Vijftien
weken heeft het geduurd. Van de een op de andere dag drong het coronavirus ons
leven binnen. Wij konden niet meer wekelijks oppassen op de kleinkinderen.
Erger nog. Sindsdien, tot enkele weken geleden, zagen we de kleintjes enkel op
afstand. Eerst door het open keukenraam en later in de achtertuin en pas sinds een
paar weken aan tafel, -elk aan één kant-, zodat kinderen toch weer bij oma en
opa konden spelen. Laat ik vooropstellen, dat ik alle begrip had voor de
beslissing om de kleintjes op afstand te houden. Ik zit immers ook in een
speciale risicogroep en ook oma José behoort al tot de ouderen, al zou je dat
soms niet zeggen…
Maar
het deed pijn en werd langzaam maar zeker verdrietiger, dat we de kleintjes
niet konden knuffelen. Tot enkele dagen terug de verlossende vraag kwam:
‘vinden jullie het verantwoord om weer op te passen’.
Het
hart van oma en dat van mij maakte een sprong van blijdschap en die werd nog
groter toen Cas en Sem weer naar ons toe mochten lopen. “Corona is voorbij”,
kraaide Cas. “Jaaaaa” was het vervolgens Sem. Zover is het jammergenoeg nog
niet, maar ze wisten niet hoe snel ze bij ons op schoot moesten klimmen en ook
niet, dat ze ons daarmee zoveel vreugde gaven. Afgelopen donderdag was het dus
weer oppassen geblazen.
Cas
helemaal op zijn gemak werd door oma naar school gebracht en ook weer
opgehaald. Sem kroop bij mij op schoot om de kinderliedjes te horen en te
bekijken en tussendoor onder het toeziend oog van oma een banaan. Natuurlijk
moest er ’s avonds ook weer bij oma gegeten worden. Je mag één keer raden wat
Cas koos. “Oma’s nasi” en “toetje op het bord”. Hij zag het al helemaal zitten.
Voor hij naar school ging maakte hij ook weer zijn traditionele
boodschappenbriefje voor oma.
Sem
bleef de hele dag bij ons. Spelen dat het een lieve lust was en ik bouwde met
hem mee. Zo nu en dan ging hij ook naar oma om te knuffelen en zich te laten
“tillen”. Na schooltijd ging ook Cas vol plezier weer spelen op tafel, anders
wordt hij in zijn spel al te veel gestoord door zijn kleine broertje.
En
’s avonds natuurlijk bij oma eten. Het is uitstekend bevallen van beide kanten
denk ik. Volgende week dus weer hoop ik. Maar dan iets anders dan oma’s nasi,
Cas…!
Oh
ja. Ik zal er enkele zinnen besteden. Er is op verschillende gebieden iets mis.
Er is racisme in Nederland. Echt racisme moet te lijf worden gegaan. Maar
oproerkraaiers, volksmenners, vandalen en meelopers leveren daaraan geen enkele
bijdrage. In tegendeel. Ze roepen enkel nog meer weerstand op. En daarnaast: ook
een flinke minderheid van degenen die zich gediscrimineerd vóelen, mogen best
ook eens in hun eigen spiegel kijken. Een beetje minder crimineel en
onaangepast gedrag, zou hen bij voorbeeld niet misstaan. Ze verpesten het voor de goedwillenden en die zijn er zat.
(Bron:
familiearchief f.van son)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten