zaterdag 19 april 2025

Dubbel genieten...

Het was heerlijk weer afgelopen zaterdagochtend. Fijn om weer eens een keertje naar onze voetballende kleinzonen te gaan kijken. Dubbel genieten dus. José liep door naar de training op het achterste veld. Daar was Sem onder het toeziend oog van mama en anderen partijtjes aan het trainen. Ik bleef met mijn scootmobiel bij het veld waarop Youri zou spelen. Natuurlijk kwam Sem na de training ook nog even naar zijn grotere neefje Youri kijken. Helaas wonnen ze niet en dat was toch echt niet nodig geweest na een 4-1 voorsprong. De achterhoede zag er jammergenoeg niet solide uit. Youri baalt dan, hij scoorde wel en gaf weer mooie passes en bij een paar aanvallen en vooral corners op het doel van de tegenstander, scheelde het soms centimeters. Opa en oma zijn weer eens geweest. Jammergenoeg speelde Cas niet ‘thuis’. Hij moest ‘uit’ naar Raamsdonk, maar die zien we ook nog wel voetballen. Je kan namelijk als oma en opa niet op twee plekken tegelijk zijn, al kunnen e ouders dat wel. Wouter gaat met Cas mee en Elke met Sem. Ik denk dan aan jaren geleden, toen wij met onze jongens Tommy en Pieter ook elke zaterdag de sigaar waren. Dat gold toen overigens ook voor de doordeweekse trainingsavonden.

Pasen

Kent de jeugd van nu eigenlijk nog de achtergrond van Pasen? Dat vroeg ik me af toen ik, -dankzij het feit dat de Raadsvergadering niet zo lang duurde-, samen met José een deel van ‘The Passion’ in Terneuzen op TV kon volgen. Mooi, dat oude verhaal ontdaan van vrijwel alle onnodige zaken. Goed gespeeld door de enthousiaste acteurs. Dat vonden wij tenminste. Van oudsher wordt Pasen gevierd op de eerste zondag die volgt op de volle maan na het begin van de lente. Morgen is het weer zo ver. Het is ook de tijd van de Matheus passion, voor velen hét klassieke muziekstuk van het jaar. Eigenlijk begon vrijdag na de koningsspelen op school de meivakantie. Op de foto Cas en Sem. Zij waren enthousiast en ook het weer speelde mee. Als ik het goed heb, dan hoeven de kleinkinderen twee weken niet naar school. Er zitten al heel wat mensen in de auto, op weg naar hun meivakantieadres. Anderen trotseerden de drukte op schiphol of namen hun vertrek vanaf een ander vliegveld. Sommigen uit ons uitgebreide gezin gaan er op uit naar Marokko bij voorbeeld. José en ik blijven thuis. Op morgen, eerste Paasdag na. Dan gaan we op uitnodiging van Elke en Wouter samen gezellig uit eten. Cas en Sem zijn er natuurlijk ook bij. Wordt zonder twijfel weer gezellig. Wij kijken ernaar uit. Of we maken komende week wat tripjes misschien. Misschien binnenkort een paar dagjes weg. Wie weet.

(Bron: familiearchief f. van son).

 









zaterdag 12 april 2025

Een stukje geschiedenis…..

Gistermiddag gingen José en ik naar de zeer druk bezochte afscheidsbijeenkomst van Kees den Exter in Made. Hij stierf vorige week, na zo’n twee maanden in het Amphia ziekenhuis te hebben gelegen. Kees, of ‘Kiske’, zoals velen hem noemden, was al geruime tijd ziek. Kees was mijn collega-journalist in het tweede deel van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Een hele tijd terug dus. We maakten deel uit van elkaars leven toen en vormden, samen met Peter Schouten, die ook bij het afscheid was, en Willem Wolters, team Oosterhout van Dagblad de Stem. Toen was Dagblad De Stem, -in een heel andere tijd-, nog echt een regionale krant bij overtuiging. We hadden onze correspondenten voor het plaatselijke nieuws en als de gemeenteraadsvergadering van een of andere gemeente in ons verspreidingsgebied tot na middernacht duurde, geen nood, rammelend op de telex vanuit het kantoor aan de Arendstraat, tikten en verstuurden we onze artikelen naar het hoofdkantoor aan de Reigerstraat en het Kasteelplein in Breda. Daar had iemand van het team avonddienst en het artikel stond altijd die dag al in de krant. Dat waren nog eens tijden. Een foto van Kees toen en nu sierde het bidprentje.  

We hadden toen eigenlijk een tweede kantoor, zo zou je kunnen zeggen. Dat was het ‘Bruin Café’ waar Bout Stadhouders de scepter zwaaide. Zowel in de Arendstraat op de eerste verdieping, als in ons tweede kantoor in de Klappeystraat, hebben we wat afgelachen en ook tussendoor gewerkt. Kees had zijn droge en ook scherpe humor; ik deed er vaak een sausje overheen en de werkdag was dagelijks een gezellig feest en tóch werden er elke dag weer pagina’s met degelijk nieuws en achtergronden door ons en onze correspondenten geschreven. Telefonisch verzameld met de toen nog vaste telefoon of ‘en route’ op weg naar het nieuws. Johan van Gurp maakte steeds weer de juiste foto’s bij onze artikelen. Van hem kon je echt op aan. Dat was zo’n 50 jaar geleden.

Aan het eind van die jaren zeventig vertrok ik naar Apeldoorn om er in de gemeentevoorlichting aan de slag te gaan. Ik verloor daarmee de collega’s uit het oog, tot ik een paar jaar geleden op zekere avond een telefoontje kreeg van Kees den Exter. Hij wist altijd vrijwel alles over iedereen en dus ook over onze collega’s. ‘Weet jij nog hoe dat toen gegaan is’ , was vaak een vraag. Kees wilde altijd het naadje van de kous weten. Kees en ik spraken af en ik bezocht samen met José enkele jaren geleden Kees en zijn partner Mariëtte in hun mooie huisje in Hank om eindelijk weer eens bij te praten. Ze kwamen ook eens bij ons genieten van de kookkunst van José. Gezellig. Kees was toen al, -net zoals ik-, geruime tijd ziek. Maar hij kon duidelijk flink minder dan ik nog kon. En toch bleef die ondeugende schittering in zijn ogen. Hij was geen steek veranderd, maar het ging hem vanwege zijn ziekte wel een stuk moeilijker af. Maandagavond kreeg ik Mariëtte aan de lijn en gistermiddag was dus het afscheid van Kees en van een tijdperk. Ik voelde weerstand en een vreemd gevoel toen ik door de poort van de begraafplaats in Made moest. Voor Kees hoop ik dat hij nu voortaan zoveel plezier mag hebben, dat hij altijd zoveel aan anderen gegeven heeft. Bedankt Kees! Mariette, kinderen en de kleine Jacob wens ik toe, dat zij hun fijne herinneringen aan een mooi mens kunnen blijven koesteren.

Het leven gaat door

Het leven gaat door, is zo’n dooddoener; maar het klopt wel. Afgelopen zondagavond werd ons weer een heerlijk en verrassend diner voorgeschoteld door onze ‘schildervrienden’. Dit keer bij Petra en Jos. Het werd een gezellig en culinair hoogstandje, -door combineren van smaken, die eigenlijk niet kunnen passen-. een haast niet te kopiëren Klaproosdiner. Nu is José weer aan de beurt. 

Over de stuw

Begin van de week gingen we op de fiets en scootmobiel voor de lange tocht via Raamsdonk richting ’s gravenmoer en langs de oever van de Donge, tot de stuw. Via die oversteekmogelijkheid naar de andere oever en weer langs de Donge terug naar Raamsdonksveer. Dan zijn we er nog niet. Je kan niet meer achter ‘de Put’ langs, dus gaan we vóór de put en via het fietspad door de polder naar het Huntingtonhuis. Je ziet daar al volop bedrijvigheid voor de aanleg van de nieuwe weg. Via Geertruidenberg en na een ijsje van Enzo reden we uiteindelijk weer naar huis.

Robyn

Ik heb het optreden van onze actrice in de dop Robyn terug gekeken. Wij konden er vanwege ons etente niet bij zijn deze keer. Wat een heerlijk heldere stem heeft zij toch. Zo afgewogen en met de juiste intonatie. Je kon horen en zien, dat ze er plezier in heeft.

Youri

Vandaag gaan we weer eens op de velden van RFC kijken naar onze kleinzoon Youri. Die moet tegen de bovenste voetballen, zo liet hij afgelopen maandag al weten. Misschien spelen ook Cas en Sem wel thuis. We merken het vanzelf. En dan staat de nieuwe week weer op het punt van beginnen. Op naar Pasen.

(Bron: familiearchief f. van son; bibprentje Kees den Exter)













 

zaterdag 5 april 2025

Voor het eerst.....

Dit jaar zijn we deze week voor het eerst op pad gegaan met de fiets en de scootmobiel. Het kan niet anders, dat die eerste tocht in 2025 naar ons favoriete bankje ging in de Biesbosch. Boterhammetjes mee en een thermosfles thee. Het was als vanouds, maar we hadden ons toch wel even wat verkeken op de wind. De draaiende wind.  Op weg er naartoe, zo’n 12 kilometer, ging het allemaal nog wel, maar soms hadden we de wind flink tegen. Naarmate de tijd vorderde, nam de wind zelfs in kracht toe en dat is voor José -ondanks haar elektrische fiets-, flink trappen.  Dankzij die wind was het stilzittend op de scootmobiel toch best soms wat rillerig. Maar het ging wel. We hebben zegge en schrijven twee bootjes gezien en wat watervogels, terwijl de wind aanhoudend in onze nek blies. In elk geval met de pet op, heerlijk zonkracht opgedaan en ook weer wat bijgekleurd.

Maandag waren we al met de auto even op pad geweest en hebben we op de middag in ons eentje op het terrasje van de Paters in Meerseldreef gebivakkeerd. Toch was het er lekker en gelukkig had ik mijn pet in de auto meegenomen. Dat is echt nodig, als het zo zonnig is als in de afgelopen week.

Tommy

Onze oudste zoon Tommy was maandag jarig. Dan moet hij werken, maar woensdag reden José en ik naar Vleuten om hem te feliciteren. En natuurlijk ook om onze kleinzoon Sven weer eens te zien. Papa Tommy en Mama Nienke waren beiden thuis. Sven was beig om uit twee plaatjes de tien verschillen te zoeken, toen wij binnen kwamen. Dat kan hij goed zeg. De kleinste details vallen hem al op en hij moet nog 4 worden. We bleven lunchen en zijn toen op tid weer naar huis gegaan. Of eigenlijk niet helemaal, want bij het opdraaien van de rijksweg richting Den Bosch en Breda kwamen we prompt in de file terecht. Ik haat rijden in de Randstad. Niet vanwege de files maar van het heen en weer kruisen door heel wat weggebruikers van de ene naar de andere rijbaan en weer terug en liefst zonder op andere weggebruikers te letten. Aan dat jachtig gedoe heb ik een bloedhekel. Eind van de middag waren we zonder brokken te maken weer veilig thuis. 

Hoogmis

Mogen is het de ‘Hoogmis’ van het wielerseizoen; de Ronde van Vlaanderen. Ik kijk ernaar uit, al zal ik de finish niet rechtstreeks meemaken. We zijn namelijk te gast bij een van de schildervrienden van José op een gezellig etentje. Jammer dat tegelijkertijd Robyn een optreden heeft. Daar geef ik dan uiteraard de voorkeur aan. De vorig keer werden we daar vergast op diverse culinaire uitspattingen.  Ik ben weer benieuwd. Daarna is José weer aan de beurt om haar kookkunsten te etaleren.

Droevig

Gisteravond kreeg ik een bericht onder ogen, dat mijn oud-collega journalist bij De Stem, Kees den Exter was overleden in het Amphia ziekenhuis. Een zwart bericht. Jarenlang was ik collega van hem in het ‘leuke team’, team Oosterhout. We hebben heel erg veel gelachen. Uiteraard he ik een foto uit mijn archief opgediept. Ik wens Mariette en alle andere dierbaren van Kees de kracht om dit verlies te dragen. Ik herinner mij hem als een goedlachse en uiterst vriendelijke vriend en collega.

(Bron: familiearchief f. van son).







 

zaterdag 29 maart 2025

Twee keer kijken.....

Eén dingetje licht ik dit keer uit een toch ook wel weer volledig gevulde week. Het is een lange, mooie en gezellige rit op donderdag. We hebben er een prachtige dag voor uitgekozen, zeker ook wat het weer betreft. 

Ze hebben in België toch soms wel een andere aanpak voor het vragen van aandacht voor de veiligheid op het wegennet. Ik kan me nog een vrij harde reclame met foto’s herinneren over gevolgen van ongevallen met bloederige taferelen. Deze keer staan motoren in het centrum van de belangstelling. Dat merkten we, toen we donderdag een rit maakten naar en door de Ardennen. ‘Motor gezien, twee keer kijken…’, zo luidde het deze keer. Extra opletten wanneer je een motorrijder ziet, denk ik dan maar. “Motorrijders vallen minder op, je vergeet wel eens dat ze er zijn. Ben je ook soms verrast wanneer ze 'plots' opduiken? Dat komt door hun smalle profiel en omdat hun snelheid vaak verkeerd wordt ingeschat. Daarom is het zo belangrijk om altijd twee keer te kijken voor je afslaat, van rijstrook wisselt of een ander manoeuvre uitvoert”, zo meldt Veilig Verkeer.be. Voor mij hebben motorrijders ook een andere sticker. Ik erger me vaak. Voor een aantal van hen geldt vaak geen maximum snelheid. Of ze rausen door de Biesbosch, hangend in de bochten. Dat soort geeft de mototrijder vaak een slechte naam.

Ik zou zeggen, dat extra kijken in het Belgische verkeer zowiezo wel extra verstandig is. Vaak moet je bij het afslaan wachten op verkeer dat rechtdoor komt uit de tegengestelde richting. Op het moment dat je kan afslaan, begint het verkeer van de zijkanten de kruising al op te rijden. Levensgevaarlijk. Extra uitkijken bleek ook donderdag  verstandig. Op sommige plaatsen kunnen ze er wat van, die Belgische weggebruikers. Een van de beruchte plekken is het wegennet rondom Antwerpen en dat is al jaren zo. En dan heb ik het niet over de kwaliteit van het wegdek. Dat is in vergelijking met dat van ons, echt abominabel slecht. In Wallonië is het zo mogelijk nog dramatischer. Maar terug naar Antwerpen. Het is daar al zo lang ik me herinner een aanhoudend rotzooitje met wegwerkzaamheden, omleidingen, files en ook dit keer én ernstige ongevallen. Een vrachtwagen klapte op een andere weggebruiker. We zagen de chauffeur van een andere wagen naar de cabine van de getroffen chauffeur rennen. Die cabine zat helemaal in elkaar. Hopelijk is de bestuurder er levend uitgekomen. Het gebeurde voor onze ogen. Even later was het weer raak. Ik vervloekte mezelf, dat ik er toch voor had gekozen om dit keer de aangegeven route via de rijksweg te nemen voor de tocht naar de Ardennen in het kader van tijdwinst om zo langer in de natuur daar te kunnen zijn. Maar het duurde allemaal veel langer dan de gebruikelijke rit die ik via binnenwegen liever uitstippel….. Een tochtje door de Ardennen dus. We kwamen door onder meer Hoei, Dinant, Durbuy, Yvoir en dorpjes waarvan ik nog nooit gehoord had.  We genoten van de prachtige natuur, de vergezichten en de mooie kleine beekjes en riviertjes Ourthe en Lesse, de Maas en diverse andere stroompjes, die hun weg zochten tussen de bomen. We zochten en vonden uiteindelijk een leuk zonnig terrasje in het plaatsje Spontin. Daar streken we neer met de bedoeling iets te eten. Nee dus. Pech. De keuken gaat pas om zes uur open. “Dixhuit heures”, zo liet de vriendelijke dame ons weten. Jammer dan. Dan maar een heerlijk fris alcoholvrij Cristal biertje en voor José koffie en daarna een trappist van Orval. We hebben er heerlijk gezeten, kregen er een bakje nootjes bij en dat smaakte ook. Eigenlijk hebben we het best goed, zo ging er door me heen. En ik mag er nog steeds van genieten.  We hebben op ons gemak 540 kilometer gereden die dag. Gekkenwerk? Welnee. Het is maar waar je samen plezier in vindt, zolang het nog kan. Dit keer eens niet richting zee.Ik heb wel even nodig gehad om bij te komen.

(Bron: familiearchief f. van son) 





 

zaterdag 22 maart 2025

Logées, reeën en veel meer.

Cas en Sem waren vorig weekend bij ons. Hun Pa en Ma genoten samen  van quality-time en wij van een tweetal kleinzonen. Ze speelden uitgebreid met de play-mobiel en Cas maakte samen met oma op zaterdag het eten klaar, gebakken aardappeltjes met zijn favoriete vis en groente. Sem was naar een verjaardagsfeestje. Uiteraard gingen we met hen zondag er nog even tussenuit. Naar de Biesbosch dit keer. Dat hadden we al eerder beloofd. Ze keken hun ogen uit in Werkendam maar het begon al in Hank, toen Cas twee reeën ontwaarde. Ze renden door de velden en we konden ze prima volgen met de auto. De dag van Sem en Cas kon al niet meer kapot. Maar ook de duizenden watervogels in de Biesbosch en het feit dat oma José even mee de uitkijktoren op klom, maakte het tot een nog grotere belevenis. En daarna frietjes bij oma thuis natuurlijk. Zelf gebakken.

Keuze is reuze

Maandag had Sem voor tussen de middag pannenkoeken gekozen. Dus oma ’s morgens aan het bakken geslagen. Ze waren in een mum van tijd op. Volgende keer is de keuze van Youri aan de beurt en dat worden gehaktballetjes-met-oma-jus. Dinsdag reden we naar Dineke in Etten-Leur. Zij is de vrouw van mijn overleden broer. Gezellig kletsen en samen tussen de middag een worstenbroodje gegeten. José kreeg nog een mooi verlaat verjaardagscadeau: planten in een afgesloten glazen ecosysteem en een bosje tulpen.

Schilderen

In onze agenda is vrijwel nooit een dag leeg. Mijn moeder was woensdag jarig. Zij zou die dag 101 geworden zijn, maar overleed tien jaar geleden op respectabele leeftijd. Ik heb een foto van mijn ouders uit 1970 uit het archief opgediept. Wij reden die dag ’s morgens een stukje, maar ’s middags ging José schilderen bij Ron in Dordrecht. Ze kon met Petra meerijden, dus ik had het rijk alleen. Heb een flink deel gewerkt aan mijn wekelijkse pagina in het weekblad. Van schilderen kwam niet zo veel, geloof ik, maar het was uiteraard wel gezellig. Nu is José aan de beurt om gastvrouw te zijn voor het schildergezelschapje.

En de rest

De rest van de week genoten we van het heerlijke weer en deden gezondheid op. Donderdag was het prima weer voor een tochtje naar zee. Lekker de stoeltjes mee en aan het strand gezeten in Westkapelle. José daalde af naar de waterlijn. Ik kon niet nalaten haar nog even met mijn mobieltje te vereeuwigen.

Vrijdag gingen we tanken en op de terugweg langs De Zevenster in Meerseldreef. Heerlijk -met petje op uiteraard-, in het zonnetje gezeten op het terras bij de speeltuin onder het genot van een alcoholvrije versnapering. Het was vrijdag druk op de weg; vervelend druk, mag ik wel zeggen. We zijn op de terugweg dan ook maar binnendoor gereden. Weg van het drukke en vooral jachtige verkeer. En dan is het vandaag alweer zaterdag en lijkt het vroege lenteweer toch al weer op zijn retour. Van mij mag het beste 22 graden zijn hoor; ze hoeven voor mij niet terug naar een graad of tien. Maar ja, we hebben het niet voor het zeggen. Gelukkig maar eigenlijk. Vanmiddag staat voor de wielerenthousiasten onder ons, zoals ik, de ‘primavera’ op het programma. Milaan-San Remo. Als ik rechtstreeks kijk, dan hooguit de laatste 40 kilometer. Maar met terugkijken heb ik ook geen problemen. Ik zie wel, wat de zaterdag weer brengt. Maak me niet druk, wat dat betreft tenminste….

(Bron: familiearchief f. van Son).








