijn gezin in hun slaap van Teteringen naar Breda. Inpakken was niet nodig en ze bleven zelfs gewoon in hetzelfde huis aan de Ginnekenweg 64 wonen. Alles bleef zoals het was, slechts het huisnummer veranderde van 64 naar 65. Dat had alles te maken met de annexatie door Breda van dat stuk Teteringen, waar toevallig ook het gezin Van Son woonde. Breda deed doodleuk aan 'landje-pik'.
In 1942 werd nog een deel van Teteringen bij Breda gevoegd en in 1961 een –dan nog- onbewoond stuk van de polder de Hoge en Lage Vugt. Daar zijn nu volop woningen en bedrijven gebouwd.
Jan stond na deze verhuizing voortaan in het adresboek van Breda. Eeuwenlang was Breda een stadje met slechts een oppervlakte van 30 hectare. Zoals elke plaats waar het goed wonen is, moest ook Breda groeien. In 1534 werd er een tweede serie wallen aangelegd (op grondgebied van de toenmalige heerlijkheid Haghe). Dat vergrootte het oppervlak tot liefst 282 hectare. In dat jaar bouwde men een muur om de nederzetting die in de Middeleeuwen langs de westwal, tegenover de tolbrug over de Mark, ontstond. De gemeenschap in dat stukje stond bekend als de ‘buitenpoorters’. Het duurde tot 1869 voordat er weer iets veranderde aan Breda.
De oppervlakte van de stad werd in dat jaar vergroot door de vesting af te breken. Breda zag met lede ogen aan dat de burgers vertrokken naar de omliggende gemeenten Princenhage, Ginneken en Teteringen, waar de bewoners wel van de stedelijke faciliteiten bleven profiteren, maar hun veel lagere gemeenteheffingen afdroegen. Breda diende –voorlopig nog zonder succes- al in 1870 annexatieplannen in. In 1927 is het eindelijk raak. Een deel van de gemeente Teteringen wordt geannexeerd. Jan van Son woonde vanaf die dag niet langer meer in Teteringen, maar hij en zijn gezin waren Bredanaars geworden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942 werd het Bredase grondgebied nog eens aanzienlijk vergroot. Grote delen van de gemeenten Princenhage werden geannexeerd. Princenhage werd ruwweg in tweeën gedeeld. De grens werd gevormd door de spoorlijn. Princenhage kwam bij Breda. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Breda zijn eerste nieuwbouwwijk (Heuvelkwartier) op grondgebied van de voormalige gemeente Princenhage. In de jaren 50 en 60 kwam Boeimeer en de bomenbuurt. Op 1 juni 1961 begon de bouw in de Vuchtpolder, (de Hoge Vucht), de IJpelaarpolder, en het buurtschap Heusdenhout, dat in de jaren 70 een Bredase wijk werd. Breda bouwde door: daarna volgde Princenhage-West I en II. In 1975 kreeg de groei een extra impuls. Toen kreeg Breda de status van ‘groeistad’. Het binnen pikken van delen van andere gemeenten ging gewoon door.
Op 1 juli 1976 is een groot deel van de Haagse Beemden (= het deel ten oosten van Rijkweg A16, oppervlakte 1.548 hectare) van de gemeente Prinsenbeek naar de gemeente Breda overgegaan. Dat was nodig voor de bouw van het nieuwe stadsdeel (dat al in 1958 gepland was). Uiteraard kreeg de uitbreiding de naam Haagse Beemden. In 1997 tenslotte, zijn de gemeenten Prinsenbeek en Teteringen en een deel van de gemeente Nieuw-Ginneken (het deel ten noorden van de A58 met daarin Ulvenhout en Bavel) aan de gemeente Breda toegevoegd. Het zuidelijke deel met de dorpen Galder en Strijbeek is naar de gemeente Alphen-Chaam gegaan. Zo, dan ben je op de hoogte. Hadden ze vestingwerken maar behouden.
(Bron: www.plaatsengids.nl/buurtschap/breda/haagse-beemden.
Illustratie: Gemeentearchief Breda, Bossche Poort 1870.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten