vrijdag 30 januari 2015

Onze jongste….

Het is inmiddels medio 1991. Inge is 16 geworden, Meike wordt dit jaar nog 12, Tommy is zojuist 8 en kleine Pietertje 6. José is wéér in verwachting. We worden nu zo langzamerhand toch wel wat raar bekeken. Alweer? Ja alweer. Wij wilden graag een groot gezin. Gezellig! Inge zette zich schrap om het geboortekaartje te tekenen. Al onze kinderen moesten erop komen. Dat is goed gelukt, al zeg ik het zelf.
Zoals gebruikelijk was het de bedoeling dat Elke ook thuis geboren zou worden. In Oisterwijk dus. Op het Oude Maasje. Maar….daar was Pieter toch al geboren? Dat “probleem” werd vanzelf opgelost. 
Moeder José werd in het ziekenhuis opgenomen met te hoge bloeddruk. Op zich niet zo’n probleem, maar Elke zou in het Elisabethziekenhuis worden geboren. Nota bene in Tilburg. En dat terwijl heel Oisterwijk bij het vermelden van een telefoonnummer uitriep “Wij zijn nul-één-drie, want we zijn Tilburg nie”. O13. Elke werd dus technisch gezien Tilburgse. Daar voelt ze zelfs nu zich niet prettig onder. En te meer daar haar voornaam officieel overal vermeld werd als Elisabeth. 
Gelukkig nam zij het Tilburgse dialect niet over. Dat zou haar immers nog tot in lengte van jaren en tot ergernis van velen, nagedragen zijn. 
Gelukkig leek alles met Elke voorspoedig te gaan, maar dat was maar schijn. Onze jongste telg bleek moeite met ademhaling te hebben. Er trad zelfs af en toe ademstilstand op. Zij moest daarom langer op de speciale care in het ziekenhuis en later nog op een apneu-matrasje op de kinderafdeling blijven. Zeer tot ongenoegen van de rest van de kinderen, die vonden dat hun zusje thuis moest zijn. 
Na een tijdje mocht Elke gelukkig ook mee naar huis, naar Oisterwijk. Alles ging naar wens.
Bijna zes maanden oud toog zij, met ons hele gezin, naar de camping in Sevenum. Raskampeerders als wij waren. Maar ook daar zorgde zij plotseling voor de schrik van ons leven. Zij kreeg in de tent ademhalingsproblemen en moest met spoed –dankzij een van de campingbuurtjes- naar het ziekenhuis in Venlo. Als ik me goed herinner de ‘Sint Maartenskliniek’.
Wat we daar meemaakten, bracht zowel José als mij tot –laten we het netjes zeggen-  razernij. 
Toen we op bezoek kwamen lag kleine Elke huilend in haar bedje. “ze heeft geen toetje op”, vertelde een verpleegster doodgemoedereerd. “Ze at haar eten niet op, vandaar”. 
Wij uiteraard verhaal halen bij de arts. Die bleek in dit ziekenhuis van ‘reinheid, rust en regelmaat’ dezelfde mening toegedaan: zeven maanden of niet. Eerst haar eten helemaal opeten en daarna pas een toetje. Voor ons reden om overplaatsing naar een andere ziekenhuis te regelen, ‘gemakkelijker’ voor ons. Elke bleef even thuis maar werd alsmaar zieker. Ze bleek in de Venlose kliniek een ziekenhuisbacterie te hebben opgelopen. José meldde zich met Elke weer bij het Elisabethziekenhuis in Tilburg, waar ze gelukkig wel normaal dachten. José bleef bij Elke en ik bleef met de kinderen de week nog uit op de camping. Pffft. Wat een vakantie!  En Elke? Zij groeide als kool, zoals je op de foto’s kan zien. Ons gezin was compleet. Daar waren we het samen over eens. 
(Bron: familiearchief f.v.son: door zus Inge getekende geboortekaartje van Elke, Elke net na de geboorte; Elke met ouders op de special care; diverse foto’s Elke).







zaterdag 24 januari 2015

Een broertje voor Tommy

Ons gezinnetje werd al een echt gezin zo langzamerhand. Na de geboorte van Tommy in 1983 was José in juni 1984 al weer in verwachting. Nummer vier was op komst, tot grote vreugde van pa en ma, maar zeker ook van Inge, Meike en Tommy. Maar voordat het zo ver was, verhuisden we eerst uit Apeldoorn terug naar Brabant. Naar Oisterwijk om precies te zijn. Daar had ik een baan gevonden in mijn zoektocht terug naar Brabant. Bijkomend “voordeel”: zo hielden we ook vol dat onze kinderen tot nu toe allemaal in een ander huis geboren zijn! Inge aan de Palestrinalaan 125 in Oosterhout, Meike op de Vreeburg 60, eveneens in Oosterhout, Tommy aan de Kruizemuntstraat 145 in Apeldoorn en de volgende zou geboren worden in Oisterwijk: Oude Maasje 16.
Op 4 februari 1985 (de overlijdensdatum van mijn vader) werd nog een echo gemaakt. Voor het eerst kregen wij die mee naar huis. In vergelijking met de huidige echo’s van onze kleinkinderen was daarop voor ons als leek nauwelijks iets te ontwaren. Op de 23e februari 1985 werd onze Pieter geboren. En omdat hij Pieter heette was de pastoor van de Petruskerk in Oisterwijk er als de kippen bij om te vragen of hij onze jongste zoon in de Paasnacht mocht dopen. Wij gingen al jaren niet meer naar de kerk, maar toen  –eigenlijk speciaal voor de oma’s- stemden wij daarin toe. Pieter werd om acht minuten voor half zes ’s morgens thuis geboren en woog 3050 gram.
En broertje Tommy? Wel, die sliep rustig door. ’s Morgens ging hij kijken of er al een babytje was! Natuurlijk zijn van Pieter ook de nodige foto’s bewaard gebleven. Hij speelde graag en was altijd een heel vrolijke baby. Maar wel driftig, als hij zijn zin niet kreeg. Pieter was verlegen. Als hij naar een vriendje ging, zo weet José zich te herinneren, moest zij hem brengen. Zodra ze dan weer naar huis wilde gaan, wilde hij eigenlijk al weer mee terug naar huis. Als kleine Pieter had hij desondanks al stapels vriendjes en hij bleek al snel een echte sportman. Samen hardlopen met zijn broer en met jongens uit de buurt. Voetballen was al vroeg zijn lust en zijn leven. Hij kon het ook goed, was supersnel en scoorde dat het een lieve lust was. Oma kwam eens kijken naar een wedstrijd van de jonge Pieter. Zij kreeg tranen in haar ogen en liet weten dat het precies “Ons Pa” was.
Ik diepte speciaal voor dit weekendbericht nog wat plaatjes uit ons familiearchief. Voor ons leuk om nog eens op terug te kijken. Misschien ook wel aardig voor jou.
(Bron: familiearchief f.v.son: echo pieter; geboortekaartje Pieter (getekend door José); Pieter als Peuter; Pieter voetbal; de 4 Van Sonnetjes; de twee broers.)
Bijschrift toevoegen













zaterdag 17 januari 2015

Een Gelderse Brabander…

Je zal het niet ontkennen. Wij zijn toch echt wel Brabanders. Al eeuwen lang woont en werkt onze familie in het gebied dat grofweg gezien ligt tussen Etten-Leur in het westen, ’s-Hertogenbosch in het oosten, Geertruidenberg in het noorden en als ik verder terugga in de tijd, dan zakken we naar de Belgische Kempen af, steeds nog in het Hertogdom Brabant, maar daarmee zal ik je niet vermoeien. 
Toch is een van onze kinderen niet in Brabant geboren. Ons gezin verhuisde aan het eind van jaren zeventig van de vorige eeuw naar Apeldoorn. Ik had daar werk gevonden als communicatie-adviseur bij de gemeente Apeldoorn. Voorlichter heette het toen nog in het begin. Ons gezin trok naar Gelderland. Ik zie ons verblijf daar –achteraf- niet als een fout. Ik heb er veel kunnen en mogen leren en dat kwam me in mijn verdere leven terug in Brabant goed van pas. Maar wij hoorden er eigenlijk niet thuis. 
In Apeldoorn, toen nog de 'stad van de pensions en de pensioenen' genoemd, werd eind maart 1983 onze eerste zoon geboren. “Maakt het wat uit of het een jongetje of meisje wordt”, zo werd mij gevraagd. Ik weet dat ik alleen maar dacht: “Als het maar gezond is”. Dat vond ik elke keer als José in verwachting was steeds weer de belangrijkste openstaande vraag. Maar toen onze Tommy werd geboren, voelde dat toch wel heel apart. Meisjes hadden we al en nu een jongen. Helemaal goed. Meer soorten zijn er niet. Ons gezinnetje leek compleet.  
De naam Tommy gaf aan wat ons toen onder meer bezig hield. De eerste popopera van de groep de Who kreeg de titel ‘Tommy’ mee. Wij kochten die plaat en draaiden hem grijs. Die naam Tommy zagen wij wel zitten als naam voor onze zoon. Geheel in stijl van onze familie –al eeuwen lang- kreeg hij ook een aantal namen van zijn voorvaderen mee: Thomas, Cornelis, Johannes, Franciscus. Om precies te zijn. Eerst zijn eigen naam, daarna die van zijn beide opa’s en tot slot de naam van zijn vader, van mij dus!
Ik durf te zeggen (misschien dat de andere kinderen dat betwisten…) dat Tommy toen wel de gemakkelijkste was van onze kinderen. Tenminste als kleintje…. Als je hem weglegde sliep hij en hij bleef liggen tot je hem kwam halen. Hij kon uren op dezelfde plaats spelen met alles wat je hem in zijn handen gaf. Die kinderen moesten ze eigenlijk meer ontwikkelen. Maar wat belangrijker was: ook Tommy was gezond. Wij konden dan ook echt gelukkig zijn met onze zoon en met onze twee dochters. Inge en Meike hadden hun broertje en wij een zoon. 
(Bron: Familiearchief f.van Son: geboortekaartje Tommy,  peuter Tommy, Tommy op zijn loopfietsje, klassenfoto 1987, voetbalfoto Tommy 1990).


zaterdag 10 januari 2015

Verdriet en vreugde…..

Blij waren we met onze dochter Inge, die alsmaar blijft groeien. Stiekum denken wij al aan ons tweede kindje. Een broertje of zusje voor haar. Al was het nog niet ‘echt in de maak’. Maar wij wilden graag meer kinderen. 
Maar voordat het zo ver was, komt 5 oktober 1978. Mijn zus Lieke was al enige maanden ziek. Ook zij had die vreselijke ziekte waartegen geen kruid gewassen lijkt. Op 5 oktober stierf zij, slechts 25 jaar jong, in haar huis in Oosterhout. Nadat wij op 4 februari 1972 papa hadden verloren, moesten we nu een zus afgeven. Veel te jong. Waarom zij? Ik heb het nooit kunnen begrijpen, laat staan accepteren.
Het lijkt een ‘dooddoener’, maar gelukkig gaat het leven door. Dat bleek wel aan in het voorjaar van 1979. José bleek weer in verwachting. Aan het einde van de maand november zou ons tweede kindje worden geboren. We moesten er tot 22 november op wachten. 
Toen kwam Meike. Zij werd thuis geboren in Oosterhout. We waren inmiddels verhuisd naar een hoekhuis aan de Vreeburg. Alles leek mooi. Maar na vijftien dagen leken wij haar kwijt te raken, zo jong en hulpeloos als zij was. Ik kan het me nog herinneren als de dag van gisteren. Ik was als journalist en die avond in Made ‘bij Segeren’. Er was een bijeenkomst, die ik voor de krant bezocht. Ik kreeg er telefoon. Niet per mobiel. Die was er gewoon nog niet. “Meike was met spoed naar het ziekenhuis gebracht”, zo liet een buurvrouw mij weten. José had haar in haar bedje gevonden. lijkbleek en haar pupillen waren weg. Voeding bleek teruggelopen in haar slokdarm en van daaruit had die zich opgehoopt in haar luchtpijp en longetjes. Doordat José haar snel met een schok uit bed had gehaald, had zij weer even voldoende zuurstof. De gealarmeerde huisarts bracht haar met zijn auto rijdend over de stoepen naar het ziekenhuis dat gelukkig dicht in de buurt lag. Daar werden de longetjes –laten we zeggen- leeggepompt. Maar Meike moest blijven.
Ik ging zo snel als ik maar kon met mijn auto terug naar huis en rijdend over de Strijenstraat in Oosterhout zag ik in de verte José aan komen lopen. Ze had enkel een dekentje op haar arm. Waar was Meike? Mijn hart stond stil… 
Gelukkig was ons meisje er nog. We gingen samen weer terug naar het ziekenhuis. Ik wilde het zelf zien. Daar lag zij. Op de special care.  Een zielig hoopje mens. We gingen natuurlijk elke dag naar het ziekenhuis. Moesten ons steeds goed ontsmetten, en een hagelwittejas aan voordat we bij haar mochten. Naar haar mochten kijken in het begin. Wat was ze klein en zo kwestbaar. 
De Kerst en Oud en Nieuw waren toen niet zoals gewoonlijk. We misten iemand die erbij had moeten zijn. Zij hoorde bij ons en niet alleen in het ziekenhuisbedje. Eindelijk op 5 januari mocht zij weer mee naar huis. We waren weer compleet. Het geluk was terug maar we waren wel onzeker geworden. Meer dan tevoren gingen we een kijkje nemen of alles goed was, als zij in haar bedje lag. De babyfoon maakte overuren. Gelukkig kwam alles in orde. 
(bron: familiearchief f.v.son: Lieke, overleden in 1978;  Geboortekaartje Meike, Meike in ziekenhuis, kleuter Meike). 
Lieke van Son












zaterdag 3 januari 2015

Ons gezin begint te groeien…

In het nieuwe jaar pakken we de berichtenreeks uiteraard weer op. Ik wens iedereen het beste voor 2015. Voor mij wil dat zeggen: gezondheid, gezelligheid en succes. 
De berichten gaan vanaf nu over ons gezin. 
Op 24 mei 1974 trouwden José en ik in Zundert. Vorig jaar kon je er al in een van mijn berichten over lezen. Wij hadden één idee gemeen: wij wilden graag én snel kinderen. 
En ja hoor. We waren nog maar enkele maanden getrouwd en José was al in verwachting. Een jaar en elf dagen na onze trouwpartij werd onze eerste geboren in ons huis op de derde verdieping van de Palestrinalaan in Oosterhout. We noemden haar Inge. In Zundert werd er volop gerekend. “ Die zijn toch nog niet zo lang getrouwd”. We maakten zelf het geboortekaartje en waren erg blij met onze eerste. Wisten wij toen dat er nog vier zouden volgen…….
Inge groeide voorspoedig en ging vaak met mama en papa naar om, mijn moeder. Die woonde toen nog in Oosterhout. We hadden dus een echt gezin. Dat betekende vooral in het begin het in de auto meeslepen van alle mogelijk babyspullen, kinderwagen en nog veel meer dingen die voor een kleine nodig zijn.
Als ze zou kunnen lopen, dan werd het wat gemakkelijker dachten we toen nog. Het tegendeel was het geval. Maar dat maakte het –nu we erop terugkijken tenminste- toch ook wel leuker. 
(Bron: familiearchief f.v.son : geboortekaartje Inge, Uitnodiging 2e verjaardag, Inge met Oma Hollanders, Inge als kleuter, Inge met haar knuffel 'diertje', Inge met papa).