zaterdag 25 januari 2025

Voorleesoma bij Flamingo's

Ik mocht je vorige week nog wel bijpraten over de peuterspeelzaal ‘De Boerderij’ van José toen wij in Oisterwijk woonden. Deze week, met name op dinsdag en woensdag leek het of ze weer terug in de tijd ging. Dinsdag mocht José voorleesoma spelen bij de Flamingo’s, dat is de groep war jongste kleinzoon Luuk op zit. Hij was een partij trots en mocht zelfs naast zijn oma gaan zitten tijdens het voorlezen. Oma had zelf de boekjes meegebracht: nu niet Hendrik, over het monster en de Gruffalo. Ademloos waren de kleintjes en na afloop ging een aantal een knuffel geven aan oma José. Ik zat acht op een stoel en ook mij vielen enkele knuffels ten deel. Ik heb een paar foto’s gemaakt, maar wel zo, dat er geen andere kinderen herkenbaar opstaan. Tegenwoordig moet je uitkijken. Ik heb ook nog een stukje uit het verslag van de Juf gekopieerd. Luuk wil mij achterna kennelijk. Op woensdag was Luuk de hele dag bij ons. We gingen naar Monkey town in Waalwijk, maar Luuk was af en toe flink tegendraads en bozig. Hij zit in de peuterpubertijd, denken we dan maar. Maar toen er meer kindjes kwamen op woensdagmiddag, konden we Luuk bijna niet meer vinden in de kliminstallatie. Toen was meneertje weer in zijn element.

Tim

Ja. Natuurlijk moet ik ook nog even op onze nieuwe wereldburger Tim van Son terugkomen. Je hebt het kaartje immers nog niet gezien van onze Tim, de zoon van Stefan en Alicia. Bij deze dus en ja, vader, moeder en zoon maken het uitstekend. Hollands welvaren! Trotse Oma Dineke heeft er weer een kleinzoon bij.

Opklimmen

We zijn weer aardig uit het dal aan het opklimmen en dat terwijl de griepepidemie de ziekenhuizen vult. Overigens daarbij ook nog eens diverse bacteriën en virussen, die opgeld doen. Ik hoop er allemaal van verschoond te blijven, want mijn afweer is echt niet wat hij zou moeten zijn. Voorzichtigheid blijkt dus geboden.

(Bron: familiearchief f. van son).

 







 

zaterdag 18 januari 2025

De boerderij van José…en boten.

Dit weekendbericht staat voor een groot deel José, -nu al ruim 50 jaar mijn vrouw,- in de schijnwerper. José had jarenlang een door haar zelf opgerichte, particuliere peuterspeelzaal, zonder subsidie, toen wij in Oisterwijk woonden. Die peuterspeelzaal, ‘de Boerderij’, was gevestigd in de boerderij van Jan Verhoeven, aan de Kerkhovensestraat, aanvankelijk op de zolder, later in een deel van de begane grond. De peuterspeelzaal was erg geliefd en liep als een trein. Heel veel Oisterwijkse kinderen hebben die peuterspeelzaal met plezier bezocht. Het was er ook fantastisch, ouderwets gezellig en de kinderen hadden ook een afgesloten ‘buitenboel’, zoals José en de leidsters die bij haar in dienst waren, het noemden. Die buitenboel, waarvan nog een leuke foto bewaard bleef, was een mogelijkheid om achter de heggen en het hek van de tuin, superveilig buiten te spelen. José had driewielertjes, stepjes, kinderwagentjes, grote en kleine auto’s, poppen en trekkarren en heel veel ander speelgoed voor binnen en buiten; jongens- en meisjesspeelgoed, want dat was toen nog normaal. De fijne peuterspeelzaal hield tot verdriet van veel ouders en kinderen en ook van José en mij op te bestaan, toen een van de dochters van Jan en An Verhoeven, zelf, samen met haar man de ruimte in de boerderij nodig hadden. Jan en ook An zijn inmiddels overleden. Elders ruimte krijgen in Oisterwijk was toen vrijwel ondoenlijk, ook financieel gezien. De grote Stichting voor peuterspeelzalen zag met enig leedvermaak de vreemde eend in de bijt verdwijnen. Jammer. José heeft toen ook in een sportcentrum nog kinderopvang opgezet, voor tijdens het sporten van de ouders, maar dat werd niet echt een doorslaand succes. Veel speelgoed bleef er helaas achter. Maar niet alles. Er is toch nog een erfenis uit die tijd mee naar Raamsdonksveer gekomen: bergen speelgoed, waarvan onze kleinkinderen nu nog altijd plezier hebben. José kocht zo nu en dan uiteraard wat moderner speelgoed bij. En daarnaast…. Als er voor kinderen gezorgd moest worden, dan was José de allerbeste oplossing. Dat vond en vind niet alleen ik. We worden nu echt een dagje ouder. Dan blijkt een hele dag voor kleinkinderen zorgen, toch een hele klus. Vooral voor José, want ik kan momenteel weinig anders helpen, dan tegen de kleinkinderen lachen, het klaargemaakte namaak-eten bestellen en daarn, als ze uit het keukentje kommen, in diverse schaaltjes en potjes, tot plezier van de kleinste, smakelijk ‘verorberen’. Soms doe ik ook wel eens een spelletje aan tafel. Maar veel bouwen met de bambinosteentjes, zoals ik vroeger met onze kinderen deed, van hele vliegdekschepen, huizen of kastelen of met lego nu, zit er helaas niet meer in. De energie ontbreekt nu eenmaal. Maar de kleintjes begrijpen dat gelukkig. En….. ze kunnen goed zelf spelen. Speelgoed genoeg. Wie wat bewaart, die heeft wat.

Boten en meer...

Normaal gesproken, nemen wij er de flauwe bocht naar links. Dit keer gingen we naar rechts. Nog niet eerder gedaan. Het was de moeite waard. Behoorlijk wat bedrijvigheid daar en ik maakte er dan ook gebruik van om een paar plaatjes te schieten. Want wat ik zag, dat had ik echt daar niet verwacht. Als ik door was gereden op een smal weggetje, dan was ik op een plek beland, waar je de auto op een schip kan hijsen. Ik ben achteruit teruggereden. Het was me wat al te smal daar met water aan beide kanten. Erg koud dat water, denk ik. Vooral zo medio januari…

Biesboschmist

We waren deze week ook in de Biesbosch. Ondanks de mist. Normaal kan je er ver kijken, helaas was het wereldje ook daar een stuk kleiner. Maar ook dan blijft het genieten. Wel van achter glas in een behaaglijk warme auto. Thermoskan thee mee en een worstenbroodje. Altijd gezellig samen met José. Normaal eten en drinken we dat op een bankje en genieten van de heerlijke rust en verder van, ja van wat eigenlijk. Zijn het roerdompen of meerkoeten of misschien, waterhoen. Ze zijn zwart met witte snavel en fourageren aanhoudend. Ik heb bij biologie kennelijk toch te weinig opgelet. Maar ja, het was dan ook geen hoofdvak waarmee ik door wilde. (Bron: familiearchief F. van Son).

 









zaterdag 11 januari 2025

Verrast en speurwerk....

Donderdag stond een controlebezoek op het programma bij de cardioloog. Met positief resultaat, mag ik wel zeggen. De hartwaarden verrasten zelfs mijn cardioloog. Het waren de beste waarden van de afgelopen anderhalf jaar, zo liet zij mij weten. Ook de situatie van mijn enige overgebleven nier was stabiel gebleven. En dat ik zo moe ben en zonder energie en bijna niets meer kan, dat hoort er ‘gewoon’ bij. Ik dank dat toch wel positieve beeld aan de uitgebalanceerde medicatie, de niet aflatende zorg door José, ons afgewogen eet- en drinkpatroon, het goed luisteren naar mijn lichaam en ook mijn rotsvast vertrouwen in mijn steun en toeverlaat, die niet op onze aarde is. We gaan door!

