zaterdag 26 april 2014

Gerard werd uitgeloot !

Een van de huwelijksbijlagen bij de trouwerij van Gerard van Son en Anna Rubbens, mijn overgrootouders, was een verklaring over de Nederlandse militie. Of met andere woorden: was Gerard in dienst geweest? 
Het antwoord is nee. Dat blijkt uit die inschrijving. Gerard was ingeschreven voor de lichting 1847. Er staat letterlijk in de verklaring “dat hem vervolgens bij de loting ten deel is gevallen nr. 23. Dat buiten oproeping gebleven zijnde,  hem tot geen dienst heeft verpligt”. Hij was met andere woorden dus uitgeloot. 
Wat weten we eigenlijk nog van de dienstplicht in Nederland? In de tijd van Gerard van Son heette het ‘De Nationale Militie’. In 1810 werd die ingevoerd in Nederland onder koning Lodewijk Napoleon, de broer van de keizer. Iedere man van 20 of ouder moest zich beschikbaar stellen. Door middel van loting werd bepaald wie er in dienst moest. Tot 1898 kon de welgestelde dienstplichtige een vervanger inhuren om zijn dienstplicht voor hem uit te voeren. Vanaf 1898 gold de persoonlijke dienstplicht. In 1938 werd het inloten afgeschaft.  Dienstplicht was zeker vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw niet populair. Er werd van alles bedacht om afgekeurd te worden. Een bekend voorbeeld is de afkeuring op psychische gronden, (S-5 genoemd). Als je je tijdens de keuring gestoord gedroeg, dan liep je de kans om afgekeurd te worden. Ook homoseksualiteit was tot 1974 een reden om niet in dienstplicht te mogen. Aan het einde van de vorige eeuw kwam de dienstplicht onder druk te staan. Het Nederlandse leger werd vanaf dat moment vaker ingezet bij vredesmissies, die een stuk gevaarlijker waren voor de militairen. Verder ontstond er kritiek dat de dienstplichtigen na een korte basisopleiding weinig meer te doen hadden. Dit werd voor zowel de dienstplichtige als voor de staat als tijdverspilling gezien. Vanaf 1 mei 1997 werd de dienstplicht in Nederland officieel opgeschort. Het Nederlandse leger werd vanaf dat moment een beroepsleger: burgers hoeven niet in militaire dienst, zolang de veiligheidssituatie dat niet nodig maakt. Het is dus niet zo dat bij ons de militaire dienstplicht is afgeschaft. Iets wat velen denken. 
(Bron: 
http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis_van_de_dienstplicht/).
Illustratie: een van de huwelijksbijlagen bij het huwelijk van Gerard van Son en Anna Rubbens.


Ze gaan bijna leven...

Van mijn overgrootvader weet ik –administratief  gezien- bijna alles. Van de hele papieren rompslomp rondom het huwelijk van Gerard van Son en Anna Rubbens is veel bewaard gebleven. Zoals de aankondiging van Gerard en Anna, dat ze met elkaar willen gaan trouwen van 16 april 1864. Dan wordt twee weken later het huwelijk gesloten op 30 april 1864. 
Het loont echt de moeite om pagina’s waaruit de huwelijksakte bestaat, goed door te lezen. Je ziet dat Gerardus op zijn huwelijksdag ‘bouwmansknecht’ is. Dat hij geboren is in Chaam en nu in Ginneken en Bavel woont. Zijn beide ouders zijn overleden. Anna Rubbens is ‘bouwmansmeid’ en is geboren in Oosterhout. Ook haar beide ouders zijn overleden. Op de tweede pagina van de huwelijksakte staan de getuigen bij het huwelijk: Petrus de Bie (64) van beroep kuiper of tonmaker. Hij werkte misschien alleen of in een kuiperij, een werkplaats waar houten kuipen ook wel vaten of tonnen gemaakt worden, het beroep (of ambacht) van kuiper is in onze tijd verdwenen, de kuipen of vaten worden nu meestal van metaal of kunststof gemaakt. Tweede getuige was de 27-jarige Thomas Jacobs die koperslager was. Bernardinus Nijman (30) was bode en de laatste getuige, Petrus Frijters (31) had als beroep gruttersknecht. Ze woonden allemaal in de gemeente. Dan staat er bij, welke bijlagen zijn aangedragen om het huwelijk te kunnen laten sluiten. De geboorteakte van de bruidegom; het bewijs of hij wel of niet bij de Nationale Militie is geweest (in dienst geweest). Dan de geboorteakte van de bruid, de overlijdensakte van haar vader en haar moeder en bewijs van ‘ongehinderden afloop’ van de huwelijksafkondigingen in Ginneken. Dan het vervolg van de huwelijksakte. Op de volgende pagina van de huwelijksakte worden de getuigen genoemd er er is nog een bijzonder interessante afsluiting van de akte. We zien de handtekening van Gerard van Son, maar ik mis die van Anna Rubbens. In de akte staat waarom dat zo is: zij verklaarde ‘niet te kunnen schrijven uit ongeleerdheid’. Anna was dus nooit naar school geweest om te leren schrijven.
(Bron:
Burgerlijke Stand Ginneken en Bavel, Huwelijksregister 1864, akte nr. 6 (30-04-1864).
Illustratie: huwelijksakte Gerard en Anna.


zondag 20 april 2014

Een 'onechte' vrouw ?

Gerard van Son is in 1864 vijfendertig. Het wordt tijd om een eigen gezin te stichten. Vader en moeder zijn overleden en Gerard ontmoet Anna Rubbens, of heet ze Anna van der Zanden. Want ze komt twee keer voor in de registers van de burgerlijke stand. Zij is geboren in Oosterhout op 29 augustus 1835 ’s morgens vroeg om 3 uur op het adres wijknummer C-241. Dat is het huis van Elisabeth van der Sanden, de ongehuwde zus van haar moeder. Haar moeder is de dan 32-jarige Johanna van der Sanden. Een ongehuwde moeder zonder beroep, die bevalt in het huis van haar zus. Zij geeft haar dochter aan bij de burgerlijke stand. Zij kon niet schrijven, zo leren we uit de geboorteakte van haar dochter Anna die als ‘onecht’ wordt ingeschreven in het geboorteregister. Arbeider Arnoldus Meeuwen(57) en Cornelis Vandenberg(77), zonder beroep, fungeren als getuigen bij de geboorteaangifte. De zus van Johanna, Elisabeth van der Sanden trouwt in 1841, -Anna is dan zes jaar-, met Gerardus Rubbens. Ze nemen de kleine Anna in huis. Rubbens gaat zelfs een stap verder. Anna wordt door hem ‘gewettigd’ (geëcht) op 24 april 1841. Ze heeft dan toch nog een vader die haar als zijn dochter wil aannemen. En een moeder die eigenlijk niet haar echte moeder is. We zien dat ook genoteerd in de marge van de geboorteakte van Anna. In de registers komt zij tweemaal voor op 29 augustus 1835. Eenmaal als Anna van der Zanden en ook nog eens als Anna Rubbens. Anna van der Zanden, of beter Anna Rubbens, trouwt op zaterdag 30 april 1864 met Gerard van Son. Zij zijn daarmee mijn overgrootouders!
(Bron: 
 Burgerlijke stand gemeente Oosterhout, geboorteregister 1835, akte nr. 167 (29-08-1835).
Illustratie: geboortakte van Anna.

zaterdag 19 april 2014

Alleen lengte en gewicht mis ik..........