 

zaterdag 15 maart 2025

Waaghals aan de waterweg…

 Je weet zo langzamerhand, dat wij iets met water hebben. Is het niet het IJsselmeer of de Noordzee, dan zijn het wel de waterwegen die ons land doorsnijden of zelfs de Biesbosch bij Hank en ook de Noordwaard bij Werkendam.

We rijden bij voorbeeld ook graag naar Willemstad. Toegegeven; we nemen dan meteen bij onze favoriete Tholense visserman, wat verse vis mee naar huis. Maar altijd wachten we op de ruime parkeerplaats, drinken een kop thee uit de thermosfles en lopen daarna langs het water om vanaf een bankje het vaarverkeer en het water gade te slaan. Ik wist niet, dat het Hollands Diep zo’n druk bevaren vaarroute is. We hebben onze ogen uitgekeken, maar niet nadat ik eerst een Hollandse nieuwe met uitjes met smaak had verorberd. Voor alle mogelijke vis, met uitzondering van oesters, kan je me ’s nachts wakker maken.

Waaghals

Toch viel ons oplettend oog niet op het brede water van het Hollands diep, maar op een regelrechte waaghals in de jachthaven van Willemstad. Meneer zat bovenin de mast van een van de jachten om wat vast te draaien en te sleutelen. Ik houd mijn hart altijd vast bij zo’n aanblik. Hij heeft er zeker wel een half uur gezeten, zich met één hand steeds vastklampend aan de mast en met de andere hand al sleutelend. Je moet het maar durven. Ik kon het natuurlijke niet nalaten om er een fotootje aan te wijden.

Druk

Maar terug naar die vaarroute. Je zit er voor je plezier. Nooit een stil moment. Is het niet een tanker, dan is het wel een containerschip. Of een schip vol zand of ander materiaal. Van groot tot klein komen ze langs gevaren, zowel richting Zeeland als richting ons achterland. Het is een aanhoudende parade van alle mogelijke schepen. Daar tussenin vaart dan een rondvaartboot, -tenminste dat denken we vanwege de vele raampjes-. Je kan er best een uurtje zitten langs de waterkant, zeker als het weer een klein beetje meewerkt. Het aanhoudend klotsen van het water, -soms wat meer als er weer een behoorlijk schip voorbij komt-, brengt je vooral rust. Iets dat wij best kunnen gebruiken. Dat is ook wat water met ons doet. Of het nu aan zee is bij de Westkappelse zeedijk met panoramaroute; bij het IJsselmeer of langs het Hollands diep; als het maar water is. Tussendoor genieten we dan ook nog van de bossen en het groen, als José en ik een tripje maken. Je moet er toch iets van maken samen…… Leuk zolang het kan.

(Bron: familiearchief f. van son).

 














zaterdag 8 maart 2025

Ja, wat doe je dan....

Het was er echt weer voor. Carnaval vieren is er voor ons niet meer bij. Maar daarom kunnen we nog wel genieten. Dat hebben we in de afgelopen week dan ook ruimschoots kunnen doen. We houden van autorijden in ons betrouwbare hybride automobiel en dat doen we dan ook. Tanken voor 1 euro 50 per liter en aansluitend genieten op het terrasje 'bij de paters' en hun speeltuin in Meerseldreef. Er was maar amper een plekje te vinden want veel mensen wilden profiteren van de voorjaarszon. Net zoals wij. Ook woensdag, nadat we eerst gezellig kaas hadden gehaald, zijn we door achterafweggetjes weer naar de speeltuin de Zevenster ‘bij de paters’ geweest in Meerseldreef. Ik ben er zelfs wat bijgekleurd en moest uiteraard al snel met mijn gezicht uit de zon gaan. Het is niet goed voor mijn hart. Een hart dat zich overigens, -zeker met het weer van deze week-, erg op zijn of haar gemak lijkt te voelen. Ben ik blij mee en José ook!

Voor de dinsdag had José voor een ritje naar Urk gekozen. Dat was haar de eerste keer goed bevallen, al was het weer die dag toen jammer genoeg wat mistig. Dinsdag niet. Stralende zon. Wij dus naar Urk. Eigenlijk een heerlijk klein dorp. Prachtige ruime parkeerplaats bij de haven met zelfs standplaatsen voor caravans, kleine smalle straatjes met veel eenrichtingsborden en alles wat bij een dorp hoort. Zoals een uitgebreid leugenbankje tegen de gevel van  het sanitair- en informatiekantoor van de Urkse VVV. Een bankje waarop de Urkermannen, die al enigszins op jaren zijn, zich uitsloven om luidruchtig hun verhalen aan elkaar te vertellen. Waarschijnlijk gaat veel daarvan over vissers en vissen.