Familieonderzoek

Deze week in dit weekendbericht weer eens even aandacht voor de amateurgenealogen, zoals ik. Sinds 1982 speur ik al naar de geschiedenis en leefwijze van mijn voorouders. Samen met José zoek ik ook elke keer de plaatsen op, waar mijn voorouders een rol speelden. Dat deed ik bij voorbeeld in Florennes, in Marbais in zuid België, in Landen, waar ik opgravingen fotografeerde, in de abdij van Tongerlo en op nog heel veel meer plaatsen en in gehuchten vooral in zuid-België, waar het lijkt, dat de tijd is blijven stilstaan. Vaak vond ik het een en ander terug waar mijn voorouders een rol speelden, zoals de oude Gengulphuskerk in Florennes en het kasteel daar. In mijn herinnering waren er heel veel zuilen in de kerk daar, maar ik kan de foto’s helaas niet meer terugvinden van die mysterieuze kerk. Of bij Marbais, waar José en ik een hele dag nodig hadden om de overweldigende ruïne van de abdij van Villers te bezoeken. We maakten foto’s en legden zo de geschiedenis van onze familie vast voor onszelf en ons nageslacht. Maar daar ging heel wat zoek- en leeswerk aan vooraf in teksten en bronnen in diverse talen.

Florennes

Wij waren bij voorbeeld in Florennes omdat Arnulf van Florennes en Ermentrude van Ardennen samen een van onze voorouderparen vormen. Soms heten ze in bronnen anders om het ‘gemakkelijker’ te maken….. Arnulf of Aernhout van [Rumigny]-Florennes en zijn vrouw Ermentrude van Ardennen of ‘Van Verdun’, of zelfs ‘van Luxemburg’, want ook zo kom ik haar in bronnen ook tegen. Want bronnen zijn tijdens mijn onderzoek altijd nodig geweest. Arnulf werd geboren voor 954. Die Arnulf is de zoon van een Alpaidis: de 'Miraculis Sancti Gengulfi' noemt "Arnulfus, Alpaidis et Godefridi Hainoensis pagi comitis filius". Ook wordt vermeld, dat hij heer van Florennes was. De ‘Gesta Episcoporum Leodiensium’ praat over "Arnulfum nobilem de Rumiaco. Alpaidis et Godefridi filius". Ook wordt daar vermeld, dat hij de kerk van Sint Gengulf in Florennes stichtte. Ook in de kroniek van Alberic de Trois-Fontaines wordt geschreven, dat Arnulf als "Arnulfum nobilem de Ruminiaceo, Alpaidis et Godefridi filius" de kerk van Sint Gengulf in Florennes stichtte in 1002. ”Arnoul Ier est le fils d'Alpaïde et du comes Godefroid, comte en Hainaut.  Niet de graaf ván, maar ín Henegouwen dus.  Die kerk hebben we ook bezocht uiteraard. De vrouw van Arnulf van Florennes,  Ermentrudis van Ardennen (van Verdun) was één van de kinderen van Godfried ‘de gevangene’ (‘Godefridi Ardennensis’), de graaf van Bidgau, Methingau en Verdun, die ook de Marken Ename en Antwerpen in bezit had. De moeder van Ermentrude moet Ermentrude van Zutphen zijn, dochter van Everhard . Godfrieds tweede vrouw Mathilde Billung van Saksen voedde Ermentrude als stiefdochter op. Godfried zelf stierf in 1002. Volgens onderzoeker Hein H. Jongbloed heette zijn eerste vrouw in plaats van Ermentrude, Averarda van Zutphen. Hij schrijft: "J'ai proposé d'identifier la première épouse de Godefroid le Captif avec la comtesse Averarda que commémore le nécrologe de Saint-Vanne de Verdun et au sujet de laquelle aucune identi-fication n'avait été proposée". Volgens prof. Dr. J.M. van Winter werd de moeder van Ermentrude mogelijk niet in Florennes herdacht, omdat zij samen met haar naamloze zoontje in het kraambed samen is gestorven en niemand zich haar nog herinnerde. Maar volgens haar zou ze wel degelijk Ermentrude (van Zutphen) hebben geheten. De vader van Ermentrudis hertrouwde al vrij snel na haar dood met Mathilde Billung [van Saksen], die weduwe geworden was van Boudewijn III ‘den Jonghen’ van Vlaanderen. Ermentrude werd door haar stiefmoeder Mathilde van Saksen opgevoed. Die werd wel in Florennes herdacht en wel op 25 mei.  Haar vader en stiefmoeder zijn ingeschreven in het necrologium, (dodenboek) van het klooster Johannes de Doper in Florennes: op 5 mei 'mathildis comitissa en 4 september ‘Godefridi comes.'  Bij de onderzoeker Roland vinden we ook de naam van de vrouw van Arnulf “Ermentrude, fille de Godefroid ‘le Captif et Mathilde de Saxe."  Maar hij meldt niet aan welke bron hij dat ontleent . Hij meldt ook "Arnoul seigneur de Florennes reçut en bénéfice du comte Herman son beau-frère l'abbaye d'Hautmont", maar ook hier zonder bron. Zijn woordkeuze lijkt te suggereren dat het document de familieband tussen beide partijen aangeeft.  In het martyrologium van de kerk van Kamerijk wordt 7 maart het overlijden van Ermentrude herdacht: "Ermentrudi ma[ter] ep[iscopie] Gerardus". (Ermentrudis, moeder van bisschop Gerard ).  Dat was zij. Ook dat heb ik uitgezocht en uiteraard met bronnen bewezen.

 (Bron: familiearchief f. van son, foto’s uit eigen bezit).





 

zaterdag 4 januari 2025

En eindelijk, daar was ie dan....

Ik moest op 2 januari toch even in mijn ogen wrijven. Het was weliswaar koud toen ik op de scootmobiel naar de fysio ging, maar voor het eerst sinds weken was er een stralend blauwe lucht te zien. Zonder wolken; zonder sombere miezerregen en al dan niet dichte mist. Een eind aan een vrij troosteloze periode. We konden het jaar 2024, een uitgesproken rotjaar voor ons, afsluiten en opnieuw beginnen zo leek het.

De zon zette zijn beste beentje voor en onze 10 zonnepanelen op het dak droegen voor het eerst weer echt bij aan het beperken van ons energieverbruik. Met dat lichte weer verdwijnt als het ware ook de somberheid een klein beetje. De zon kwam stralend tussen de lamellen van onze luxaflex heen naar binnen.

Alles kan nu weer langzaam zijn gangetje gaan. De feestdagen, -ofwel de tijd dat je niet precies meer wist welke dag het was-,  zijn voorbij. Maandag gaan de kleinkinderen weer naar school en maandagtussen de middag komen drie kleinzonen een boterham bij ons eten. Dit keer viel de keuze van de heren op tosti’s. De een met alleen kaas en twee met kaas en ham.

Schilderen

José ging 2 januari in de middag met oudste dochter Inge op pad naar Breda. Nog voor haar verjaardagscadeautje was een bezoekje aan schilderwinkel Deva in Breda gepland, inclusief een gezellige kop koffie. José kon er nog even wat gewenste schilderspulletjes meenemen. Een boek met acrylpapier en twee mooie brede penselen. Hopelijk vindt zij de rust om de penselen weer ter hand te nemen. Zondag 29 december was Renée jarig, ze was blij met de ‘ficus elastica’ die we van haar verlanglijstje hadden gestreept. Op maandag ging ik bloedprikken als voorbereiding voor mijn controlebezoek aan de cardioloog komende week. Dat was ook precies de dag waarop vorig jaar mijn broertje stierf. De laatste dag van het afgelopen jaar brachten José en ik door aan zee. We lunchten op Westenschouwen, nadat we in Westkapelle de inmiddels bekende en bij ons favoriete panoramaroute reden. Daar kan ik dicht bij de zee komen, zonder eerst een moeilijke duinovergang, laat staan een lange trap te moeten trotseren. Beide kan ik niet meer. Je kan daar zo heerlijk van de zee genieten, ons hoofd leegmaken en luisteren en kijken naar de aanrollende golven en het daarbij horende geraas. Een passende afsluiting voor een erg bewogen jaar, dat zorgde voor heel veel stress bij José en bij mij. Het nieuwe jaar begon voor mij met spierkrampen, dus dat was even minder. Goede voornemens? Nee. Gewoon doorgaan waarmee we bezig zijn. Liefst nog zo lang mogelijk. Het toch wel toenemend aantal gebrekjes en gebreken moeten we maar voor lief nemen, denk ik.

(Bron: familiearchief f. van son).