Het is 1829. Ik kan merken, dat de burgerlijke overheid zijn zaakjes op orde heeft. De archieven zitten boordevol akten en inschrijvingen. Alles prima bewaard en voor een groot gedeelte ook voor iedereen te raadplegen op het internet. Dat maakt het wat makkelijker als je niet zo mobiel bent. Ook over mijn voorouders en hun gezin kan ik van alles en nog wat vinden. Over Gerard van Son mijn overgrootvader. Gerardus wordt geboren als zesde kind van Peeter van Son en Marie Geerts op zondag 26 april 1829. Dat gebeurt volgens de geboorteakte om half een ’s nachts. Vader Peeter gaat zijn zoon aangeven en landbouwer Johannes Paulussen (46) en bakker Marijnis van Beckhoven(40) gaan als getuigen mee. Eigenlijk mis ik enkel nog een tekening of foto van de boreling, zijn lengte en gewicht. Daarop moet ik nog ruim een eeuw wachten. De rest kan ik uit de geboorteakte lezen. 
Uit 1839 –Gerard is dan tien- is een goed beeld van het toenmalige Chaam bewaard gebleven. We kunnen het lezen in het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden. Daarin wordt een beschrijving van Chaam gegeven:“gemeente in de Baronie van Breda, provincie Noord Braband(!), vierde district, arrondissement Breda, kanton Ginneken. Zij bevat het dorp Chaam en enkele gehuchten waaronder Heykant”. Er staan 198 huizen en er wonen 1330 mensen die hun bestaan vinden in de landbouw en zich tevens toeleggen op het vetmesten van kapoenen en hoenders. Er zijn 2 veldsteenovens, 2 brouwerijen en 1 graanmolen. Die kwam de plaats van de vorige die in 1838 is afgebrand. De gemeente Chaam wordt als zeer houtrijk omschreven. Er zijn vijvers waar de karper welig tiert. Er is een dorpsschool die dan door gemiddeld 70 leerlingen wordt bezocht. Er is een fraai dorpshuis uit 1823. Uiteraard is er ook een kerk die voor de tijd van de reformatie was toegewijd aan Antonius abt. In 1815 is in de kerk het een en ander veranderd en er kwam een orgel in, dat door vrijwillige bijdragen bijeen is gebracht. De kerk staat in het gehucht Heykant, waar Peeter en zijn gezin woonde, op een kwartier gaans vanuit het dorp. Vanuit het dorp is de kerk te bereiken via een eikenlaan die Kerkdreef heet. In de beschrijving is verder nog te vinden dat de kermis valt op zondag na Antonius (17 januari) en twee dagen duurt. De kermis betekende nog heel wat in die tijd.
(Bron: 
Burgerlijke Stand gem. Chaam, Geb.register 1829, akte nr. 10, Gerardus van Son (26-04-1829).
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (A.M. v.d. Aa), Chaam in 1839.
Illustratie: geboorteinschrijving Gerard van Son



zondag 13 april 2014

Die Belgen.........!

Maria en Peeter van Son hebben naast gezinsellende en de schermutselingen van de Franse tijd ook in de jaren dertig van de 19e eeuw nog de gevolgen moeten meemaken van ontevreden mensen. De Belgen wilden wel eens op eigen benen staan. Gerard, de zoon van Peeter en Maria was nauwelijks een jaar oud toen het wapengekletter weer in de buurt kwam. Vanaf 1830 werd gedurende een aantal jaren een groot deel van het Nederlandse leger in onze streken verzameld. In de buurt van Rijen waren tussen 1831 en 1835 gedurende enkele zomermaanden enkele tienduizenden soldaten gelegerd, nadat de vorst de oproep had gedaan om de ‘oproerkraaiers’ in België aan te pakken. Van heinde en verre kwamen de troepen naar onze streken en dat betekende nu niet direct dat het voor de bevolking van de omliggende dorpen veiliger werd. Waarom wilden die Belgen op eigen benen staan? Het voorspel van de Belgische opstand ligt in Frankrijk. Tussen 26 en 28 juli 1829 was daar een omwenteling. De troon van de Bourbons werd omvergeworpen. Er ontstond ook onrust in België en koning Willem I richtte zich persoonlijk tot de ‘onruststokers’ daar. Het hielp weinig, want even later moet prins Frederik met een leger van 14.000 man België binnentrekken. Brabant wordt frontgebied tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Na een oproep van de koning is in het Nederlands-Belgisch grensgebied een troepenmacht van 100.000 man onder de wapenen. Het heeft uiteindelijk naast nodige ellende voor de bevolking allemaal niet veel opgeleverd. België scheidt zich in 1839 af van Nederland en wordt een zelfstandig koninkrijk. Frankrijk en Engeland voelden er niets voor om ons land te helpen de situatie zo te houden, zoals die in 1815 was afgesproken na het tijdperk van Napoleon. Een troepenmacht van de Fransen die de Belgen te hulp was gekomen, heeft er mede toe bijgedragen dat de Nederlandse soldaten zich uiteindelijk terugtrokken. Nu zijn we er mooi vanaf……….. Want zeg nou zelf: België…? 
(Bron: 
Illustratie: Slag bij Ravels tijdens Tiendaagse Veldtocht. 
nl.wikipedia.org/wiki/Tiendaagse_Veldtocht).