Aan de rand van de Oosthaven staat een levensgroot exemplaar van een orka, vermoedelijk de naamgever aan Urk, zo staat er op het informatiebordje. Het eerste, oude model ging ten onder in een flinke storm; er is daarna al eens brand geweest en nu staat de kunststof-orca in een bedje compleet met een fontein. Tegenover die orca ligt aan die oosthaven een levensgrote scheepswerf met een aantal schepen op de helling.  Een horecagelegenheid heeft de wat vreemde naam ‘De Zeebodem’.

Er is overigens veel bedrijvigheid en je oort getimmer in de havens, onder meer aan een Urker kotter, die aan de kade ligt. Natuurlijk kwamen we op ons rondritje ook langs de vuurtoren en het hostelschip ‘de Rotterdam’ waarop vluchtelingen hun overnachtingsplaats hebben gekregen. Bij de kerk liggen parkeerplaatsen, maar een ervan is speciaal voor de predikant. Er is zelfs een bordje bij gezet, dat de ongelovigen erop wijst. Je kijkt vanuit de haven en ook aan de rand van het vissersdorp uit over het water van het uitgestrekte IJsselmeer, -vroeger Zuiderzee-, die voor veel vissers op Urk voor heimwee blijft zorgen. Toch is er nog voldoende bedrijvigheid in de visafslag. Opvallend is ook hoeveel bedrijven op het uitgebreide industrieterreintje met vis te maken hebben zoals visconserven en invriezen en dergelijke. Bedrijven die in iets anders doen dan vis, heten dan toevallig soms ook nog Visscher….

Ons ritje naar Urk was niet het einde. We gingen niet meteen naar huis terug. We zijn naar Lelystad gereden om via de 26 km lange Houtribdijk of Markerwaarddijk naar Noord Holland te rijden, om precies te zijn naar Enkhuizen. Een kronkelende dijk die het Markermeer van het IJsselmeer scheidt en tussen 1963 en 1978 werd aangelegd. Langs de dijk ligt het prachtige nationaal park Het Nieuwe Land. Het heeft wel iets weg van de Biesbosch. De dijk, eigenlijk een waterkering is weer zo’n staaltje van kunstige Nederlandse waterbouw. José heeft onderweg zelfs een paar fotootjes kunnen maken. Want stilstaan is er -met uitzondering van één plek- niet bij, of je zou ‘stukken’ aan de auto moeten veinzen.

We konden terugrijden via Amsterdam en een deel van de Randstad. Je kent ons waarschijnlijk: we reden daarom gewoon via de dijk weer terug naar Lelystad om via Almere en Utrecht terug naar huis te rijden. Uiteraard kwamen we in een file terecht, want dat is op de A27 dagelijkse kost. Maar dat kon ons niet deren. Alles beter dan rijden door een groot deel van de Randstad inclusief Amsterdam. Overigens zouden Lelystad noch Almere voor mij een aantrekkelijke woonplaats zijn. Almere lijkt me het ergste met uitbreidingen die hier en daar zorgen voor een flinke pluk huizen in het uitgestrekte veld en dat heet dan Almere-buiten, -hout, -oostvaarders, en er is ook een Almerehaven. Nee. Geef mij ’t Veer maar. Ik heb het er best naar mijn zin. Leuk huis, leuke straat met aardige mensen en een flinke variatie in het winkelbestand én de meeste kinderen en kleinkinderen in de buurt. Om het verhaal af te maken: we waren pas flink na vijven thuis. Voldaan maar eigenlijk ook wel moe. Achter autoruiten is het al behoorlijk warm.

Zo, nu nog even lekkere verse vis halen in Willemstad vandaag bij onze favoriete zeevisser uit Tholen. Leuk ritje heen, leuk ritje langs een andere weg terug. Wij genieten echt van zowat elke dag, als de gezondheid me geen parten speelt.

(Bron: familiearchief f. van son)