Heerlijk
zomerweer? Voor mij niet. Het is te warm en vooral te lang tropisch weer. Acht
dagen na elkaar een hittegolf ruim boven de dertig. Ik vind dagen achtereen van
zo om en nabij 35 graden echt te veel van het goede. Nee. Ik heb niet liever
sneeuw en ijs, maar mijn gestel kan het niet meer aan, merk ik. Door de geringe
afkoeling ’s nachts, slaap ik niet. En ik kan je verzekeren, hele nachten
draaien en keren en liggen en weer gaan verliggen, gedwongen door aanvankelijk
dikke brnen van het vastgehouden vocht en daarna toenemende spierpijn in mijn
benen, dat is echt geen pretje.
Als je
’s nachts niet slaapt, dan ben je de dag erna geen mens. Zitten, staan, weer
anders zitten en liggen wisselen elkaar noodgedwongen af. In het begin van de
hittegolf gingen we wat vroeger op de dag een stukje weg op fiets en
scootmobiel. Maar dat is er de laatste tropische dagen niet meer van gekomen.
Ik voel me al snel niet lekker in de zon en blijf dus noodgedwongen thuis. Ik
merk ook dat de energie, dat kleine beetje dat ik nog had, ook is opgeofferd
aan de hitte. Zo erg, dat mijn fysiotherapeut me zelfs het advies gaf om
volgende keer me af te vragen, of ik -als de warmte aanhoudt-, nog wel moet
komen voor de oefeningen gisteren, als mijn energie mij in de steek laat. Het
werd iets minder warm, dus besloot ik om toch weer naar de fysio te gaan om in
elk geval de noodzakelijke oefeningen te doen. Dat het helemaal op was, merkte
ik. Nieuw was dat ik soms moest spugen onderweg, wat ons de laatste keer
noodzaakte om maar weer naar huis te gaan, hoe vroeg het ook nog was. Gisteren
kwam Robyn een dagje. Het was niet de hele dag de koperen ploert aan de hemel en
er was veel schaduw. Ik kwam aardig bij, moet ik zeggen, zeker ook omdat het
erg gezellig zitten was bij Boeien in Drimmelen en Robyn bijzonder lief was.
Kortom een fijne dag.
Nee over
Zwarte Piet wilde ik niet veel woorden vuil maken. Het
clubje van overgevoeligen vaak zelfs met gedeeltelijke “roots” in ons eigen ‘ Wilde westen’, heeft naast
jarenlange subsidie om onze cultuur uit te hollen, ook hier weer zijn zin
gekregen. En dat in een week waarvan ik in mijn jeugd nog gezegd zou hebben,
“nee, dit is echt geen weer voor n’n blanke,” zonder dat ik daar ook maar op welke
manier dan ook aan black lives matters dacht. Elk leven is voor mij namelijk de
moeite waard. Daarom heb ik deze week wél gedacht aan de 24-jarige Bas, die een
dief ervan wilde weerhouden een duur horloge te stelen. Daar had en heb ik dan
veel meer dan alleen een naar gevoel bij. Hij betaalde met zijn leven. En dan
loopt zo’n ‘min of meer toevallig getinte’ crimineel gewoon op zijn gemak weg en
kan weer verder gaan met zijn leven als loser en vernielzucht van andermans geluk. Onze
maatschappij is zwaar ten nadele veranderd. Gek. Ikzelf ben nooit ‘gezellig’ met
mes of pistool naar het strand of in het uitgaansleven gekomen en mijn vrienden
en vriendinnen evenmin. Ook onze kinderen gelukkig niet. Nederland en
Nederlanders kregen dit hopeloze tuig gratis vaak overgewaaid als dank voor
onze open armen, open grenzen, vrijheid om zowat straffeloos de beest uit te
hangen en waarschijnlijk een rechtssysteem dat totaal niet is ingespeeld op dit
soort volk. Ik heb het gevoel dat het er steeds meer worden, die graag uit de
ruif blijven vreten en op niet normale manier hun ‘rechten’ en hun kost wensen
te verdienen en/of er geen normen en waarden op na houden. Als ze worden
gepakt, staan de advocaten voor hen in de rij. De strijd tegen dat gaius hebben
we al lang geleden verloren. Er wordt te veel en te lang oeverloos gepraat in
Nederland en te weinig gedaan in dit ook voor mij eens toch wat gezelliger
land. Het is dweilen met de kraan open tegen de misdaad, de grote bek en de
agressie. Was vroeger alles dan beter? Nee vergeet dat gerust, maar op diverse
terreinen wel een stuk eerlijker en aantrekkelijker. Werden criminelen minder
gepamperd en was er meer oog voor slachtoffers dan enkel weer maar eens een goedbedoelde
, al dan niet stille tocht en politici die niet verder komen dan ‘ach en wee’ en
‘onaanvaardbaar’ roepen. Wat ik zeker weet is, dat we ons veel minder aan dat
onderontwikkeld gebied aan de overkant van de plas gelegen moeten laten liggen.
Ik kan dat kopieergedrag missen als kiespijn. (Bron:
familiearchief f. van son).