zaterdag 12 april 2014

Dood op z'n werk

Vader Peeter van Son overlijdt op 24 februari 1842. De burgerlijke overheid bemoeide zich sinds de Franse tijd met overlijdens. Daarom weten we een en ander over zijn dood. In de overlijdensakte kunnen we lezen dat Peeter stierf omstreeks 12 uur ’s middags op Houtgoor, een klein buurtschap ten zuidwesten van Chaam. Daar woonde hij niet, zoals we weten. Hij woonde op de Heykant. Hij was dagloner en werkte die dag kennelijk op Houtgoor. Het was een normale werkdag, een donderdag. Dus zal hij gewoon op het land aan het werk zijn geweest. Dat mogen we aannemen. Vrije dagen had je als hardwerkende dagloner niet. Die kon je je niet permitteren. Mogelijk werkte hij zelfs bij de familie Verheijen, die woont op Houtgoor en –zeker niet toevallig- was Adriaan Verheijen aanwezig om bij de overheid als getuige de dood van Peeter te melden, ’s middags om 4 uur op het gemeentehuis. Peter stierf op 54-jarige leeftijd. Zijn vrouw Maria overleeft hem liefst 17 jaar, voordat zij 22 juli 1859 het tijdelijke met het eeuwige verwisselt. Op 26 september 1858 ondertekent Maria Geerts de huwelijksakte van haar dochter Cornelia niet. Ze zal het schrijven dan misschien door een lichamelijk gebrek, misschien reuma, verleerd zijn. Misschien durft ze het niet meer. Schrijven kon ze vroeger immers wel. Ze zette haar handtekening toch onder haar huwelijksakte en ook onder die van dochter Pitronella die in 1840 trouwde. 
(Bron: 
Chaam, overlijdensregister 1842. Peeter van Son, akte nr. 10 (24 februari 1842).
Illustratie: overlijdensakte van Peeter van Son.



vrijdag 4 april 2014

Een getuige die niet kon schrijven....

Peeter van Son en Maria Geerts trouwen in 1813. Dat gebeurt volledig in de Franse taal. In Chaam? Ja. Toen Peeter een jaar of zes was, veranderde het een en ander in Gilze, Chaam en de regio. Op 16 februari 1793 trekken 14.000 Franse militairen de grens over. Na enkele maanden gaan de Fransen weer, maar niet voor lang. In 1794 dreigt er opnieuw een inval van de Fransen. Op 27 juli betrekt de Nederlandse erfprins Willem Frederik met zijn legerkorps een stelling bij Vijf Eiken op de grens van Oosterhout en Gilze-Rijen. In de vroege ochtend van 10 september 1794 trekt de Franse generaal Pichegru met zijn troepen de republiek binnen. Zij vestigen dan hun hoofdkwartier op de hei tussen Gilze en Riel, maar verleggen kort daarna hun activiteiten naar de meierij. Overal vinden bloedige gevechten plaats. De boeren hebben flink te lijden van soldaten die in de dorpen huishouden. Gelukkig al op 16 mei 1795 sluiten ze met de Republiek een traktaat van vrede en bondgenootschap. Een groot deel van Brabant wordt door de Fransen onder een eigen bestuur gesteld. Besturen van de steden worden vervangen door ‘municipaliteiten’ met een ‘maire’ aan het hoofd. Er komt vrijheid van godsdienst. Voor de gewone burger gaat het leven na de Franse bezetting min of meer gewoon zijn gang. In het begin is er nog chaos. Zo klagen boeren dat ze niet kunnen werken omdat hun paarden gevorderd zijn. Arbeiders worden gedwongen om zonder loon voor de Fransen te gaan werken. Die Fransen hebben al snel diverse veranderingen doorgevoerd: het belastingstelsel, een nieuwe administratie van personen en gronden, het begin van scheiding van kerk en staat, hervorming van maten en gewichten en het muntstelsel. Veranderingen die ook bij de gewone mens niet onopgemerkt bleven. Ons land werd in 1810 bij Frankrijk ingelijfd. De Franse wetgeving werd hier ingevoerd. De Brabander moest als het ware ‘Frans’ gaan denken. Dat gold ook voor Peeter als hij met Marie trouwt in Chaam op 24 november 1813. Het is nog net in de Franse tijd. De huwelijksakte van Peeter en Maria is dan ook als laatste huwelijksakte in Chaam in de Franse taal gesteld. In de huwelijksakte heet Peeter daarom ook Pierre van Son en als beroep staat geen dagloner maar ‘journalier’. Peeter en Marie konden lezen en schrijven. Maar lang niet iedereen. De eerste getuige Jan Hendriks laat optekenen in de trouwakte, dat hij niet kan ondertekenen of schrijven! Uiteraard ook niet in het Frans (‘ne savoir signer ni ecrire!’).
(Bron:
Chaam, Huwelijksregister 1813, fol. 10v. akte nr. 12 (24-11-1813).
Illustraties: fragment uit de huwelijksakte van Peeter van Son en Maria Geerts. 
De handtekeningen van mijn voorvader en -moeder uit 1813 onder de huwelijksakte.



'Kaamse kiep' wereldberoemd !

Misschien heb je wel eens gehoord van de ‘Kaamse kiep’ of ‘Kaamse pel’. Daar gaat dit bericht over. In december 1820 verhuizen mijn betovergrootvader Peeter en zijn vrouw Marie vanuit Gilze naar Chaam. Ze gaan wonen aan Heykant B-57 in het gehucht Heikant waar enkele verspreid staande boerderijtjes te vinden zijn. De meeste mensen hadden zelf wel een stukje grond waarop ze groenten en aardappelen verbouwden om in hun levensonderhoud te voorzien. Peeter wellicht ook.
Uit de kadastrale leggers van Chaam blijkt, dat hij geen eigendommen had. Het boerderijtje of huisje zal hij als dagloner gehuurd of gepacht hebben. Volop kans dat hij op zijn kleine stukje grond bij de woning de ‘Kaamse kiep’ had lopen. De ‘Kaamse kiep’ werd immers eeuwen lang ten zuiden van Breda op veel boerenerven gehouden. Die kip smaakte goed, als we Thomas Ernst van Goor mogen geloven: “Men roemt Chaam, Zundert en Rysbergen om de alomberuchte Kapoenen. Zoo, dat Maurits, Prins van Oranjen, Heer van Breda (1567-1625) dit landt, niet te onrecht, zyne Brabantsche Tempe pleegde te noemen.” In zijn ”Etat présent de la Republique des Provinces-Unies” uit 1730 vermeldt M. Janicon de uitzonderlijke gastronomische kwaliteit van de Chaamse Pel. “Deze Kapoenen (“Chapons”) zijn er overheerlijk en in heel Holland beroemd.” Het Chaams hoen was in die tijd zo befaamd dat het regelmatig op de koninklijke menukaart stond. In 1881 bestelde koning Willem III voor op Paleis Het Loo een grote foktoom Chaamse hoenders. Dit landhoen raakte in de twintigste eeuw in de vergetelheid en werd rond het jaar 2000 zelfs met uitsterven bedreigd. Op 29 november 2001 is formeel de Chaamse Hoender Club opgericht. Die club heeft tot doel het in stand houden van het Chaams hoen. De populariteit van het ras neemt weer toe. Langzaam maar zeker kan men, vooral in Chaam en omstreken, de ‘Chaamse kiep’ weer aanschouwen. Dat zal Peeter uit de eerste helft van de negentiende eeuw ongetwijfeld deugd hebben gedaan.
(Bron: A.C.M. Zom, archivaris in Chaam over het adres Heykant B-57. Gemeentearchief, Chaam, “Beschryving der stadt en Lande” (1743), Thomas Ernst van Goor‚ 
Het chaamse Hoen. Vrij naar ‘Het Chaams Hoen, Ad Taks (www.chaamshoen.nl)