Een aparte week die voor de kleinkinderen wel heel erg goed begon. Sneeuw. En echte sneeuw, meer dan een vliesdun laagje, was toch weer even geleden. Ik vind een sneeuwlandschap er altijd erg mooi uitzien, tenminste de eerste uren. Want zodra hij ingelopen is en ingereden, is het maagdelijk mooie en witte er helaas weer van af. Het was ook even geleden dat José, ondanks haar pijnlijke schouder en arm, de sneeuwschep hanteerde, om voor mij en voor haar de tuin tot aan de scootmobiel en de poort begaanbaar te maken. In de voortuin schepte Ronald in een paar minuten de sneeuw voor ons weg. In de achtertuin kreeg José hulp van Cas, die mee kwam helpen sneeuwruimen. Sem speelde intussen naar hartenlust en genoot van de sneeuw. Zij kwamen zelfgebakken koekjes brengen bij oma en ook even opwarmen en theedrinken. Voor wij betekent sneeuw en zeker ook ijs maar één ding: binnenblijven. Niet dat ik veel buiten kom, anders dan voor de fysio en voor het ophalen van nieuwe voorraad medicijnen. José zorgt voor de rest. In winkels kom ik, ik mag wel zeggen, nooit. De gemeenteraad volg ik noodgedwongen van achter mijn laptop. Ik kom dus vrijwel letterlijk de deur niet meer uit.
Toen ik zondagochtend naar buiten keek, de achtertuin in, voelde ik mezelf glimlachen. Ik gunde het onze kleinkinderen zo, dat ze zouden kunnen genieten van sneeuwpret. Dat deed me aan vroeg denken, toen er nog vrijwel jaarlijks sneeuw en ijs was. Het was niet de vraag óf hij zou komen, maar hoeveel. Toen ik kleuter was, lag er heel veel sneeuw, kan ik me herinneren. We konden niet naar school. Het lag hoger dan mijn knieën. Nu ik het toch over toen heb, ken je de tupperware-party nog? Een vriendin vroeg José dan of zij een tupperware-party wilde organiseren. Die vriendin was toevallig consulente van dat merk. José nodigde vriendinnen uit en zij kwam de tupperwarespullen showen en aanprijzen. Als organisator hoopte José, net als zij, dat er veel gekocht zou worden. Dan kreeg de consulente provisie en José geschenken. Je zal het misschien niet geloven, maar uit de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben wij nog steeds een aantal inderdaad onverslijtbare tupperware-spullen. Onder meer doorzichtige vleesbakjes met blauwe deksel, een snackschaal, uiteraard in de kleuren van de jaren zeventig, en op mijn nachtkastje staat nog altijd een oranje koektrommel met wit deksel. Ik neem zo af en toe ’s nachts namelijk een koekje, zo’n droog koekje, als ik toevallig niet kan slapen. Het deksel van dat Tupperware-koektrommeltje begint nu een beetje te verslijten, net als mijn beer, -vanaf mijn jongste jeugd mijn knuffelbeer-, die ook nu nog altijd op de rand van de bed-ombouw zit, samen met de pop van de kleine José.Ik weet nog dat je van tupperware een gratis nieuwe deksel kreeg, als die toch onverhoopt kapot zou gaan. Maar of dat nu nog zo is? Ik heb al jaren niets meer van of over tupperware gehoord, maar google vertelde dat het nog steeds bestaat. Ik herken op internet nog een aantal handige bakjes, schaaltjes en kannen. Ze waren er toen ook al. Sterk duurzaam spul, die tupperware.
(Bron: familiearchief f.van son)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten